REIS MEE MET EGBERT EN BARBARA NAAR CORSICA EN SARDINIË

8 oktober 2018

 Wat vooraf ging:

Kennismakingstreffen in Beekbergen – 7.7.2018

Het heeft even geduurd maar toen stonden we er beiden ook vierkant achter: we gaan met een groepsreis van de NKC. De keuze voor Corsica en Sardinië was snel gemaakt. Het is onze eerste groepsreis, dus we zijn erg benieuwd wat ons te wachten staat en of het ons bevalt.

Betsy en Gerard nemen de teugels stevig in handen en behalve veel adviezen en aanbevelingen per mail, sturen ze ons vast ook wel de goeie kant op. Allereerst organiseerden zij samen met Jacqueline en Jan een kennismakings-treffen in Beekbergen, waar ons blijkt dat er maar liefst 22 campers meegaan! Tjonge, dat geef ik je te doen: 44 trappelende enthousiastelingen in het gareel houden… maar Betsy en Gerard en hun collega´s Edward en Ineke draaien daar blijkbaar hun hand niet voor om.

Daar stonden we dan met z´n allen. Het begon al gelijk met een nare valpartij van Piet, die direct naar een dokter moest om te worden gehecht. Gelukkig viel de schade mee, maar het was wel even schrikken.

´s Middags komen we bij elkaar in het restaurant. Iedereen stelt zich voor, maar…zegt Betsy… alstublieft niet alle kleinkinderen benoemen, dan zitten we hier morgen nog, Hou het maar bij jezelf. Prima. De een heeft al uitgebreid ervaring met camperen, de ander is een beginneling, weer een ander –zoals wijzelf-moet zijn weg nog zien te vinden in een groepsgebeuren.

We laten ons verrassen en dat gebeurde gelijk al, want hoe verrassend waren de foto´s die even later werden getoond op een groot scherm en hoe verrassend was het kennismakingsdineetje ´s avonds. Geweldig. Dit was al een succes, een goed begin is het halve werk, zal ik maar zeggen.

´s Middags werden er foto´s gemaakt voor het ´smoelenboek´ dat geen ´smoelenboek´ mag heten omdat dat niet chique klinkt. Nou, dan zijn die foto´s maar voor het ´boek van uiterlijk vertoon´. Oké? Overal werden handen geschud, verhalen verteld en aangehoord en al menige schaterlach klonk over de camping Lierderholt. Het zonnetje liet zich niet onbetuigd en toen de volgende dag de videofilm van de vorige Corsicareis vertoond werd, was het helemaal duidelijk: we kunnen bijna niet meer wachten. Een beetje weemoedig maar ook verwachtingsvol namen we afscheid van elkaar, … over zes weken zien we elkaar in Livorno en dat vooruitzicht maakt een boel goed. 

Egbert en Barbara + hondje Laika.

En dan gaan we van huis ongeveer twee weken vóór het treffen met de NKC-groep in Viareggio.

In Hauterives in Zuid-Frankrijk gaan we het Palais Idéal bekijken, dus we zetten koers naar Zuid Frankrijk. Door het vreselijke ongeluk met de brug in Genua moeten we toch omrijden, dus….

Zondag 19 augustus 14.30 uur.

Met een armzwaai naar onze aardige buren en een paar haastige telefoontjes nemen we afscheid om voor een hele tijd (acht maanden) naar het zuiden te vertrekken. Eerste stop is Stiphout, onze vrienden Peter en Antoinette, die zich al strategisch hebben opgesteld in hun voortuin om ons met open armen te kunnen ontvangen. We kwekken een eind weg en Antoinette heeft een VIP-maaltijd voor ons gemaakt. Tjonge, we kunnen beter hier blijven, zulke heerlijke hapjes zijn in heel Italië niet te vinden.

Want we gaan naar Italië, dan oversteken naar Corsica en daarna naar Sardinië. Dit keer met een NKC-groepsreis van 22 campers met Gerard en Betsie aan het roer, we ontmoeten de groep in Viareggio, maar gaan een omweggetje maken over het Franse Lyon en vandaaruit was het plan om over de brug van Genua naar Livorno te rijden. Dat plannetje hebben we maar laten varen vanwege het vreselijke ongeluk. Owee, ik moet eerlijk bekennen dat de schrik er bij mij best wel in zit. We hebben onderweg zo ontzettend veel bruggen en viaducten te nemen, ik kijk er nu toch een beetje anders tegenaan. Maar goed, niet kinderachtig zijn, als je geen risico wilt nemen dan moet je maar thuis blijven. We zijn razend benieuwd hoe het ons bevalt in zo´n groep, maar het voelt wel goed en dat is een goed teken.

We vertrekken maar hebben geen haast dus zetten we de Garmin op  Arlon, en daar slapen we een gat in de volgende dag. We hebben ook de Tomtom in stelling gebracht, want op onze vorige reis hadden we niet veel vertrouwen in de camper-Garmin, vandaar dat ik mopperend de Garmin-hulpdesk had gebeld. Dat werd uiteindelijk een gesprek van bijna anderhalf uur. Wat blijkt? We hadden er apart nog een draadje bij moeten kopen en nog een ander dingetje, want zónder die attributen is de Garmin onwillig. Jullie begrijpen dat ik daarover mijn gal behoorlijk heb gespuugd. Zo´n dure campernavigatie en dan moet je er nog van alles bij kopen anders doet-ie het niet! Gelukkig was de hulpdesk-meneer van Garmin het met mij eens, hij stuurde ons gratis de benodigdheden op. En? Perfect, nu doet hij het prima.

Onderweg ergens in Frankrijk vinden we een schitterend plekje voor koffie met gebak, uitzicht op een wuivend korenveld en vrij dicht bij een militair vliegveld waar de ene Mirage na de andere opstijgt, ze zijn duidelijk aan het oefenen: ze maken eerst een rondje met donderend geraas en dan doen ze alsof ze gaan landen, maar ze maken een doorstart. Spectaculair! Het gaat allemaal goed en ik vind het prachtig om te zien, maar Laika´s kleine oortjes zijn niet opgewassen tegen de oorverdovende knalherrie, ze kruipt zover mogelijk weg.

Nu (´s avonds) staan we in Goncourt op het mooiste plekje van Frankrijk, waar een kudde lome koeien voorbij flaneert, een ooievaar rondstapt en mij compleet in vervoering brengt, de Meuse traag stroomt, hier blijkt het de oorsprong van de Maas te zijn, zó prachtig met al die waterleliën en een middeleeuwse brug verderop. Egbert zet koffie, ik zie de zon langzaam ondergaan, af en toe loeit er een koe, hoe landelijk kun je het hebben, en als de ooievaar opvliegt blijkt het een reiger te zijn. Ha, ha.

Vrijdag 24 augustus 2018

Het hevige onweer van vannacht hebben we ook weer overleefd. We waren een beetje bang, want er kabbelde een heel rustig beekje naast onze camper en wat gaat dát doen als het gaat regenen? We sliepen dus onrustig, angstig voor het rijzen van het stroompje naast ons. Maar dat gebeurde niet en nu schijnt de zon weer.

We staan in Virieu. Een beeldschone plek met uitzicht op de Alpen in de verte. De reis gaat voorspoedig, kalm aan en met twee navigaties kán het niet fout gaan (!). Ze hebben soms wel ruzie, dan wil meneer Tomtom linksaf en mevrouw Garmin rechtsaf. Het is net een echt huwelijk, want mevrouw Garmin krijgt meestal haar zin omdat wij hopen dat die rekening houdt met onze lengte, breedte en hoogte.

Gisteren moesten we natuurlijk even stoppen in St. Amour. Alleen al voor de naam! Kijken of het echt zo´n lieflijk stadje is als de naam doet vermoeden, maar nee, niks aan. Het is heel oud, vrijwel uitgestorven met een paar parkeerplaatsen. Saaier kan niet. Dus we gaan maar door want erg veel amoureuze inspiratie kunnen we hier niet opdoen.

25 augustus 2018

We staan in Claveyson, dat ligt 10 km vanaf Hauterives, waar we morgen naar toe gaan, want daar leefde ooit een postbode die overdag brieven rondbracht, maar ´s nachts bouwde hij een heel dorpje van, wat hij trots zijn “Palais Idéal” noemde. Het werd een wonderlijk bouwwerk. Ook ontwierp de postbode zijn eigen grafmonument dat op zich een toeristische trekpleister genoemd kan worden. We zijn benieuwd. We zijn er speciaal voor omgereden, jullie horen het.

26 augustus 2018 

Hij werd de dorpsgek genoemd, de postbode Ferdinand Cheval die elke bezorgdag 43 km liep om zijn brieven te bezorgen. Toch kon hij ´s nachts niet goed slapen. Al woelend in zijn bed ontstond zijn ideaal: hij wilde een fantasiepaleis bouwen. Op een dag struikelde hij over een steen met een bijzondere vorm. Die nam hij mee naar huis en die steen gaf hem het laatste zetje. Hij had geen geld voor bouwmaterialen, maar deze steen leek hem toe te roepen ¨in de natuur liggen bouwmaterialen genoeg¨. Zo begon hij stenen te verzamelen die hij tijdens zijn postroute tegenkwam. Drieëndertig jaar lang bouwde hij vrijwel elke nacht aan zijn droom en overdag sjouwde hij met poststukken en stenen. Zijn schamele salaris besteedde hij aan cement en kalk, maar helaas koos hij noodgedwongen voor de goedkoopste soorten waardoor zijn bouwwerk geen eeuwigheidswaarde mee kreeg, maar zijn paleis is wel een ongelooflijk bijzonder gebouw geworden. Bij de oplevering van zijn paleis was Ferdinand 74 jaar.

Wat nu? Niets doen zat niet in Chevals aard. Weer wat bouwen? Eigenlijk vond hij het de hoogste tijd om aan het ontwerpen van zijn eigen mausoleum te beginnen. Acht jaar later was het klaar. Hij kon er toen het klaar was nog zes jaar naar kijken, hij overleed op 88 jarige leeftijd en nu ligt hij voor de eeuwigheid begraven op een ereplaatsje van de begraafplaats in Hauterives, in een pronk van een mausoleum. 

Erg gelukkig was Cheval bij leven niet. Hij verklaarde dat hij alleen plezier haalde uit zijn werk en ook dit bouwwerk maakte hem wel een beetje gelukkig, maar dat was dan ook het enige... Hij had twee vrouwen gehad, de eerste overleed vrij jong. Zijn oudste zoon overleed ook al op zeer jonge leeftijd. Zijn tweede vrouw bleef wel leven, maar hun enige dochter overleed toen ze slechts 15 jaar oud was.

Doorgaans was hij diep ongelukkig want in zijn dorp Hauterives was hij niet erg geliefd. De dorpsgenoten vonden hem vreemd. Het feit dat hij met dit bouwwerk wél bewondering oogstte van vele prominente kunstenaars (zoals Gaudi, Dali, enz.) dreef hem voort. Hij hunkerde naar erkenning en naar bewondering, die hem deels nog bij leven, maar helaas voornamelijk postuum ten deel vielen.

Zijn mausoleum is ook beslist geen alledaagse tombe. Ook die trekt talloze bezoekers. Het dorpje vaart er wel bij, want het is erg toeristisch. Wij wandelden door een van de straatjes en lazen daar op een groot bord ¨lieve Nederlanders, wij verkopen hier ook heel gewone frikadellen, hoor!¨ Een gruwel voor Egbert, ik moest er wel om lachen.

De camperplaats in Hauterives moet ook een steentje bijdragen in de welvaart van de gemeentekas, hij is niet echt goedkoop, maar wij gaan er toch maar staan. Althans…. We zoeken een plekje maar dat valt nog niet mee, het staat helemaal vol met zigeunerwagens, caravans, campers, karren, dure BMW´s en Audi´s. Dat bevalt ons niet. Ook het geschreeuw van de ´bewoners´ vinden wij maar matig, we nemen ons dus voor om na de bezichtiging van het paleis direct te vertrekken. Dat doen wij en als we bij de slagboom komen staat die al wijd open. Nou, dat scheelt weer een slok op een borrel en dat maakt een boel goed van deze camperplaats.

Nu staan we in het middeleeuws dorpje Saint Antoine l´ Abbaye dat we morgen gaan bekijken, nu hebben we geen zin meer.

27 augustus 2018

Zoals de naam al aangeeft, bestaat het dorpje uit een hele grote abdij annex kathedraal met wat schattige huisjes eromheen. Veel bloemen, een lommerrijk plein, een bakker en een boetiekje. Het is wel klauteren om er te komen, maar het loont de moeite. Maar nu komen we uit Grenoble. Daar was een camperplaats voor 5 campers, er stonden er wel 15. Het was dus buik inhouden. Naast ons was een brandweer-ambulance-station waar loeiende alarmsirenes om de haverklap onheil aankondigden. We hielden ons hart vast voor de nacht, stel je voor de hele nacht dat geloei… maar het viel mee, rustig geslapen. Wel was het dringen ´s morgens bij de serviceplaats, waar water ingenomen kon worden. Helaas leek de kraan wel een oud mannetje, geen krachtige straal maar langzaam gedruppel, we hebben zo ongeveer een uur gewacht voor ons tankje vol gedruppeld was.

Daarna koersten wij richting Briançon, waar we nu staan. Als we van tevoren zouden hebben geweten dat de Alpen zó oogverblindend mooi zijn, dan hadden we ons er nog meer op verheugd. We zijn echte verwende kikkers, want we kennen Noorwegen. Kunnen de Alpen echt nóg indrukwekkender zijn? Nou, geloof me, deze Alpen kunnen zeker wedijveren met de mooiste bergen van Noorwegen. Wat een prachtroute. Op tweeduizend meter hoogte crossen we met onze Hymer langs besneeuwde vlaktes, langs gletsjers, langs watervallen, ruig stromende beekjes, boven de boomgrens uit. Na elke bocht jubel ik het uit. Zó mooi is deze Route des Grandes Alpes, een regelrechte aanrader, zelfs voor zeer verwende reizigers is dit een adembenemende verrassing.

Het is duidelijk dat de Tour de France hier een ontploffing van enthousiasme teweeg heeft gebracht. De loodzware route omhoog wordt door menige zwetende hijgende wielrenner moeizaam en stapvoets bedwongen. Het is stikheet, dat maakt het nog zwaarder. Ik begrijp niet wat iemand eraan vindt om zichzelf zo te kastijden, maar ze vragen het mij niet. Ze zwoegen, trappen, zweten, zuchten en steunen, maar ze komen boven en dát zal de voldoening wel zijn, vermoed ik.

De dorpjes die we passeren vind ik minder. Ik houd niet zo van die keurig gelakte houten chalets met balkonnetjes volgehangen met geraniums, perfect geschoren gazonnetjes ervoor en overal schreeuwerige reclameborden dat je daar zo lekker kunt eten. Echt een wintersportgebied, maar nu in de zomer is er niet veel aan. Althans, vind ik.

28 augustus 2018

Vandaag steigert de Hymer weer de bergen op. Dit keer op bergen van 3.000 mtr, hoogte. Wat een uitzicht heb je hier. Er is een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs in Europa had ik begrepen, nou, mijn Egbert is een natuurtalent. Als een berggeit klimt hij de smalle wegen op. Voor een griezelige haarspeldbocht draait hij zijn hand niet om. In uiterste concentratie roept hij af en toe ¨Bar, nu even niet praten!” Ik vind het moeilijker om niet te mogen jubelen, dan dat hij het sturen vindt blijkbaar.

Wat gebeurde er vandaag? We zijn op weg naar een plaatsje met een onuitsprekelijke naam. ´Rechtsaf´ roept de Garmin, ´Linksaf´ de Tomtom, zoals vaker gebeurt. We kiezen voor de Garmin (die leidt ons uiteindelijk via bredere wegen) en slaan dan rechtsaf. Maar de weg wordt steeds smaller en stijgt angstaanjagend. Op de kaart zie ik dat die berg 3000 mtr. hoog is en tot mijn schrik zie ik dat de weg doodlopend is. Fout dus, maar draaien is onmogelijk. We hebben maar één keus: doorrijden of doorrijden. En daar gaan we dan, met de moed der wanhoop. Opeens zien we een huis, hoi, hier is ruimte om te draaien, gelukkig. Gered!

We rijden het hele stuk terug, dalen en schakelen, maar we komen heelhuids aan bij het beginpunt waar het fout ging en daar proberen we de door de Tomtom aangegeven route. Dat is de goede. De weg is echter zó slecht, dat we hotsen en klotsen. Als we op de plek van bestemming aankomen voelen we ons net een geklutst ei. Vreselijk wat een Italiaanse ramp zijn die binnenwegen. Zodra we bij een tolweg komen, zullen we daar – geheel tegen onze gewoonte in -  zeker gebruik van gaan maken. Morgen meer.

P.S. Volgens mij kun je de foto van het palais idéal hier bekijken:

https://www.google.it/search?q=palais+id%C3%A9al+in+hauterives&tbm=isch&source=iu&ictx=1&fir=D2NPoDuqRGA-CM%252CAAAAAAAAAAABAM%252C_&usg=__sLvmdQUBICLgrzxO-9hcAtNC1NY%3D&sa=X&ved=2ahUKEwi8zpOSxpLdAhWEjywKHXhaAvEQuqIBMA56BAgJEAk&biw=1094&bih=488#imgrc=oYVcuMtvtEeDFM:

30 augustus 2018

We staan in Fiorenzuola d´Arda in de buurt van Salsamaggiore (ofwel ergens bij Parma). Vandaag rijden we door naar Viareggio waar we ´de NKC-groep´ ontmoeten. We hebben dus een grote omweg gemaakt omdat de brug van Genua is ingestort, reden waarom ik mijn hart vasthoudt bij de vele viaducten die we vandaag moeten nemen.

We kregen via de groepsapp bericht dat er al een paar medereizigers op de camping Viareggio zijn aangekomen. Morgen hebben we een georganiseerd welkomstdiner. We zijn razend benieuwd hoe dat gaat. In het reisboek staan tips: zaterdag varen we over, de tocht duur 4,5 uur, neem boterhammen en drinken mee, aan boord is het duur. Ik kijk in de diepvries, geen brood meer. In het dorpje hier is vast wel een bakker en ja hoor, aan het pleintje bij het oude klooster onder een megagrote lindenboom hangt een bord ´prodotti alimentario´.

Ik commandeer Laika te gaan zitten en maan haar “wachten!” Na enig aandringen doet zij wat ik zeg. De winkel staat redelijk vol, het is waarschijnlijk de enige winkel in het gehucht. Als Laika trouw zit te wachten begint er een klant te applaudisseren. Zo´n gehoorzame hond verdient applaus! Dit applaus zet de andere aanwezigen aan tot een praatje met mij. Help, ik versta er niets van, maar laat dit niet merken. Het gaat over Laika, dat begrijp ik wel, en er roept iemand knikkend naar het schatje ´bravo, bravo!´ en dát snap ik ook. Als ze merken dat ze van mij geen antwoord krijgen (alleen maar een vriendelijk lachje) gaan ze met elkaar aan de gang en zo werd het toch nog gezellig!

De Italiaanse winkelier lijkt druiven per stuk te verkopen zo langzaam gaat het. In elk geval verkoopt hij wel boterhammen per stuk. Er ligt één brood van een meter lang op een plank. Als ik na enige tijd aan de beurt ben wijs ik daarop en vraag ik of ik daar een stuk van kan krijgen. Ja hoor, dat kan. Zo lang? Of zo lang? Met zijn mes geeft hij de lengte aan. Ja, doe maar zo lang. Ik wijs naar de snijmachine, en vraag of er plakken van gesneden kunnen worden. Ja, ook dat kan, maar niet met de machine. Meneer zwaait met het mes en begint een paar fikse hompen af te snijden. ¨Ik snij zelf wel¨ probeer ik hem tegen te houden, maar nee ¨servizio signora¨ en hij snijdt lustig door, grote stappen gauw thuis. Acht boterhammen tel ik, voor twee euro. ´t Is te geef.

Om vier uur komen we aan in Viareggio op de camping. Ik denk dat we de laatsten zijn, want bij de receptie roepen ze al ¨Bent u Van Wiek van de NKC?¨ Wat worden we hartelijk ontvangen door de mensen van de groep! Ik verbaas me dat zo veel NKC-ers onze naam weten! Tijdens het kennismakingsweekend hebben we wel met iedereen kennisgemaakt, maar ik onthoud niet alle namen, ik ben al blij als ik gezichten onthoud.

Enfin, we vinden een zanderig plaatsje onder bomen. De camper ligt binnen een mum vol met zand. Zo´n camping is wel weer even wennen voor ons, we staan altijd op camperplaatsen en echt waar, hier is het heel anders dan op een camperplaats. Kinderen krioelen luidruchtig om ons heen, Laika mag niet loslopen, buurman die op anderhalve meter afstand zit, is aan het barbecueën waarbij dikke stinkende rookwolken over de hele camping waaien. Diezelfde buurman (vol tatoeages), heeft een slingertje bontgekleurde kerstboomlampjes aan zijn luifel gehangen ter verhoging van de feestvreugde. Ze knipperen zenuwachtig aan en uit. Is dat leuk? De tv kan niet aan, want we hebben een plek met bomen, dus geen ontvangst. We staan vlakbij het toiletgebouw en zien de mensen met hoge nood in en uit lopen. Leuk? Ach, misschien wel, maar nu is het nog even wennen.

Vanmiddag briefing met een welkomstborrel en instructies voor inscheping naar Corsica morgenvroeg om acht uur. Het is een uur rijden naar de haven van  Livorno, en je moet er een uur van tevoren zijn, dat wordt dus een vroegertje.  Laika mazzelt wel als enige hond in het gezelschap. Ze wordt al bestempeld tot NKC-mascotte en ze laat zich alle aaitjes en knuffeltjes met graagte welgevallen.

1 september 2018

Andere keren gingen we altijd goed voorbereid op pad. We wisten wat we wilden zien, organiseerden van alles en lazen ons goed in. Nu niet. Door omstandigheden hebben wij ons er wat gemakkelijk vanaf gemaakt, alles is geregeld, het is een georganiseerde reis, maar tot nu toe bevalt het ons prima. In het grote reisboek dat we kregen, staat precies waar we heen gaan, wat we gaan doen, wat interessant is en waar we op moeten letten. Heerlijk,  helemaal uitgestippeld. We waren wat bang dat dit onze zelfstandigheid een deuk zou bezorgen, maar dat is toch niet zo. Het is niet eens een kwestie van wennen, het gaat gewoon vanzelf. Het is een leuke groep mensen, het klikte eigenlijk gelijk al.

Een bustocht van een hele dag stond vandaag op het programma. Om kwart voor negen stond er een flinke bus bij de receptie. We geven Laika een laatste instructie ¨jij moet op het huis passen” en stappen dan de bus in. Eerlijk is eerlijk, een beetje zielig voor Laika vonden we dat wel, maar het moest maar.

Op dat moment wisten we nog niet dat de weg die we te gaan hadden zó smal en zo bochtig was en zo hoog door de bergen. Ook niet dat er zulke diepe ravijnen vlak naast de weg waren. Hier en daar in de diepte lag een neergestorte auto! Gelukkig kende onze chauffeur de breedte van zijn bus blijkbaar heel exact, maar een beetje griezelig vond ik het wel hoor. Daar staat tegenover dat de mooiste vergezichten voor ons lagen, de lieflijkste dorpjes met de vele bloemen, we passeerden schattige kerkjes uit de tijd van de moren, wel vinden we beiden het eiland erg toeristisch, niet erg irritant, maar een beetje weinig authentiek is het wel. Maar dat geeft niet, het betekent ook wel weer dat er veel knusse terrasjes te vinden zijn en veel leuke winkeltjes. Vooruit dan maar. 

Een heerlijke maaltijd stond al voor ons klaar in één van de vele leuke restaurantjes onderweg, helemaal leuk en goed. En toen gauw terug naar de camping, die ons dit keer veel beter bevalt dan de vorige. Kortom, er zijn pas twee dagen georganiseerd verstreken, maar die beloven veel goeds. Morgen vrije dag, we brengen de fietsen in stelling.

Woensdag 5 september 2018

Calvi is een iets groter kustplaatsje dan de meeste kustdorpjes, dat gaan we dus bezoeken. Egbert tilt de fietsen van de drager en even later fietsen we over de vreselijk drukke kustweg. Doodeng. Het is een smalle weg, de auto´s scheren vlak langs je heen. Maar we halen Calvi heelhuids, zetten de fietsen op slot en gaan lopend verder. Boven de stad uit torent de Belvedère, een megagroot verdedigingswerk zoals zovele op Corsica, want de geschiedenisboekjes staan boordevol met oorlogen, piraterij, plunderingen enz. waartegen de Corsicanen zich door de eeuwen heen hebben moeten verzetten. Om de Belvedère heen is de oude stad, dáár moeten we dus zijn en dat betekent naar boven. Klauteren en klimmen. Het is behoorlijk hoog, en behoorlijk warm, maar voor echte Hollanders geldt: ¨ik worstel en kom boven.¨ En zo geschiedde….

Of het daarboven de moeite van het klauteren waard was? Nou…. Ik ben wel blij dat we het gezien hebben, maar spectaculair…nee, niet echt. Het uitzicht is er wel heel mooi, maar we waren er gauw uitgekeken en daalden dus snel weer af naar het beneden gelegen stadje. Daar zijn we het winkelstraatje ingedoken. Jurkjes, bloesjes, zonnehoeden, badlakens, souvenirs, pfff…. maar vooral veel eettentjes, ijszaakjes met schreeuwerige borden, toeristische commercie, en opeens staan we voor een kerk. Hij is nog open ook, dus wij naar binnen. Heerlijk koel, alleen daarvoor al… Als we weer naar buiten lopen valt de warmte op ons, en dat doet ons besluiten huiswaarts te fietsen weer langs die drukke autoweg.

Het water loopt ons over de rug en ik neem een duik in het zwembad van de camping, Egbert gaat douchen. Om vijf uur gaan we gezellig borrelen met de groep, maar er is nog wel tijd voor een seniormomentje, zodat we om vijf uur fris en fruitig op de borrel aankomen. “De wijn moet op” zegt Gerard “anders moet ik het allemaal weer meeslepen, dus doe je best!” Betsie sleept met bakken vol kaasjes, stukjes worst en pinda´s. En wat denk je wie de grootste afnemer is? Onze Laika! Die kleine vrolijke dame windt iedereen om haar pootje en met haar charme troggelt ze menig stukje worst af. Een echte femme fatale!

Donderdag 6 september 2018.

Wat een schitterende tocht hebben we vandaag gemaakt. We stonden vaker stil dan dat we reden, want uitzichtpunten kun je natuurlijk niet voorbij rijden. Terwijl we zo staan te smullen van de hoge bergen en de diepe dalen, komt er een Nederlander met een hondje bij ons buurten. “We zijn hier al zes dagen en ik heb niet één Nederlandse camper gezien, en opeens…. zijn er zoveel! Is er een schip met NKC-campers aangekomen of zo?” Grappig he? Hij vertelde ook dat hij vanmorgen had getankt, de pompbediende kwam hem helpen, heel vriendelijk, hij bedankte hem daarvoor hartelijk. Maar…. de prijs van een liter diesel is normaal 1,53 en hij moest 2,--per liter betalen. Dankzij de hulp van die vriendelijke pompbediende. 

Op de app ontvingen wij het lugubere bericht dat één van onze medereizigers een verstekeling aan boord had: een slang! Hoe griezelig kun je het hebben, maar Edward wist dat er geen gifslangen op Corsica voorkomen. Nou ja, het blijft eng, maar dit neemt wel de ergste rillingen weg. 

De route was uitgestippeld: van Calvi naar Ajaccio, kriskras door het bergachtige land, via een rode weg, maar Hugo kwam op het idee om de veel avontuurlijkere gele weg te nemen. Hij kreeg medestanders, en zo ging de ene helft linksaf en de andere rechtsaf. Dat is nou zo leuk, alles kan en mag. Maar wij-zelf vonden deze rode weg avontuurlijk genoeg en ook mooi genoeg ook, dus volgden wij gehoorzaam de uitgestippelde weg. Schitterend!! Morgen gaan we Ajaccio bekijken, om half elf gaat de bus.

Vrijdag 7 september 2019

Ajaccio, een exotischer naam kun je niet bedenken. Ik had me erop verheugd, de stad te bekijken waar Napoleon geboren is. Vanmorgen togen we de stad in nadat Gerard even ons geheugen had opgefrist over Napoleon´s levensloop. Dat hij met negen jaar al naar Frankrijk ging om de Franse taal te leren (hij sprak Corsicaans) en op zijn elfde jaar zat hij al op een militaire academie, met zijn zestiende was hij al iets hoogs in het leger en dát zorgde ervoor dat hij het ook hoog in zijn bol kreeg. Het ging hem enorm voor de wind, en net als Hitler ontwikkelde hij een enorme expansiedrift, de hele wereld wilde hij innemen en een paar overwinningen sterkten hem daarin. Gerard vertelde over Napoleons jammerlijke afgang in Rusland, het land met de verschroeide aarde, zijn verbanning naar Elba, zijn ontsnapping, de hernieuwde pogingen om Frankrijk groot te maken die uiteindelijk mislukten en daarna zijn verbanning naar St. Helena. Ach, we kennen het verhaal wel, maar het was toch wat weggezakt.

Hoewel heel Corsica Napoleon ademt, vereert met standbeelden, monumenten zo ongeveer op iedere hoek van de straat, verbaast het ons zeer dat dit zo is. Hij was uiteindelijk iemand die honderdduizenden doden op zijn geweten had. Net zoiets als Hitler, alleen de Holocaust niet, maar een boef was het wel. Bovendien waren de Corsicanen helemaal niet blij met hem. Hij had helemaal niets gedaan om Corsica te helpen zelfstandig te worden, wat ze zo graag wilden, nee, Napoleon verloochende zijn redelijk eenvoudige afkomst al was zijn familie wel adellijk, maar dan toch zeker was het verarmde adel. Daar boogde Napoleon niet op, dus de Corsicanen zijn best een beetje boos op hem, maar daar merk je niets van want bijna elke straat, plein, kerk, museum, ga maar door, straalt Napoleons glorie uit. Hoe kan dit? Waarom is dit?  Het levert natuurlijk best wel veel inkomsten op, de toeristen betalen grif goud geld om zijn monument te kunnen bekijken, zijn geboortehuis, het bed waarin hij eenmaal geslapen heeft en spulletjes waarmee hij zich omringd heeft. Napoleons hoogmoed die hem ertoe dreef zichzelf tot keizer te benoemen… Tja, en dat voor zo´n schurk! Zo zie je maar Hoogmoed komt (niet altijd) voor de val. Of uiteindelijk toch wel?

In elk geval hebben wij Ajaccio bekeken en ik moet zeggen, het is een aardige stad. Niet uitzonderlijk mooi, ook niet veel bijzonders te zien. Je bent er vrij snel uitgekeken, weer erg veel van hetzelfde: toeristische commercie, winkeltjes met allemaal dezelfde prullen, en werkelijk ik heb nog nooit zoveel terrasjes in een stad gezien als hier. De warmte dwong ons van schaduwplekje naar schaduwplekje te springen, tot we er genoeg van hadden en toen hebben we (een beetje van ellende) maar een toeristentreintje genomen om het monument van Napoleon een heel eind verderop, te gaan bekijken. Zo´n stuk lopen zagen we niet meer zitten in de hitte en ik ben blij het monument dat op elke reisgids staat afgebeeld, te hebben gezien, al moesten we daarvoor wel met zo´n stom treintje!

Arme Laika was de hele dag alleen in de camper, maar ze had het daar beter dan in Ajaccio in de brandende zon, alleen beseft ze dat niet, ben ik bang.

zaterdag 8 september 2018

Het is negen uur precies als de bus, bestuurd door Messy, een mooie jonge dame, van de camping afrijdt en wij verwachtingsvol de excursie beginnen. We nemen deel aan een dagtocht door het mooiste deel van Corsica Sagona, Cargese, Piana, Porto, Vico, enz. een mooi blond Duits meisje is de gids, zij gaat ons alles vertellen over de streek, de cultuur, de geschiedenis enz.

De route voert over de D81, de weg die sommigen van onze groep hadden gereden in plaats van de beschreven weg, en die mensen wisten ons te vertellen dat het een supermooie route is langs Les Calanches, adembenemende bergen met bijzondere rotsformaties, maar dat de weg wel erg smal en redelijk gevaarlijk is. Owee.

Nou, dát klop, maar de lieftallige chauffeuse draaide haar hand niet om voor een robbertje draaien en kronkelen over de smalle weg, waarbij zij tegenliggers regelmatig dwingt achteruit te rijden omdat wij eraan kwamen. Soms wel met zes auto´s tegelijk. Soms was het kielekiele: kan het net wel, of kan het net niet? Niemand mopperde, maar wij zaten met kromme tenen en vol afgrijzen naar de diepe ravijnen pal naast onze wielen te kijken. Het ging goed. De kleine charmante Messy had alles onder controle en zo konden wij Les Calanches goed bekijken.

Daarvoor kwamen we ogen tekort. Tjonge wat een schoonheid, wat een adembenemende natuur, wat hoog zijn de bergen (wel 3.000 mtr), wat veel schitterende planten, waar onze gids van alles over vertelde en dan de vele dieren die hier frank en vrij loslopen.

Wij als passagiers hadden maar één taak: al die schoonheid in ons opnemen en foto´s maken. Daar hadden we het dan ook behoorlijk druk mee, maar dat deden we met veel plezier, helemáál toen we geconfronteerd werden met een wegversperring, een hele file, veroorzaakt door een kudde varkens die lui en onbeweeglijk midden op de smalle bergweg siësta hield. De zwijnen voelden zich hier heer en meester en waren echt niet van plan om opzij te gaan. Dit is hun domein, dus voor de gemotoriseerde weggebruikers zat er niets anders op dan te proberen om de dieren heen te laveren, wat de varkens heel normaal vonden. Sommige optimistische bestuurders deden nog een poging om ze weg te jagen/schoppen, maar nee…. zwijnen zijn consequent: nee is nee.

In Cargese staan twee kerken, een Rooms Katholieke en een Grieks Orthodoxe, beide geleid door één RK priester, sinds de Griekse leider is gestorven. De kerken lijken elkaar aan te kijken, de voordeuren recht tegenover elkaar met een ondiepe kloof ertussen. Beide met een schattig pleintje ervoor, een mooie lommerrijke boom, een houten bankje, maar vooral het fabelachtige uitzicht over de diepblauwe zee aan de voet van de rots. Wat een weldadige rust, zo mooi, echt zo´n sereen plekje waar alleen de vogeltjes het hoogste woord hebben, tenminste als de NKC-bus weer vertrokken is.

Dan beginnen onze magen te knorren en daar weten de Corsicanen wel een oplossing voor. Een verrukkelijke maaltijd wordt er voor ons aangerukt in een aantrekkelijk restaurantje. Het is spaghetti met van alles erop. Om die lange slierten een beetje fatsoenlijk naar binnen te werken is nog geen appeltje eitje, daar moet echt wel even op geoefend worden, en dát gebeurt comme il faut onder de deskundige leiding van Betsy die het klappen van de zweep wel kent.

Na een kopje koffie nemen we voldaan weer plaats in de bus voor het tweede deel van de rit, dat naar mijn mening nooit zo mooi kan zijn als het eerste deel, want dát was zó schitterend, maar daar had ik het toch wel mis mee. Het tweede deel van de rit was net zo mooi als het eerste, maar dan anders. Kortom, het was smikkelen en smullen van zoveel moois.

Precies op tijd stonden we om zes uur weer op de camping waar onze kleine Laika wel wat erg lang de camper bewaakte, maar haar vreugde, dat wij überhaupt terugkwamen, was groot en een lekker hapje als beloning maakte ook veel goed. Een klein hondenbekkie is gauw gevuld. En zo is er een einde gekomen aan alweer een zalige dag.

Maandag 10 september 2018.

Er zijn twee campers bij onze groep, die lijken op luxe touringcars, net zo groot en net zo hoog. Dat betekent dat zij niet kunnen meeloten, zoals alle anderen, voor een eerlijk plekje op de camping. Zij hebben meer ruimte nodig en er mag geen boom met lage takken op dat plekje staan. Dát betekent dat zij vaker onbelemmerd de tv-satellietsignalen op hun schotel kunnen ontvangen, en dát betekent dat zij gisteravond hun ruime plek wel moesten omtoveren tot een soort bioscoopsetting. Nederland-Frankrijk voetbalwedstrijd zou om negen uur op de tv zijn en dáárvoor wil de gemiddelde NKC-er wel met een stoeltje slepen. Overdag liep Martin  al met een schroevendraaier en draadjes druistig te doen, en Karin stapelde de ene plastic bak op de andere, totdat er een stellage was ontstaan waar de televisie op kon staan. Plek zat op Martin-Karins-terrein dus daar zat de gedecimeerde groep in bioscoop-opstelling, want niet iedereen wilde de martelgang van oranje live volgen. Want dat het een martelgang zou worden daar was zelfs de meest optimistische NKC-er het wel over eens. “Ze worden afgemaakt” en “langer dan tot de pauze hoeven we niet te kijken….” Van die dingen klonken er over de camping.

Wij-zelf staan onder een voor de satelliet ondoordringbare eucalyptusboom, dus ook wij zaten in Martins bioscoop te genieten van het veel fraaiere oranje-spel dan dat al die pessimisten hadden voorspeld. Ja goed, we hebben verloren 1-2, maar tegen een wereldkampioen als Frankrijk…??? En dát terwijl Frankrijk bevoorrecht werd, want dat delict van die ene voetballer was toch echt een rooie kaart! Zeker weten. Maar onze boys hebben zich kranig geweerd, we zijn er hartstikke trots op.

En nu is het weer maandag. Wasdag. Omdat er gisteren een wasmachine op de camping vrij was, en wij de zondag niet persé als rustdag handhaven, draaide mijn wasje gisteren al  door het sop en wapperen de T-shirtjes al de hele nacht aan een geïmproviseerd drooglijntje. Door de grote hitte elke dag weer, vliegen de T-shirtjes van hun keurige stapeltje en belanden ze binnen de kortste keren vol met mensengeurtjes in de wasmand. We zijn niet zo erg gevoelig voor een vlekje meer of minder, maar volgezweten T-shirts…. nee…

Gisteravond hebben we de Middellandse Zee bezwommen. O, wat heerlijk, wat heerlijk. De rit gisteren van Ajaccio naar hier Ghisonaccia is weer alle superlatieven waard, zo mooi, maar de hitte ook, dus zochten we verkoeling en stapten we zo zonder blikken of blozen in het zoute water. Dat zout vind ik persoonlijk iets minder, maar mensen… die temperatuur… dat heldere water… dat zachte warme zand… heerlijk, heerlijk. Laika vond het minder, want die moest aan een paaltje vastgebonden worden. Onze held Laika is bang voor alles wat zij niet kent, dus ook voor omrollende brandings-golfjes. Ze vluchtte angstig alle kanten op en omdat wij rustig even wilden zwemmen, werd de vastbindmethode toegepast.

Van rustig zwemmen kwam trouwens niet zo heel veel, want we merkten dat we heel langzaam door een lichte stroming zee-inwaarts gezogen werden. Dat was dus oppassen. En terwijl we zo op ons hoede zijn voor wegdrijven, zien we opeens onze kleren, inclusief Egberts klompen, in het water wegdrijven. Die hadden we op een keurig stapeltje op het strand (te dicht bij het water) gelegd. Een dikke golf had zich daarover ontfermd en nu moesten wij maar weer zien de spulletjes in veiligheid te brengen. Dat was nog niet zo heel eenvoudig, want lopen tegen een stroming in, door zand waarin je wegzakt tot aan je knieën….  maar het lukte, en zodoende heb ik nu ook weer iets te vertellen. Toch? Wat is een reisverhaal waarin niets te vertellen is?

Vandaag rustdag, dus….. luieren.

12 september 2018

Een drukke dag vandaag. Onze laatste dag op Corsica. Nee toch? Ja toch! De tijd vliegt,  zeker als er mooie dingen gebeuren. Morgen varen we over naar Sardinië. Omdat de veerman niet zijn hele veerboot vol met NKC-ers wil hebben, (want dan kunnen er geen ´gewone klantjes´ meer met hem mee) heeft Gerard de groep opgesplitst in groep 1 en groep 2. Groep 1 heeft pech, die moet vroeg uit de veren, wij zitten in groep 2 wij mogen dus een uurtje langer van Corsica en van ons bed genieten.

Maar vandaag was wel een afscheidsfeestje voor Corsica,  hoor. We waren in Bonifacio. We hadden ons er niets van voorgesteld, want zoals ik al eerder had gemeld vonden wij de Corsicaanse natuur adembenemend, maar de plaatsjes….. ach…. Als je er één gezien hebt, heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Ze zijn heel toeristisch en een beetje erg gericht op de portemonnee van de toeristen. Dat is wel logisch, want de Corsicanen moeten het van het toerisme hebben, er is nauwelijks industrie, er is geen bedrijvigheid alleen maar toerisme en daarom is de toerist koning.

Bonifacio daar waren we vandaag. In tegenstelling tot al de andere plaatsjes, is dit een leuk plaatsje. Ook wel hordes achter elkaar aan slenterende toeristen, maar er is veel leuks te zien, de straatjes, de hele oude huizen, alles hoog op een berg en gelukkig bracht zo´n suffig toeristentreintje (met een namaak locomotief ervoor) ons naar boven. We beginnen die stomme treintjes toch te waarderen want het scheelt wél een heleboel zweetdruppeltjes. Het was vandaag uitzonderlijk heet, stel je voor je moet naar die bovenstad lopen…! Het treintje zette ons dus boven af bij de ingang van een klein winkelstraatje. “Owee, daar gaan we weer,” dachten we, maar het was toch wel leuk. Hele oude huizen, hele oude kerken, hele oude trappen en kinderkopjes op de straatbodem, maar vooral het uitzicht over de zee… zo mooi, in de verte zie je Sardinië. Er is een Belvédère zo groot imposant, vandaaruit werd de vijand in de gaten gehouden.

Er kwam net een schip binnenvaren in de natuurlijke haven van 1,1 km lang, een soort fjord, dat schip is van een meneer die de oprichter is van een fotobewerkingsprogramma op internet. Het is nogal goed in de smaak gevallen blijkbaar, want de meneer heeft grif tachtig miljoen voor het scheepje neergeteld en geniet nu van de aanblik van zijn tienkoppige vaste bemanning die aan het poetsen is, en touwen knoopt enz. Alle personeel is gekleed in een soort fotobewerkings-uniform zodat je goed kunt zien dat het personeel is. Lekker decadente boel en echt, heus, dit is geen jaloezie van mij.

Het mooiste kwam ook nog. Om twee uur had Gerard een schip geronseld (niet zoals de man van tachtig miljoen) maar een lekker bootje waar we met z´n veertigen in konden om te genieten van het kristalheldere water, van de speciale rotsen, heel ver in de hoogte zagen we Bonifacio liggen, de stad die we van onder en van boven, van binnen en van buiten hebben gefotografeerd. De vele grotten waar de boot zomaar gewoon in kon varen, de Blue Lagoonstrandjes, de vissen die we bijna konden tellen, ge-wel-dig, super-de-super. Enige minpuntje was de temperatuur. Mijn hemel wat was het warm, verzengend, maar goed we zijn dapper en trotseren dit ongemak om al dit moois te kunnen bekijken.

Om vier uur stak Egbert de sleutel in de camperdeur en daar kwam onmiddellijk een klein bruin schatteboutje uit rollen. In de camper 34 graden, arme beest, en desondanks was hij toch weer zo dankbaar en blij. Morgen dus over naar Sardinië, een beetje weemoedig, maar ook benieuwd wat ons daar te wachten staat.

Donderdag 13 september 2018

Precies volgens afspraak staan we op de kade, maar de incheckbalie is nog niet bemand. We moeten even wachten. De  halve NKC-club zit op een bankje voor de receptie te wachten op enige beweging in het kantoortje. Ik ook. We gebben wat en er wordt koffie geschonken. Opeens word ik op mijn schouder geklopt. Een officieel uitziende man met een automaatje om zijn schouder vraagt mij welke camper van ons is. Ik ben stomverbaasd, we zitten daar met z´n allen en mij pikt hij eruit? Is dit verdacht? Wat moet ik hiervan denken. ”Waarom vraagt u dat?” antwoord ik. “Welke camper is van u?” Ik wijs met mijn hand, dáár helemaal achteraan. “Kom, dan gaan we daarheen.” Barbara pas op, schiet er door mij heen. Maar we lopen toch richting onze camper en ik zie Egbert achter ons aan komen. Gelukkig maar, want ik vond dit heel vreemd. De andere NKC-ers gaan naar de receptie en ik sta daar met die man…

Bij de camper aangekomen tikt hij ons kenteken in zijn automaatje. Er rolt een sticker uit en die moet op het raam geplakt worden. “En wat nu” vraag ik hem wat onnozel. “Nu niks, het is klaar, u kunt straks gewoon de boot op!” Moet ik dan niet inchecken, vraag ik nog eens, hij begint te lachen, nee hoor, dat is bij deze gebeurd.

Als hij wil weglopen pak ik hem beet bij zijn schouder. “Waarom pikt u mij eruit, we zitten daar met z´n allen, en alleen mij checkt u in, ik begrijp het niet!” Hij begint weer te lachen “U bent vast the boss, he? Zo ziet u eruit, en ik dacht gewoon die mooie mevrouw moet ik hebben.” Nou ja! Ben je 74! Wat overkomt mij nou!

Enfin, zonder enig probleem komen we op de boot, we lopen de smalle trap op naar boven en even later vaart de boot uit. Arme Laikaatje heeft het niet meer van ellende. Ze bibbert en trilt, oortjes plat in haar nek, ze maakt zich zo klein mogelijk en verandert van een vrolijk dartelend hondje in een zielig hoopje ellende. De gehalveerde groep NKC-ers ontfermt zich over haar. Iedereen heeft met haar te doen. Ze heeft nog nooit in korte tijd zoveel kriebeltjes, krabbeltjes en aaitjes gekregen als nu, maar niets helpt. Zodoende heb ik de hele (50 min) overtocht wijdbeens met een bibberend stukje hond doorgebracht, zodat ze kon “schuilen” onder mijn rustgevende benen.  

We zijn heelhuids in Sardinië op de camping aangekomen. Die schat van een Gerard heeft een plekje onder een afdakje geregeld, want morgen moet Laika weer de hele dag alleen blijven en op het huis passen en de zon wordt door het afdakje geblokt. Prima. Egbert scharrelt nog wat heen en weer met de camper, als hij opeens een harde knal hoort. Owee, hij was vergeten dat de stroomdraad er al aanzat en die trok de hele elektrische aansluiting van de camper kapot. Owee, de aansluiting gescheurd, draadjes kapot, au, au!

Geluk bij een ongeluk was dat Gerard toevallig getuige was van dit debacle, en Gerard heeft blijkbaar gouden handjes. Hij snelde naar zijn camper om zijn gereedschapskist te pakken. Terwijl Egbert nog naarstig op zoek was naar een schroevendraaier die wij toch echt heus ook wel ergens in de camper hebben, kwam Gerard al aan met een complete uitrusting! Hij draaide wat, mopperde niet eens, niet één keer zelfs, en toen was de elektra weer gerepareerd. Heerlijk zulke handige mannen. Sorry Egbert, jij hebt ook je kwaliteiten, maar dit soort akkevietjes zijn niks voor jou.

14 september 2018

Vanmorgen om half acht brandde de zon er al stevig op los. Het belooft alweer een bloedhete dag te worden. Ik liep op het veldje achter de camping want Laika moest even goed uitgelaten worden, wij hebben een excursiedag met een bus. Om negen uur geven we de kleine krummel een knuffel en dan stappen met z´n allen in de bus, die via en schitterende kustweg richting onze eerste koffiestop koerst naar het kunstenaarsdorpje, San Pantaleo. Een heel vriendelijk dorp met veel bloemen en een oud kerkje aan een pleintje waar oleanders uitbundig bloeien. De koffie is heerlijk en dan gaat het verder door een schitterend landschap met hoge bergen met de meest grillige granieten rotsformaties.

Na de koffie komt een waar staaltje cultuur aan bod. Een opgraving waar wij vol bewondering naar kijken. In de omgeving van Arzachena is een heel Nuraghisch dorp opgegraven, Ik had nog nooit gehoord van een Nuraghisch volkje, maar dat leefde in het jaar 1600 vóór Chr. hier op Sardinië en waar ze woonden kunnen wij nu bekijken.

In Griekenland kwamen we ooit iemand tegen die ons vroeg wat wij van “al die ouwe stenen” vonden, hij vond er maar niks aan. Toen wij zeiden dat die ´oude stenen´ ons inzage geven in de oude culturen, antwoordde hij “ja, ik weet het wel, dat waren de piramides van de Farao´s!” Ja, ja.

Deze ¨ouwe stenen¨ getuigen nog steeds van een rijke oudheid en wij zijn blij dat ze nog bestaan en dat we ze mogen bekijken. Ze moeten gekoesterd worden en vooral goed bewaard. Al houd je helemaal niet van dit soort culturele hoogstandjes, het kan niet anders of hier krijg je er vast en zeker wel respect voor.

Vanaf deze historische plek loopt een wandelpad naar beneden, Egbert waagt zich eraan, want het zou een heel mooie route zijn, maar mij was het veel te warm, ik ging dus met een paar andere dames met de bus naar beneden waar we op de wandelaars wachtten en waar we gezamenlijk een Nuraghische tombe gingen bezoeken. Overal hoorden we de fototoestellen inzoomen en clicken. Zeer de moeite waard.

Huppekee… weer de bus in, op weg naar een wijnproeverij, waar we getrakteerd werden op een lunch, die een viersterrenmaaltijd genoemd kan worden. Heb ik ooit gedacht dat de Italiaanse keuken zich beperkt tot pasta en pizza, dan had ik het mooi mis. Dit was een maaltijd vol verrassingen en de wijn deed de rest. Aan tafel begon het al. Dachten wij met een rustige  groep NKC-ers op reis te zijn, nou vergeet het. De tongen kwamen los en het aanvankelijk zo rustige gezelschap veranderde allengs in een lachende, luidruchtige, vrolijk zingende groep. André Hazes was pontificaal aanwezig! Echt waar!

Nog even over mijn persoonlijke eerste indruk van Sardinië. Over de bouwstijl. Corsica vonden we qua bouwstijl echt lelijk. Allemaal grote vierkante blokken huizen met ramen en deuren, over het hele eiland zo ongeveer allemaal dezelfde huizen. Hier in Sardinië zijn de huizen veel fantasierijker, aantrekkelijker en veel leuker om te zien. Maar toen we daar iets over zeiden, antwoordde Edward dat dit ook wel het rijkere deel van Sardinië is, verderop zal het anders zijn. We wachten af en jullie horen het.

16 september 2018

Het is zondagavond, we komen net terug van een spektakel van jewelste. Bij Oliena staat een kerkje, piepklein maar o zo schattig. Een replica van de zwarte Madonna van de abdij De Montserrat bij Barcelona, is hier in dit kleine kerkje het trotse pronkstuk. Deze replica maakt dit kerkje tot een bedevaartskerkje. Het ligt aan de voet van een hoge berg verscholen tussen olijfbomen, prachtige planten en een plein ervoor waar gefeest wordt. Het is een bedevaartskerkje en dáár mag worden gedanst, gezongen, gegeten en gefeest. De NKC heeft dit super-idyllische plekje ontdekt en daar staan nu 22 campers te genieten van de sfeer. Vanavond hadden we een gezamenlijke maaltijd met de burgers van Oliena.

Wat ik me ervan moest voorstellen wist ik niet, maar nu weet ik hoe ze dat hier doen. Er is een grote ruimte met aan één wand van links tot rechts een enorm haardvuur. Daarvóór staan rekken vol met schapenvlees te roosteren, afgewisseld met spiesen kalfslappen. Vol ontzag bekijk ik het vlees als de kok opeens een stuk afsnijdt en mij dit hoogst persoonlijk in mijn snavel stopt. Ik proef… o wat lekker… o wat heerlijk… dat is toepasselijk voor deze plek: goddelijk!

De tafel hangt over van de heerlijkheden. Groente, pastaschotels, brood, vlees, fruit, ga zo maar door. Alles in overvloed. Een gitarist brengt de stemming er aardig in met zijn deuntjes en al gauw gaat de meute over op ´Geef mij maar Amsterdam’  en ´datte me toffe jonges zijn´… enz. Gerard is de zingende voorganger, in zijn kielzog Betsy, en de rest volgt luid en duidelijk.

Als de watermeloenen op zijn, de peren en perziken verorberd en de wijn is in de man, staat er op het knusse pleintje een kraampje met koffie, likeur, koek, en nog veel meer. Plaatselijke dansen werden opgevoerd, natuurlijk doen we mee, maar mij lukte het niet goed om in het ritme te komen met zoveel heerlijks in mijn buik.

Morgen vroeg op voor ons doen, we gaan een jeepsafari maken en dan ga ik ook verder met dit verhaal.

Maandag, 17 september Jeepsafari.

Zes grote landrovers boordevol met 42 uitbundige NKC-ers. Dat belooft een gezellige boel te worden, maar niet direct, want eerst moeten we ons zien te installeren in de krappe jeeps. Egbert heeft met zijn lange benen een kinderplaatsje achterin en moppert wat af. Helemaal toen de weg ophield en overging in iets wat niet op een weg leek, en wij heen en weer geschud werden zodanig dat ons bloed in onze aderen gekarnd werd. Af en toe een knal, dat was Egberts hoofd tegen het dak. Hij vond het helemaal niks. Maar toen kwamen we aan op het hoogste topje van de beklommen berg. Daar zat een Zwitsers echtpaar koffie te drinken. Lekker rustig en lekker stil zullen ze gedacht hebben, tja, en toen kwam de NKC-meute. Maar ja, het leven is niet altijd leuk, ook niet voor Zwitsers. Bij ons was Robin de Nederlandse gids die ons van alles vertelde daar boven op de berg, hoe arm de bevolking vroeger was, hoe de malaria heeft huisgehouden. Duizenden Sardijnen stierven eraan, totdat de Amerikanen het hele eiland volspoten met DDT en toen was het over. In al die jaren waren de mensen echter resistent geworden tegen de malariamug en dat is de reden waarom de mensen hier zo klein zijn.

Vanaf dat topje konden we de hele omgeving zien, allemaal dorpjes in het dal en in de verte. Wat een uitzicht, en wat heerlijk koel is het hier. Er staat nog een klein schaapsherdershutje waar ik me niets bij kan voorstellen hoe hier mensen, gezinnen in geleefd kunnen hebben, maar toch is het zo. Onvoorstelbaar.

Terug in de jeeps, Egbert weer zijn lange benen in zijn nek en zijn hoofd ingetrokken als een schildpad, richting koffie, en vandaaruit stond ons een grot te wachten. Een grot van kalksteen, waar Robin ook van alles over verteld, over verdwerging van de dieren, waar dat door kwam, over de bewoners enz. De grot ligt hoog in de berg en daar was je niet zomaar, daar moesten we echt wel even stevig voor in de benen. Maar de klauterpartij waar je U tegen zegt, was de moeite waard. In een grot waar ooit een waterstroom het gesteente heeft gevormd waar door de eeuwen heen druipstenen gevormd werden, die we nu kunnen bewonderen. Super, super, super.

En toen kwam het. De tocht vandaar naar een locatie ergens in the middle of nowhere waar schaapsherders onder een enorme olijfboom een maaltijd voor ons bereidden. Dat ging niet meer over een weg, nee dat kun je geen weg noemen, maar dat ging dwars door de ruigte over grove rotsblokken, boomstammen, diepe geulen, mijn hemel we  werden gecentrifugeerd. Arme Egbert op zijn kinderstoeltje, en het was nog niet zomaar over ook. Maar eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming maakte die alles goed. De meest verrukkelijke hapjes werden daar voor ons geserveerd. We hoeven ons  geen zorgen te maken over de Sardijnse keuken… die is grandioos. Ik denk dat de mensen hier eeuwig in de keuken staan zo uitgebreid als ze hier eten. Wij wisten het te waarderen, al heb ik moeite met alweer een klein varkentje dat het loodje heeft moeten leggen tegen deze overmacht van rammelende magen. Nou ja, het is niet anders en het was super.

Dat kan ik niet van de terugweg zeggen, die ging weer door diepe geulen en langs afschuwelijke hellingen, maar de kromme tenen konden we na een half uurtje weer rechten en toen was het avontuur afgelopen. Bij de camper gekomen was ons Laikaatje weer zó blij, en helemaal toen hij een stukje meegebracht vlees kreeg, alles wat hij ons ongetwijfeld verweet was daardoor vergeven en vergeten.

Woensdag 19 september 2018

We hebben te hard gejubeld over het weer. Het was tot nu toe zó fantastisch, elke dag zon, teveel zelfs, het was elke dag zó vreselijk heet dat het vaak niet aangenaam meer was. Tja, en als je daarover moppert dan zal je het weten ook, want gisteravond barstte er een onweer los dat zijn weerga niet kent. De camping (in Lido Orri) stroomde zowat de zee in, compleet met NKC-campers. Ik sliep overal doorheen, heb er niet veel van gemerkt, maar buurvrouw Riek zegt dat het water tot aan haar treeplank stond. Wauw, dat is heftig!

Vanmorgen scheen de zon weer een paar uurtjes, en die hebben we benut door een duik in zee te nemen aan het parelwitte strand hier 200 meter verderop. Heerlijk. Er kwam zomaar onverwacht een strandstoel op mijn pad en die was blij dat hij mij een plezier kon doen, dus koesterde ik me even een paar uurtjes heerlijk in het zonnetje op een strandstoel waarvan ik later hoorde dat die betaald had moeten worden, maar dat hoorde ik te laat en er kwam niemand incasseren.

20 september 2018

Vanmorgen was ik helemaal de weg kwijt. Niet figuurlijk maar letterlijk. Ik was met Laika gaan wandelen en raakte steeds verder van de camping verwijderd. Hoe ik ook zocht, ik herkende helemaal niets meer. Opeens kwam ik ergens op een heel afgelegen vies plekje terecht waar twee mannetjes bezig waren met schudden aan grote vuilniszakken. Achteraf begreep ik dat dit een camping verderop was, waar ze net als op onze camping het vuilnis scheiden. Er staan overal wel acht bakken op een rij, maar als de vuilnismannetjes zich onbespied wanen op dit afgelegen plekje, kwakken ze alles bij elkaar. Blijkbaar gaat het erom dat de gasten het idee hebben dat ze goed bezig zijn voor het milieu. Dat noem ik nou echte authentieke sjoemel-vuilnis!

De mannetjes schrokken zichtbaar toen ik opeens voor hun neus stond en ze wilden niets liever dan mij eigenhandig wegduwen. Geen pottenkijkers! Ik vertelde dat ik de verdwaald was. Dat kon ze niets schelen, als ik maar ophoepelde van die plek. De mannetjes zaten op de grond met dat vuilnis te prutten, maar één stond er op: ¨Camping Cigno Bianco?” vroeg hij. Ik heb geen idee hoe onze camping heet, maar twee woorden waren het wel, dus ik knik maar op goed geluk. “Oké, die kant op”. Mijn hemel, wat een  eind verderop! Bekaf kwam ik uiteindelijk terug op de camping waar Egbert zich al grote zorgen maakte en zenuwachtig heen en weer liep. Nou ja, eind goed, al goed. Hoi.

Nu zijn we onderweg naar Villasimius vlakbij Cagliari de hoofdstad. Onderweg stoppen we ergens op het mooiste plekje van Sardinië, aan de zee met een Bounty-strandje voor ons neus, maar wel in de stromende regen. Gisteren is het weer omgeslagen van verzengend heet, naar onweer, afgewisseld met regen, hier en daar een bui, en ook nog eens af en toe neerslag.

We moeten tanken en vinden een tank met twee prijzen: bediend kost de diesel per liter € 1.699, zelf tanken € 1.501 per liter. Raad eens waarvoor wij kozen. Natuurlijk, we blijven Hollanders. We staan dus te schutteren bij de zelfbedieningspomp, maar hoe doen we dat? “Meneer, wilt u even helpen?”  Nee, dat wil meneer niet, want we willen toch zo nodig die twintig cent voor de bediening uitsparen? Precies op het moment dat de bediende een beetje hoopvol begint te kijken, komt er een aardige Duitser aan. Hij woont hier en weet van wanten. “Ich helfe Ihnen”. Ik geef hem de euroflapjes, hij schuift ze in een gleufje, drukt op een Italiaans knopje en ja hoor…. onze tank kan gevuld worden. De pomphouder stond erbij en keek ernaar, ergernisplooien om zijn neus. “Die gierige buitenlanders” zal hij gedacht hebben….

We denken een pizzaatje te gaan verschalken, maar nee, in Italië presenteren ze overdag geen pizza, alleen ´s avonds. Althans in de pizzeria waar wij waren. Vanavond dus nog eens een aanloopje nemen en zo niet…. Dan wordt het een boterham met ei.

Vrijdag 21 september 2018

We staan nu op een heel mooi plekje op de camping. Vlak voor het hek dat toegang verschaft tot het strand met uitzicht over de baai die omringd wordt door prachtige bergen. In de verte torent een torentje, hagelwit zand tussen je tenen, helderblauw water voor je neus, bontgekleurde vissersbootjes dobberen heen en weer. Het kan slechter. De zon brandt niet meer zo ongenadig, er hangen dreigende wolken boven ons hoofd, maar wij zien die als grote parasols, heerlijk, als ze hun buien maar elders loslaten.  Vandaag een rustdag, dat betekent achterstallig huishoudelijk werk, vooral erg kalm aan, en niet vergeten af en toe een duik te nemen. Het komt dus helemaal goed: wij vermaken ons wel.

 Deel 16 – zaterdag 22 september 2018

De hitte is terug. Tjonge wat brandt de zon. Vandaag gaan we de hoofdstad van Sardinië, Cagliari, bekijken. De bus staat om 9 uur klaar en we stappen in, om een prachtige rit langs de kust te gaan maken. Karin is jarig, dus een mooie gelegenheid om haar in de bus luidkeels toe te zingen. Na het ¨hiep hiep hoera¨ haalt Karin even lekker uit met een verrukkelijke traktatie en intussen glijden de mooiste strandjes, baaitjes en landschappen voorbij, badend in de zon.

Eerlijk gezegd twijfelde ik of ik wel mee zou gaan. De meeste stadjes (vooral op Corsica) zijn erg toeristisch en ze lijken allemaal op elkaar. Ik verwachtte weer zo´n stad boordevol terrasjes en winkeltjes vol prullaria, en om daarvoor die grote hitte te trotseren en Laika weer een dag in de warme camper op te sluiten… maar Egbert haalde mij over en dáár heb ik geen spijt van.

Onderweg worden we vergast op ongelooflijk mooie uitzichtpunten, we rijden langs zoutvelden die nu geen zout-win-velden meer zijn, maar die wel als zoutvelden worden aangehouden vanwege de vele vogels die daar neerstrijken. We zien hele hordes flamingo´s in al hun gratie door het zilte water stappen. Gaby vertelt dat er één pelikaan rondstapt te midden van de flamingo´s. Deze pelikaan is single, maar niet vrijwillig, want zijn vrouwtje is drie jaar geleden overleden en aangezien er niet één ander pelikaanvrouwtje in de buurt is, en hij niet kan internetdaten, blijft hij maar zielig alleen.

Onderweg zien we veel vuilnistroep, zoals in heel Sardinië. Gaby vertelt dat Sardinië een arm land is, er kunnen niet méér vuilnismannen worden betaald. Daarom gaat de bevolking op één bepaalde dag in november, rotzooi opruimen. Vele handen maken zwaar werk licht, en dat ze trots zijn op hun eiland willen ze graag laten zien. Daarom ruimen ze gemeenschappelijk de smerige troep vóór de winter op, want dan blijft het netjes. (Dan zijn er geen toeristen meer).

In Cagliari is veel te zien. De oude stad ligt boven op een berg en dáár moeten we zijn. Dat betekent? Jazeker, weer hoge trappen beklimmen terwijl de zon zijn best doet om mij dàt bijna onmogelijk te maken. “Het zijn er maar zes” roept Gaby onze gids, maar ze vertelt er niet bij van hoeveel treden. Maar goed, ik worstel en kom hijgend boven. Wat een interessante oude wijk! Fabelachtige vergezichten over de hele stad, kleine nauwe straatjes waar de zon niet de overhand kan nemen, grote torens, en een mooie kathedraal. Blij dat we toch gegaan zijn, want dit is echt een mooie stad met veel interessants om te bekijken.

Als we de mooie oude stad bekeken hebben dalen we langzaam weer af naar de benedenstad. Dat gaat een stuk makkelijker. Beneden aangekomen storten we ons op een Italiaanse pizza, die hier wél overdag gepresenteerd wordt en hij was nog lekker ook. Op de rekening stond iets wat we gek vonden: coperto (of zoiets) voor drie euro. Dat vonden we gek, want wat hadden we dan nog meer gehad dan twee pizza´s en twee biertjes? In elk geval geen coperto, wat dat dan ook moge zijn. Heel langzaam begint me iets te dagen. Heb ik ooit niet gehoord dat je in Italië moet betalen voor je bordje en het bestek? Normaal gesproken zou ik uit nieuwsgierigheid vragen wat die coperto is, maar we hebben ons maar neergelegd bij de drie eurootjes coperto. Het zal wel goed zijn.

De warmte is ongenadig, we zijn dan ook blij dat de bus keurig op tijd op ons wacht en dat de airco het heel goed doet. Dan staat ons nog een verrassing te wachten: de jarige Karin nodigt ons allemaal uit voor een heerlijk schepijsje bij haar camper. Dat laten we ons geen twee keer vertellen. Even Laika uit de warme camper halen (36 graden) en dan smullen maar. Ook Laika geniet… zij mag de bakjes leeglikken. Daarna haasten we ons om ons om te kleden want de zee trekt wel heel sterk om een verkoelende duik te nemen.

Zondag 23 september 2018.

200 kilometer is de tocht van vandaag. We rijden van de oostkust helemaal langs de zuidkust naar de westkust waar een groot eiland (Isola di San Antioco) ligt met een camping. Die camping is onze bestemming. Bij Chia kunnen we kiezen welke route we willen nemen, het kan langs de kustweg met prachtige uitzichten over de zee én het kan langs de bergweg waar de weg kronkelig is met na elke bocht een ander schitterend uitzicht. We kiezen voor de kustweg, maar belanden per ongeluk op de bergweg. Na vier kilometer merken we onze vergissing pas, dus we rijden maar door. Geen spijt hoor, want die bergweg is fantastisch mooi.

Alleen valt ons wel op dat de Sardijnen lak hebben aan vrijwel alle verkeersregels. Ze rijden met het grootste gemak dwars over een doorgetrokken streep, en met hetzelfde gemak over een dubbele doorgetrokken streep. Ze halen in op plekken die God echt streng verboden heeft. Ze trekken zich niets aan van stopborden, noch van voorrangsborden, noch snelheidsbeperkingen, noch van….. ach bedenk het zelf maar. Bij de bochten zijn wij extra alert want vaak zitten tegenliggers juist daar (op onoverzichtelijke plekken) op onze weghelft. Egbert vloekt ze weleens verrot, vooral de motorrijders die je regelmatig de stuipen op je lijf jagen, maar zij horen Egbert niet en ze trekken zich ook niets van hem aan. Ze scheuren gewoon lekker met oogkleppen voor, door de bochten.

En nu zitten we aan een pilsje onder een anti-zonnedoek dat de campingbaas al voor ons gespannen heeft. Dat is uit te houden, Laika aan onze voeten, het ruisen van de zee in onze oren, de NKC-ers knusjes om ons heen…. Wie doet ons wat.

Deel 17     26 september 2018

Hoe stom kan een mens zijn. Ik weet dat ik er niet verstandig aan doe om dit te vermelden. Ik schaam me ook diep voor de door mij begane stommiteit. Maar hopelijk hebben jullie een beetje clementie in je mening over mij. Het is me al genoeg ingewreven, dat hoeven jullie niet meer te doen. Ik vermeld het toch maar, als jullie me maar beloven dat jullie mij deze stommiteit niet tot in lengte van dagen nadragen, ook niet in Sinterklaasgedichtjes en ook niet als het eens zo lekker uitkomt.

Wat gebeurde er?

We gingen tanken bij een zelfbedieningspomp. Visakaart eerst erin, maar dan komt het: instructies in het Italiaans. Ik speur me suf of ik er iets van begrijp en ja hoor…. dacht ik. Ik drukte de juiste knoppen in en tegen Egbert brul ik “je kunt tanken aan pomp 2”. Egbert trekt de slang eruit, maar dan realiseer ik me dat ik nog niet op het knopje van pomp 2 gedrukt heb, dus alles wordt “annulato”. Egbert hangt de slang weer op. De visakaart komt er weer uit, ik sta er wat bij te dralen. Ik start het proces opnieuw. Nu druk ik wel op pomp 2, maar er komt geen diesel uit. Egbert hangt de slang weer op. Alles is weer “annulato” maar mijn visakaart komt er niet uit. Wat nu. Ik druk op alle knoppen maar nee, geen kaart. Een begin van lichte paniek komt over me. De mensen die achter me staan te wachten komen erbij. Mevrouw spreekt Italiaans en zal me even helpen. Fijn. Ook zij drukt op alle knoppen, tot “cancelo” (?) aan toe, maar geen kaart.

Mevrouw loopt naar een andere klant met een uniform waarop iets staat van Guardia Costière of zoiets. Meneer komt erbij en ook hij drukt overal op, maar geen kaart. Intussen loopt Egbert naar het onbemande huisje of daar ergens een telefoonnummer zichtbaar is, en ja dat is er. Meneer Guardia Costière begint te bellen, maar precies op dat moment komt er een auto aanrijden met de baas erin. Toeval bestaat niet.

Met grote stappen loopt hij op de pomp af als hij begrepen heeft wat er aan de hand is. Intussen een hele rij wachtenden achter u… iedereen is uitgestapt en komt kijken wat hier voor zenuwachtigs gaande is. De baas maakt het kastje open gluurt, zoekt en roept mij dan. “Kijk… geen kaart erin!” Ik krijg het Spaans benauwd, ik weet toch zeker… Egbert fluistert me heel diplomatiek in mijn oor….heb je de kaart misschien in je portemonnee gestopt? Ik weet bijna zeker van niet, maar kijk het toch maar even na en wat denk je?

Owee, ik schaam me diep. Zoveel consternatie. Zoveel tijd voorbij gegaan. Zoveel mensen erbij betrokken… En nog begrijp ik niet hoe dit kan. Mijn waakzaamheid over de visakaart zit natuurlijk stevig ingebakken, maar mijn hoofd zat bij het Italiaans waar ik niets van begreep. Ik zal geheel volgens gewoonte direct de kaart weggestopt hebben na de eerste mislukking, terwijl mijn hoofd nog bezig was die mislukking te reconstrueren.

Nou! Dit overkomt mij dus echt nooit meer. Gelukkig goed afgelopen, wél spijt het mij zeer dat ik de reputatie van de Nederlandse intelligentie geschaad heb en dit akkevietje zal me nog lang heugen, maar vooruit, gedane zaken nemen geen keer en ik blijf gewoon even aardig als altijd hoor!

We zijn nu op de terugweg langs de westkust. We hebben nog circa één week te gaan. Gisteren hebben we een schitterende tocht gehad over bergen, onder bergen, langs bergen, allemaal even mooi en indrukwekkend. Egbert had op een gegeven moment wel genoeg van al die haarspeldbochten, maar wat zijn ze prachtig! Onderweg was nog een tempel te bekijken, kurkeiken die gepeld werden, schapen die op de weg lagen te slapen, zó idyllisch, zo schattig.

Vandaag is de temperatuur ook wat teruggelopen wat alleen maar prettig is. De zon schijnt uitbundig, heerlijk, maar dat natte, klamme, benauwde is er niet meer, gelukkig. We gaan vandaag een eindje fietsen, het is hier zó mooi. Laika mag niet mee, maar die is zó moe van al dat gereis, ze zal blij zijn als ze een poosje ongestoord kan slapen.

27 september 2018

In Sardinië hebben ooit (tussen 1100 en 2000 jr v.Chr.) de Nuraghen gewoond. Ik heb daar al eerder iets over geschreven. Het is een oervolkje. Ze stapelden heel kunstig stenen op elkaar die nu nog steeds op elkaar staan en die wij kunnen bekijken, wat we dan ook met veel genoegen doen. De meeste bouwsels zijn uit elkaar gevallen, dan liggen er overal grote stenen, waarbij je je maar een voorstelling moet maken van het gebouw dat ze ooit gevormd hebben.

Vanmiddag bekeken we echter een van de vele opgravingen, want de overblijfselen van Nuraghen zijn her en der te vinden. Maar het leuke van deze opgraving was, dat hier een heel dorp grotendeels gereconstrueerd is. D.w.z. de huisjes zijn nagebouwd met de gevonden stenen. In de 12e eeuw (na Chr.) is er op de plek waar de Nuraghen hun heiligdom hadden, een christelijke kerk gebouwd, want in die tijd kwam het Christendom een beetje op en men wilde toen het heiligdom behouden alleen vanuit een andere religie. 

In die tijd was er een belangrijke vrouwe, een rechtsprekende vrouwe Cristina, die zich had bekeerd tot het Christelijke geloof, maar dát werd door het andere deel van de bevolking niet gewaardeerd. Cristina werd streng gestraft door haar heidense geloofsgemeenschap. Ze werd met haar hoofd naar beneden in een put gegooid en daar waar haar sluier de wanden van de put raakte veranderden de stenen in edelstenen. Ze was wel dood, dus erg veel plezier zal ze niet hebben gehad van de edelstenen, maar Cristina én de put werden later heilig verklaard en de put werd geheel authentiek gerestaureerd. Vandaag stonden wij aan de rand van de put en konden we die put zelfs in via een trap van 25 treden, om te kijken of er nog iets van de edelstenen te zien is. Niet dus. 

Er was een aantal archeologen bezig met graven en vegen, druk in de weer met emmertjes vullen en dingen sorteren. Vol bewondering stonden we erbij en keken ernaar. Met stoffer en blik zijn ze heel voorzichtig bezig het zand te vegen en te zeven en blij dat ze zijn als ze een steentje vinden! Ik zie helemaal niets bijzonders aan die steentjes, de hele parkeerplaats ligt vol steentjes, maar nee, deze steentjes zijn Nuraghische steentjes en daar zijn zij zo blij mee. 

We rijden verder naar Bosa. Tjonge wat een ontzettend leuk plaatsje. Al van verre zie je de huizen in alle kleuren van de regenboog op de berg. Kei-oud en het stadje ademt ook daadwerkelijk de sfeer van antiek, nostalgie, middeleeuwen enz. Heerlijk om doorheen te banjeren.

We strijken neer op een terrasje als er na een poosje iemand vraagt of ik een foto van hem en zijn vrouw wil maken. Ja, natuurlijk wil ik dat. Ik knip dus twee foto´s en dan blijkt dat meneer Spaans spreekt. Hoi! Iemand die we kunnen verstaan dus. Hij vertelt dat hij privéchauffeur was van een toenmalige minister in Argentinië, waar hij Spaans heeft leren spreken. Maar terwijl we zo aan het babbelen zijn komt zijn vrouw eraan zij wil met ons op de foto. Haar man vindt het een goed idee en komt er ook bij. De ober werd erbij geroepen, hij moest het plaatje schieten. Wij dus met de ministerschauffeur en zijn vrouw op de foto. De ober begreep dus dat wij Nederlanders zijn en prompt wilde die ook met ons op de foto, waarvoor er weer iemand anders werd ingeschakeld. Een heel gedoe met die foto´s, maar zo komt het dat wij nu op allerlei foto´s prijken, niet omdat we zo fotogeniek zijn, welnee, omdat we Nederlanders zijn. Zouden Nederlanders iets  bijzonders hebben of zijn wij zo bijzonder?

PS zojuist komt Egbert terug bij de camper. Hij had zich even teruggetrokken voor toiletbezoek van deze camping. Dat het een piepklein wc´tje is was ons al aangekondigd, maar Egbert moet hebben gedacht dat hij toch wel passend zou zijn voor een niet al te uitbundig gebruik. Fout. Hij was nóg kleiner dan ons al was aangekondigd. Maar gelukkig had Egbert bij de jeepsafari geoefend hoe hij zich op het kinderklapstoeltje moest opvouwen, die ervaring kwam hem nu goed van pas.  

Deel 19       29 september 2018

Gisteravond vierden we het feit dat er tijdens deze reis zeven deelnemers jarig waren. De zeven feestvarkentjes organiseerden met elkaar een feest voor de groep. De een knoopte touwtjes aan elkaar voor de ballonnen, de ander was met de muziek in de weer, want zonder muziek geen feest.  En zonder slingers en bloemen ook geen feest, dus alles werd met grote voortvarendheid aangebracht en allengs veranderde de ongebruikte camperplaats in een supergezellig feestterrein. De dames waren druk in de weer met de hapjes, de heren sjouwden met stoelen uit het gesloten eettentje hier verderop, en ook vonden zij lange tafels waarop heel wat hapjes, schalen en schotels pasten! Gelukkig maar, want er werd me daar een vracht aan lekkers aangedragen….kaas, worst, zoutjes, tomaatjes, nootjes nou ja bedenk het maar.

Om half vijf barstte het feestgedruis los, de feesthoedjes werden opgezet, de muziek ging op volle sterkte, de tongen kwamen los, er werd gezongen, gedanst, de polonaise werd in ere hersteld, en we stampten er met z´n allen lustig op los. Een hartstikke leuk feest, alleen gebeurde er helaas iets waardoor onze lol er gauw vanaf was. Ik zal daarover niet uitweiden, maar we zijn blij dat het een geslaagd feest was voor de jarigen en voor de anderen en dat men genoten heeft.

Zaterdag 29 september 2018

Vandaag staat een klapstuk op het NKC-programma. Daar verheugen wij ons al lang op: een boottocht naar een stuk ongerepte natuur, waar hoge rotsen uit het water opstijgen en in die rotsen zitten grotten die je gezien MOET hebben als je op Sardinië bent. We hotseklotsten met de boot over de hoge golven, het waaide behoorlijk hard en vooral bij de rotsen werden we flink door elkaar geschud. Wat we zagen is fabelachtig. Zulke ruige rotsen, grillig, onherbergzaam, en zó hoog….  Indrukwekkend en imposant.

Hoe we uit die wild schuddende boot zijn gekomen weet ik niet meer, maar het is gelukt en toen stonden we in een grot, zo mooi, zo vol stalagtieten en –mieten, in de meest vreemde  vormen. Een watertje glinstert je tegemoet, we liepen er bijna een uur en het had nog wel langer kunnen duren, er was zóveel te zien. Ik was er helemaal weg van.

Toch moesten we weer terug, jammer of niet. Diep onder de indruk voeren we een half uur later de haven van Alghero in. Een beeldig stadje met kleine straatjes, een oude kerk waar we even een kijkje gingen nemen en waar zojuist een kerkdienst was begonnen. Wat schetste onze verbazing, de dienst werd niet geleid door een geestelijke van vlees en bloed, maar door een bandje. Dat werd afgedraaid en de gemeente deed precies wat ervan hen verlangd werd: een kruisje slaan, het onze vader opdreunen, knielen, alles onder de strenge leiding van een tape!

Enfin, het is even wennen denk ik, maar de gemeente had er geen moeite mee. Wij togen op naar een ijsje, dat kwam ons wel toe na zo´n indrukwekkende dag, vonden wij en we namen dan ook een extra dikke. Mmmm… heerlijk.

Het zit er bijna op. Het is ook wel goed geweest. Morgen een reisdag, overmorgen een dag rust en een afscheidsetentje en daarna reizen wij terug naar Porte Torres waar de ferry van de Grimaldi-line ons hopelijk veilig naar Barcelona vervoert. De groep gaat terug naar Livorno in Italië en dan zit het er voor een ieder van ons echt op. Maar wie weet, valt er morgen of overmorgen nog wel iets te vermelden, dan doe ik dat en zo niet, dan is dit de laatste rondschrijfbrief vanuit Sardinië.

1 0ktober 2018

Onze laatste gezamenlijke rit door Sardinië. We rijden helemaal verkeerd maar juist daardoor komen we op de mooiste plekjes, waar misschien nog nooit een Hollandse camper is geweest. We volgen een mooie kust/bergweg waar her en der uitzichtpunten zijn en we stoppen bij elke plek, want het is zó mooi!

Als we op de camping aankomen zijn we zo ongeveer de laatsten, maar mijn hemel wat een vreselijke camping. Vier sterren, van mij krijgt hij er maar eentje, een heel kleintje, maar eerlijk is eerlijk, ik houd niet van campings en zeker niet van die overvolle, uitpuilende mensenmassa´s.

Laika mag niet los. Doe ik toch. Internet kost vijf euro per dag. Doe ik niet. De douche is een heel eind verderop en op al die mensen is het er maar één voor de dames. Wat wél mooi is, is het strandje waar wij wel mogen komen, maar Laika niet. Tjemig, wat zou je hier een vakantie lang moeten doen. De Duitse buurman komt hier elk jaar zes weken. Elk jaar zes weken!! Wij zouden het geen zes dagen uithouden.

Vanavond hebben wij een afscheidsdineetje met de club, verzamelen bij de vlag! Hugo en ik hebben een toespraak voor de leiding voorbereid. Ik een serieuze toespraak, je weet hoe serieus ik ben, Hugo heeft een lied gemaakt van een heleboel coupletten. We moeten dus zingen. Zal best gezellig zijn, jullie horen het. We kijken er ook echt naar uit. Niet naar het zingen, maar wel naar de tijd na het zingen. 

Dinsdag, 2 oktober 2018.

Het afscheidsetentje gehad. Wat een saaie boel. Ik een toespraak waarmee ik (zoals met Hugo afgesproken) de leiding bedankte, Hugo zong het hoogste lied en de goegemeente zong heel gezapig van  “zing ik aiaijippiejippiejee”. Wat klinkt dat stom als er geen spirit in zit, owee, arme Hugo, geen beweging in de groep te krijgen. Hugo wilde er een spektakel-slotavond van maken. Mislukt.  De leiding bestond uit vier aardige mensen, die zich zo ongelooflijk hebben ingezet om een beetje eenheid te krijgen in de groep, zij hebben werkelijk alles gedaan voor de NKC-ers. Tot op het laatst hebben ze zichzelf weggecijferd, als de groep het maar leuk en goed had. Paarlen voor de zwijnen. Het zijn vrijwilligers, ze verdienen er niets aan. Wij vinden dat ze lof verdienen, maar de groep vindt dat niet. Sommigen hebben van alles te mekkeren over dingen die wij niet eens kunnen bedenken. Ongelooflijk hoe ontevreden sommige mensen zijn. Wij hebben grote bewondering voor de leiding, Egbert zou allang het bijltje erbij neergegooid hebben.

Vandaag gaat de groep de ferry op richting Livorno, wij gaan morgen de ferry op richting Barcelona. Het heeft vannacht geregend, gestormd, geonweerd, als ik uit het raampje kijk zie ik woeste golven met witte schuimkoppen erop. Owee, wat zal de boot stampen, en morgen vast en zeker ook nog. Als dat maar goed gaat. Ik zal plastic zakken bij de hand houden. Naar Livorno duurt de vaart negen uur. Wij zitten er morgen 12 lange uren op. Ik hoop dat Laika het een beetje droog houdt… we moeten even doorzetten, flink zijn.

Eerst nog even gezamenlijk in de kring koffiedrinken. Betsy van de leiding zorgt voor wat lekkers erbij, Gerard gaat een afscheidsrede houden, en dan is het handen schudden en wensen uitspreken.

Zo, nu zitten we ergens onderweg aan de koffie. Zojuist hebben we een stortbui over ons heen gekregen, de ruitenwissers hielden het niet meer bij. Diverse auto´s onderweg stopten zomaar op de weg want er is geen vluchtstrook. Ze hadden (denk ik) geen goed zicht meer op de weg. Maar nu schijnt de zon weer en is de hemel grotendeels blauw.

We hebben de haven bereikt, er staat een Bulgaar die ook naar Barcelona gaat morgenochtend. We gaan er knusjes bij staan en brengen de nacht dus door op het haventerrein.

Woensdag 3 oktober 2018

Wat een verschrikkelijke dag. We brengen de nacht onrustig door op de havenkade in Porte Torres waar vandaan de boot om zeven uur zou vertrekken naar Barcelona. De wekker staat op half zes maar allang voor die tijd zijn wij in het land der levenden en bekijken we door het raampje hoe de kade volstroomt met (vracht)auto´s, campers enz. We hebben dus geen haast, we sluiten wel aan in de rij als het zover is. Helaas is dát pas om negen uur, want de boot heeft een vertraging van twee uur. Holladijee. Kunnen we nog even koffiezetten en Laika wat uitgebreider uitlaten.

Dan begint het grote inschepen. Tergend langzaam rollen alle reislustigen de boot op, wij zijn de laatste camper. Campers moeten omhoog net als in een parkeergarage over een oprit. Het rederijpersoneel staat dwingend en zenuwachtig te zwaaien en te schreeuwen “opschieten” het lijken wel orgeldraaiers. Egbert volgt gehoorzaam, maar op de schuine oprit naar boven staat het stil. Het is boven vol en dus wacht hij onderaan de oprit. De man schreeuwt en gebaart dat hij erop moet. “Maar hij staat vol!” antwoordt E. Maar het helpt niet, hij moet de schuinte op. Daar voelt E. niet veel voor, dus doet hij of hij gek is en blijft onderaan staan. Tumult, want hij moet erop. Nou vooruit, het is kiezen of delen: òf we gaan erop òf we gaan erop, meer smaken hebben we niet. E. geeft gas en daar staan we dan. Versnelling in z´n één en handrem stevig erop. Het heeft vannacht gestormd en geonweerd en een regenbui waar je U tegen zegt, de zee zal dus flink onrustig zijn. Als de boot gaat schommelen en die camper staat zo schuin… we protesteren luidkeels, maar er is niet tegen die man aan te praten.

Net als we ons erbij neerleggen, spullen gepakt hebben en willen uitstappen, komt die schreeuwerd weer op ons af: U moet eraf. Achteruit! We kijken hem met grote ogen aan. Wat zegt u nou? Jazeker, u staat schuin! Dat ziet u toch zelf ook wel! Dat kan niet, als de boot gaat schommelen….

Enfin, na enige tijd kruipen we de boot in. Elf verdiepingen hoog, 22 trappen. Wat een stad! Overal lounches vol met stoelen en banken die allemaal binnen de kortste keren vol liggen met tassen en troep. Mensen annexeren daar kennelijk direct hun ligplaatsen want er is al geen enkele bank meer vrij. Wij struinen door naar het bovendek. Ook daar is het vol, maar alles speelt zich af rond het koffietentje daar. Wij willen uitkijken over de haven, het druistige gedoe bekijken, de afvaart zien, het is zo hoog dat je overal overheen kijkt. Waauw, dit is mooi! Alleen Laika ziet niets, die heeft een waas van angst voor ogen en het kleintje verzet zich met elke vezel in haar kleine lijfje. Ach owee.

Dan begint de lange, lange, saaie dag. Bijna dertien uur met geen ander uitzicht dan zee, golven, schuimkoppen, zelfs geen vogeltje, geen vlieg, alleen maar gestamp van motor, geklots van de golven, geloei van de wind, het waait nog steeds heel hard, we kunnen ons met moeite staande houden. Het schip is gelukkig groot en sterk daardoor merk je het niet zo, maar hij deint wel als een gek. De uren verstrijken ongekend langzaam. Een boekje lezen lukt me niet meer. We kijken wat naar de mensen en proberen Laika te kalmeren wat niet lukt. Saai, saai, saai. Hoe kunnen mensen een cruise maken en dát leuk vinden, ik vind er niets aan.

Ook niet aan de entertainer die ´s middags een boel muzikale schreeuwherrie over het dek laat gillen. Dwars door het geloei van de storm heen, het is een pestherrie van jewelste. Ik stap op hem af om te vragen of hij  niet wil stoppen met die herrie. Hij kijkt me wat meewarig aan: herrie? Ik ben hiervoor ingehuurd en word hiervoor betaald mevrouw…. U wilt toch niet het brood uit mijn mond stoten? Nou, wat zachter dan doe ik een laatste poging. Dat zegt hij toe, maar hij doet het niet. Hij denkt aan zijn boterham.

Enfin, de boot heeft ook nog eens vertraging waarschijnlijk door de harde tegenwind, zodat de reis nog langer duurt, maar om negen uur ´s avonds is het Championsleage Italië tegen Engeland. Opeens worden al die Sardijnen en Italianen wakker. Wat een vuur kunnen die gasten aan de dag leggen, zeg, ongelooflijk. Als de bal in de buurt van het doel komt, deint het schip nog harder! Half tien ´s avonds legt het schip aan, maar de voetbalwedstrijd is dan net een half uurtje oud, dus die Italianen zijn niet van plan om op te stappen. Wij wel. Graag zelfs.

Hoe komen we in hemelsnaam al die 22 trappen naar beneden, naar de garage nr. 3? Ik zie een lift die gaat naar garage nr. 5 t/m 2. Klinkt goed, hè? Dachten wij ook. Hij stopt op nr. 5, we moeten dus nog vier trappen omlaag (voor elke etage twee trappen). Doen we, maar Laika kan niet traplopen die moet dus getild worden (15 kg). Egbert werpt zich op en sjouwt zich een bult. Op nr. 3 aangekomen blijkt dat we aan de vrachtwagenkant zijn. Onze camper staat helemaal aan de andere kant, 225 mtr. verderop, maar we kunnen daar niet naar toe lopen, want de vrachtauto´s staan bot op elkaar, we kunnen er niet langs. Wat nu? Al die trappen weer op, dan over het bovendek de 225 mtr. naar de andere kant lopen, dan dáár alle trappen af, nu zónder lift, arme Egbert, met die hond die per stap zwaarder wordt.

Enfin, vraag niet hoe, maar we redden het, al zijn we te laat en staat onze schreeuwerd alweer te kafferen tegen ons. In het Nederlands geven we antwoord, maar goed dat hij het niet verstond. Oké. We rijden de boot af die leeg stroomt op de smalle weg voor de haven langs, werkelijk een gekkenhuis. Honderden auto´s, motoren, vrachtwagens, campers enz. doen hun best om zich uit de chaos los te maken. Met z´n allen moeten we door het centrum van Barcelona heen. Er is ook nog brand ergens, brandweerauto´s loeien, ziekenauto´s hebben voorrang, en we zijn al zo moe.

Over tienen bereiken we de autobaan richting Reus waar een camperplaats is. Daar komen we ver na twaalven aan en dan blijkt die plaats afgesloten door een slagboom. Wil je erin, dan moet je het aangegeven nummer bellen. Dat durven we niet zo laat nog, dus daar staan we dan midden in de nacht. Wat doen we, we kunnen bijna niet meer.

Opeens komt de Guardia Civil eraan rijden. Ook dat nog. Doen we iets verkeerd? Nee, ze hadden ons op de camera gezien, big brother is watching you!, en ze begrepen dat we op die plaats wilden en zij hielpen ons erin met een code. Wij dankbaar!!! Wat waren we moe. Het duurde echt niet lang of we snurkten de hele camperplaats bij elkaar.

En nu zijn we thuis in Fortuna in ons heerlijke huisje, wat een plezier om hier weer aan te komen, alles is goed (denken we) en het internet doet het zelfs ook nog! Hoi. Misschien gaan we het huis wel helemaal niet verkopen, het is zo´n schattig huis.

Jullie veel liefs en groetjes

Egbar  

Wat vooraf ging:

Kennismakingstreffen in Beekbergen – 7.7.2018

Het heeft even geduurd maar toen stonden we er beiden ook vierkant achter: we gaan met een groepsreis van de NKC. De keuze voor Corsica en Sardinië was snel gemaakt. Het is onze eerste groepsreis, dus we zijn erg benieuwd wat ons te wachten staat en of het ons bevalt.

Betsy en Gerard nemen de teugels stevig in handen en behalve veel adviezen en aanbevelingen per mail, sturen ze ons vast ook wel de goeie kant op. Allereerst organiseerden zij samen met Jacqueline en Jan een kennismakings-treffen in Beekbergen, waar ons blijkt dat er maar liefst 22 campers meegaan! Tjonge, dat geef ik je te doen: 44 trappelende enthousiastelingen in het gareel houden… maar Betsy en Gerard en hun collega´s Edward en Ineke draaien daar blijkbaar hun hand niet voor om.

Daar stonden we dan met z´n allen. Het begon al gelijk met een nare valpartij van Piet, die direct naar een dokter moest om te worden gehecht. Gelukkig viel de schade mee, maar het was wel even schrikken.

´s Middags komen we bij elkaar in het restaurant. Iedereen stelt zich voor, maar…zegt Betsy… alstublieft niet alle kleinkinderen benoemen, dan zitten we hier morgen nog, Hou het maar bij jezelf. Prima. De een heeft al uitgebreid ervaring met camperen, de ander is een beginneling, weer een ander –zoals wijzelf-moet zijn weg nog zien te vinden in een groepsgebeuren.

We laten ons verrassen en dat gebeurde gelijk al, want hoe verrassend waren de foto´s die even later werden getoond op een groot scherm en hoe verrassend was het kennismakingsdineetje ´s avonds. Geweldig. Dit was al een succes, een goed begin is het halve werk, zal ik maar zeggen.

´s Middags werden er foto´s gemaakt voor het ´smoelenboek´ dat geen ´smoelenboek´ mag heten omdat dat niet chique klinkt. Nou, dan zijn die foto´s maar voor het ´boek van uiterlijk vertoon´. Oké? Overal werden handen geschud, verhalen verteld en aangehoord en al menige schaterlach klonk over de camping Lierderholt. Het zonnetje liet zich niet onbetuigd en toen de volgende dag de videofilm van de vorige Corsicareis vertoond werd, was het helemaal duidelijk: we kunnen bijna niet meer wachten. Een beetje weemoedig maar ook verwachtingsvol namen we afscheid van elkaar, … over zes weken zien we elkaar in Livorno en dat vooruitzicht maakt een boel goed. 

Egbert en Barbara + hondje Laika.

En dan gaan we van huis ongeveer twee weken vóór het treffen met de NKC-groep in Viareggio.

In Hauterives in Zuid-Frankrijk gaan we het Palais Idéal bekijken, dus we zetten koers naar Zuid Frankrijk. Door het vreselijke ongeluk met de brug in Genua moeten we toch omrijden, dus….

Zondag 19 augustus 14.30 uur.

Met een armzwaai naar onze aardige buren en een paar haastige telefoontjes nemen we afscheid om voor een hele tijd (acht maanden) naar het zuiden te vertrekken. Eerste stop is Stiphout, onze vrienden Peter en Antoinette, die zich al strategisch hebben opgesteld in hun voortuin om ons met open armen te kunnen ontvangen. We kwekken een eind weg en Antoinette heeft een VIP-maaltijd voor ons gemaakt. Tjonge, we kunnen beter hier blijven, zulke heerlijke hapjes zijn in heel Italië niet te vinden.

Want we gaan naar Italië, dan oversteken naar Corsica en daarna naar Sardinië. Dit keer met een NKC-groepsreis van 22 campers met Gerard en Betsie aan het roer, we ontmoeten de groep in Viareggio, maar gaan een omweggetje maken over het Franse Lyon en vandaaruit was het plan om over de brug van Genua naar Livorno te rijden. Dat plannetje hebben we maar laten varen vanwege het vreselijke ongeluk. Owee, ik moet eerlijk bekennen dat de schrik er bij mij best wel in zit. We hebben onderweg zo ontzettend veel bruggen en viaducten te nemen, ik kijk er nu toch een beetje anders tegenaan. Maar goed, niet kinderachtig zijn, als je geen risico wilt nemen dan moet je maar thuis blijven. We zijn razend benieuwd hoe het ons bevalt in zo´n groep, maar het voelt wel goed en dat is een goed teken.

We vertrekken maar hebben geen haast dus zetten we de Garmin op  Arlon, en daar slapen we een gat in de volgende dag. We hebben ook de Tomtom in stelling gebracht, want op onze vorige reis hadden we niet veel vertrouwen in de camper-Garmin, vandaar dat ik mopperend de Garmin-hulpdesk had gebeld. Dat werd uiteindelijk een gesprek van bijna anderhalf uur. Wat blijkt? We hadden er apart nog een draadje bij moeten kopen en nog een ander dingetje, want zónder die attributen is de Garmin onwillig. Jullie begrijpen dat ik daarover mijn gal behoorlijk heb gespuugd. Zo´n dure campernavigatie en dan moet je er nog van alles bij kopen anders doet-ie het niet! Gelukkig was de hulpdesk-meneer van Garmin het met mij eens, hij stuurde ons gratis de benodigdheden op. En? Perfect, nu doet hij het prima.

Onderweg ergens in Frankrijk vinden we een schitterend plekje voor koffie met gebak, uitzicht op een wuivend korenveld en vrij dicht bij een militair vliegveld waar de ene Mirage na de andere opstijgt, ze zijn duidelijk aan het oefenen: ze maken eerst een rondje met donderend geraas en dan doen ze alsof ze gaan landen, maar ze maken een doorstart. Spectaculair! Het gaat allemaal goed en ik vind het prachtig om te zien, maar Laika´s kleine oortjes zijn niet opgewassen tegen de oorverdovende knalherrie, ze kruipt zover mogelijk weg.

Nu (´s avonds) staan we in Goncourt op het mooiste plekje van Frankrijk, waar een kudde lome koeien voorbij flaneert, een ooievaar rondstapt en mij compleet in vervoering brengt, de Meuse traag stroomt, hier blijkt het de oorsprong van de Maas te zijn, zó prachtig met al die waterleliën en een middeleeuwse brug verderop. Egbert zet koffie, ik zie de zon langzaam ondergaan, af en toe loeit er een koe, hoe landelijk kun je het hebben, en als de ooievaar opvliegt blijkt het een reiger te zijn. Ha, ha.

Vrijdag 24 augustus 2018

Het hevige onweer van vannacht hebben we ook weer overleefd. We waren een beetje bang, want er kabbelde een heel rustig beekje naast onze camper en wat gaat dát doen als het gaat regenen? We sliepen dus onrustig, angstig voor het rijzen van het stroompje naast ons. Maar dat gebeurde niet en nu schijnt de zon weer.

We staan in Virieu. Een beeldschone plek met uitzicht op de Alpen in de verte. De reis gaat voorspoedig, kalm aan en met twee navigaties kán het niet fout gaan (!). Ze hebben soms wel ruzie, dan wil meneer Tomtom linksaf en mevrouw Garmin rechtsaf. Het is net een echt huwelijk, want mevrouw Garmin krijgt meestal haar zin omdat wij hopen dat die rekening houdt met onze lengte, breedte en hoogte.

Gisteren moesten we natuurlijk even stoppen in St. Amour. Alleen al voor de naam! Kijken of het echt zo´n lieflijk stadje is als de naam doet vermoeden, maar nee, niks aan. Het is heel oud, vrijwel uitgestorven met een paar parkeerplaatsen. Saaier kan niet. Dus we gaan maar door want erg veel amoureuze inspiratie kunnen we hier niet opdoen.

25 augustus 2018

We staan in Claveyson, dat ligt 10 km vanaf Hauterives, waar we morgen naar toe gaan, want daar leefde ooit een postbode die overdag brieven rondbracht, maar ´s nachts bouwde hij een heel dorpje van, wat hij trots zijn “Palais Idéal” noemde. Het werd een wonderlijk bouwwerk. Ook ontwierp de postbode zijn eigen grafmonument dat op zich een toeristische trekpleister genoemd kan worden. We zijn benieuwd. We zijn er speciaal voor omgereden, jullie horen het.

26 augustus 2018 

Hij werd de dorpsgek genoemd, de postbode Ferdinand Cheval die elke bezorgdag 43 km liep om zijn brieven te bezorgen. Toch kon hij ´s nachts niet goed slapen. Al woelend in zijn bed ontstond zijn ideaal: hij wilde een fantasiepaleis bouwen. Op een dag struikelde hij over een steen met een bijzondere vorm. Die nam hij mee naar huis en die steen gaf hem het laatste zetje. Hij had geen geld voor bouwmaterialen, maar deze steen leek hem toe te roepen ¨in de natuur liggen bouwmaterialen genoeg¨. Zo begon hij stenen te verzamelen die hij tijdens zijn postroute tegenkwam. Drieëndertig jaar lang bouwde hij vrijwel elke nacht aan zijn droom en overdag sjouwde hij met poststukken en stenen. Zijn schamele salaris besteedde hij aan cement en kalk, maar helaas koos hij noodgedwongen voor de goedkoopste soorten waardoor zijn bouwwerk geen eeuwigheidswaarde mee kreeg, maar zijn paleis is wel een ongelooflijk bijzonder gebouw geworden. Bij de oplevering van zijn paleis was Ferdinand 74 jaar.

Wat nu? Niets doen zat niet in Chevals aard. Weer wat bouwen? Eigenlijk vond hij het de hoogste tijd om aan het ontwerpen van zijn eigen mausoleum te beginnen. Acht jaar later was het klaar. Hij kon er toen het klaar was nog zes jaar naar kijken, hij overleed op 88 jarige leeftijd en nu ligt hij voor de eeuwigheid begraven op een ereplaatsje van de begraafplaats in Hauterives, in een pronk van een mausoleum. 

Erg gelukkig was Cheval bij leven niet. Hij verklaarde dat hij alleen plezier haalde uit zijn werk en ook dit bouwwerk maakte hem wel een beetje gelukkig, maar dat was dan ook het enige... Hij had twee vrouwen gehad, de eerste overleed vrij jong. Zijn oudste zoon overleed ook al op zeer jonge leeftijd. Zijn tweede vrouw bleef wel leven, maar hun enige dochter overleed toen ze slechts 15 jaar oud was.

Doorgaans was hij diep ongelukkig want in zijn dorp Hauterives was hij niet erg geliefd. De dorpsgenoten vonden hem vreemd. Het feit dat hij met dit bouwwerk wél bewondering oogstte van vele prominente kunstenaars (zoals Gaudi, Dali, enz.) dreef hem voort. Hij hunkerde naar erkenning en naar bewondering, die hem deels nog bij leven, maar helaas voornamelijk postuum ten deel vielen.

Zijn mausoleum is ook beslist geen alledaagse tombe. Ook die trekt talloze bezoekers. Het dorpje vaart er wel bij, want het is erg toeristisch. Wij wandelden door een van de straatjes en lazen daar op een groot bord ¨lieve Nederlanders, wij verkopen hier ook heel gewone frikadellen, hoor!¨ Een gruwel voor Egbert, ik moest er wel om lachen.

De camperplaats in Hauterives moet ook een steentje bijdragen in de welvaart van de gemeentekas, hij is niet echt goedkoop, maar wij gaan er toch maar staan. Althans…. We zoeken een plekje maar dat valt nog niet mee, het staat helemaal vol met zigeunerwagens, caravans, campers, karren, dure BMW´s en Audi´s. Dat bevalt ons niet. Ook het geschreeuw van de ´bewoners´ vinden wij maar matig, we nemen ons dus voor om na de bezichtiging van het paleis direct te vertrekken. Dat doen wij en als we bij de slagboom komen staat die al wijd open. Nou, dat scheelt weer een slok op een borrel en dat maakt een boel goed van deze camperplaats.

Nu staan we in het middeleeuws dorpje Saint Antoine l´ Abbaye dat we morgen gaan bekijken, nu hebben we geen zin meer.

27 augustus 2018

Zoals de naam al aangeeft, bestaat het dorpje uit een hele grote abdij annex kathedraal met wat schattige huisjes eromheen. Veel bloemen, een lommerrijk plein, een bakker en een boetiekje. Het is wel klauteren om er te komen, maar het loont de moeite. Maar nu komen we uit Grenoble. Daar was een camperplaats voor 5 campers, er stonden er wel 15. Het was dus buik inhouden. Naast ons was een brandweer-ambulance-station waar loeiende alarmsirenes om de haverklap onheil aankondigden. We hielden ons hart vast voor de nacht, stel je voor de hele nacht dat geloei… maar het viel mee, rustig geslapen. Wel was het dringen ´s morgens bij de serviceplaats, waar water ingenomen kon worden. Helaas leek de kraan wel een oud mannetje, geen krachtige straal maar langzaam gedruppel, we hebben zo ongeveer een uur gewacht voor ons tankje vol gedruppeld was.

Daarna koersten wij richting Briançon, waar we nu staan. Als we van tevoren zouden hebben geweten dat de Alpen zó oogverblindend mooi zijn, dan hadden we ons er nog meer op verheugd. We zijn echte verwende kikkers, want we kennen Noorwegen. Kunnen de Alpen echt nóg indrukwekkender zijn? Nou, geloof me, deze Alpen kunnen zeker wedijveren met de mooiste bergen van Noorwegen. Wat een prachtroute. Op tweeduizend meter hoogte crossen we met onze Hymer langs besneeuwde vlaktes, langs gletsjers, langs watervallen, ruig stromende beekjes, boven de boomgrens uit. Na elke bocht jubel ik het uit. Zó mooi is deze Route des Grandes Alpes, een regelrechte aanrader, zelfs voor zeer verwende reizigers is dit een adembenemende verrassing.

Het is duidelijk dat de Tour de France hier een ontploffing van enthousiasme teweeg heeft gebracht. De loodzware route omhoog wordt door menige zwetende hijgende wielrenner moeizaam en stapvoets bedwongen. Het is stikheet, dat maakt het nog zwaarder. Ik begrijp niet wat iemand eraan vindt om zichzelf zo te kastijden, maar ze vragen het mij niet. Ze zwoegen, trappen, zweten, zuchten en steunen, maar ze komen boven en dát zal de voldoening wel zijn, vermoed ik.

De dorpjes die we passeren vind ik minder. Ik houd niet zo van die keurig gelakte houten chalets met balkonnetjes volgehangen met geraniums, perfect geschoren gazonnetjes ervoor en overal schreeuwerige reclameborden dat je daar zo lekker kunt eten. Echt een wintersportgebied, maar nu in de zomer is er niet veel aan. Althans, vind ik.

28 augustus 2018

Vandaag steigert de Hymer weer de bergen op. Dit keer op bergen van 3.000 mtr, hoogte. Wat een uitzicht heb je hier. Er is een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs in Europa had ik begrepen, nou, mijn Egbert is een natuurtalent. Als een berggeit klimt hij de smalle wegen op. Voor een griezelige haarspeldbocht draait hij zijn hand niet om. In uiterste concentratie roept hij af en toe ¨Bar, nu even niet praten!” Ik vind het moeilijker om niet te mogen jubelen, dan dat hij het sturen vindt blijkbaar.

Wat gebeurde er vandaag? We zijn op weg naar een plaatsje met een onuitsprekelijke naam. ´Rechtsaf´ roept de Garmin, ´Linksaf´ de Tomtom, zoals vaker gebeurt. We kiezen voor de Garmin (die leidt ons uiteindelijk via bredere wegen) en slaan dan rechtsaf. Maar de weg wordt steeds smaller en stijgt angstaanjagend. Op de kaart zie ik dat die berg 3000 mtr. hoog is en tot mijn schrik zie ik dat de weg doodlopend is. Fout dus, maar draaien is onmogelijk. We hebben maar één keus: doorrijden of doorrijden. En daar gaan we dan, met de moed der wanhoop. Opeens zien we een huis, hoi, hier is ruimte om te draaien, gelukkig. Gered!

We rijden het hele stuk terug, dalen en schakelen, maar we komen heelhuids aan bij het beginpunt waar het fout ging en daar proberen we de door de Tomtom aangegeven route. Dat is de goede. De weg is echter zó slecht, dat we hotsen en klotsen. Als we op de plek van bestemming aankomen voelen we ons net een geklutst ei. Vreselijk wat een Italiaanse ramp zijn die binnenwegen. Zodra we bij een tolweg komen, zullen we daar – geheel tegen onze gewoonte in -  zeker gebruik van gaan maken. Morgen meer.

P.S. Volgens mij kun je de foto van het palais idéal hier bekijken:

https://www.google.it/search?q=palais+id%C3%A9al+in+hauterives&tbm=isch&source=iu&ictx=1&fir=D2NPoDuqRGA-CM%252CAAAAAAAAAAABAM%252C_&usg=__sLvmdQUBICLgrzxO-9hcAtNC1NY%3D&sa=X&ved=2ahUKEwi8zpOSxpLdAhWEjywKHXhaAvEQuqIBMA56BAgJEAk&biw=1094&bih=488#imgrc=oYVcuMtvtEeDFM:

30 augustus 2018

We staan in Fiorenzuola d´Arda in de buurt van Salsamaggiore (ofwel ergens bij Parma). Vandaag rijden we door naar Viareggio waar we ´de NKC-groep´ ontmoeten. We hebben dus een grote omweg gemaakt omdat de brug van Genua is ingestort, reden waarom ik mijn hart vasthoudt bij de vele viaducten die we vandaag moeten nemen.

We kregen via de groepsapp bericht dat er al een paar medereizigers op de camping Viareggio zijn aangekomen. Morgen hebben we een georganiseerd welkomstdiner. We zijn razend benieuwd hoe dat gaat. In het reisboek staan tips: zaterdag varen we over, de tocht duur 4,5 uur, neem boterhammen en drinken mee, aan boord is het duur. Ik kijk in de diepvries, geen brood meer. In het dorpje hier is vast wel een bakker en ja hoor, aan het pleintje bij het oude klooster onder een megagrote lindenboom hangt een bord ´prodotti alimentario´.

Ik commandeer Laika te gaan zitten en maan haar “wachten!” Na enig aandringen doet zij wat ik zeg. De winkel staat redelijk vol, het is waarschijnlijk de enige winkel in het gehucht. Als Laika trouw zit te wachten begint er een klant te applaudisseren. Zo´n gehoorzame hond verdient applaus! Dit applaus zet de andere aanwezigen aan tot een praatje met mij. Help, ik versta er niets van, maar laat dit niet merken. Het gaat over Laika, dat begrijp ik wel, en er roept iemand knikkend naar het schatje ´bravo, bravo!´ en dát snap ik ook. Als ze merken dat ze van mij geen antwoord krijgen (alleen maar een vriendelijk lachje) gaan ze met elkaar aan de gang en zo werd het toch nog gezellig!

De Italiaanse winkelier lijkt druiven per stuk te verkopen zo langzaam gaat het. In elk geval verkoopt hij wel boterhammen per stuk. Er ligt één brood van een meter lang op een plank. Als ik na enige tijd aan de beurt ben wijs ik daarop en vraag ik of ik daar een stuk van kan krijgen. Ja hoor, dat kan. Zo lang? Of zo lang? Met zijn mes geeft hij de lengte aan. Ja, doe maar zo lang. Ik wijs naar de snijmachine, en vraag of er plakken van gesneden kunnen worden. Ja, ook dat kan, maar niet met de machine. Meneer zwaait met het mes en begint een paar fikse hompen af te snijden. ¨Ik snij zelf wel¨ probeer ik hem tegen te houden, maar nee ¨servizio signora¨ en hij snijdt lustig door, grote stappen gauw thuis. Acht boterhammen tel ik, voor twee euro. ´t Is te geef.

Om vier uur komen we aan in Viareggio op de camping. Ik denk dat we de laatsten zijn, want bij de receptie roepen ze al ¨Bent u Van Wiek van de NKC?¨ Wat worden we hartelijk ontvangen door de mensen van de groep! Ik verbaas me dat zo veel NKC-ers onze naam weten! Tijdens het kennismakingsweekend hebben we wel met iedereen kennisgemaakt, maar ik onthoud niet alle namen, ik ben al blij als ik gezichten onthoud.

Enfin, we vinden een zanderig plaatsje onder bomen. De camper ligt binnen een mum vol met zand. Zo´n camping is wel weer even wennen voor ons, we staan altijd op camperplaatsen en echt waar, hier is het heel anders dan op een camperplaats. Kinderen krioelen luidruchtig om ons heen, Laika mag niet loslopen, buurman die op anderhalve meter afstand zit, is aan het barbecueën waarbij dikke stinkende rookwolken over de hele camping waaien. Diezelfde buurman (vol tatoeages), heeft een slingertje bontgekleurde kerstboomlampjes aan zijn luifel gehangen ter verhoging van de feestvreugde. Ze knipperen zenuwachtig aan en uit. Is dat leuk? De tv kan niet aan, want we hebben een plek met bomen, dus geen ontvangst. We staan vlakbij het toiletgebouw en zien de mensen met hoge nood in en uit lopen. Leuk? Ach, misschien wel, maar nu is het nog even wennen.

Vanmiddag briefing met een welkomstborrel en instructies voor inscheping naar Corsica morgenvroeg om acht uur. Het is een uur rijden naar de haven van  Livorno, en je moet er een uur van tevoren zijn, dat wordt dus een vroegertje.  Laika mazzelt wel als enige hond in het gezelschap. Ze wordt al bestempeld tot NKC-mascotte en ze laat zich alle aaitjes en knuffeltjes met graagte welgevallen.

1 september 2018

Andere keren gingen we altijd goed voorbereid op pad. We wisten wat we wilden zien, organiseerden van alles en lazen ons goed in. Nu niet. Door omstandigheden hebben wij ons er wat gemakkelijk vanaf gemaakt, alles is geregeld, het is een georganiseerde reis, maar tot nu toe bevalt het ons prima. In het grote reisboek dat we kregen, staat precies waar we heen gaan, wat we gaan doen, wat interessant is en waar we op moeten letten. Heerlijk,  helemaal uitgestippeld. We waren wat bang dat dit onze zelfstandigheid een deuk zou bezorgen, maar dat is toch niet zo. Het is niet eens een kwestie van wennen, het gaat gewoon vanzelf. Het is een leuke groep mensen, het klikte eigenlijk gelijk al.

Een bustocht van een hele dag stond vandaag op het programma. Om kwart voor negen stond er een flinke bus bij de receptie. We geven Laika een laatste instructie ¨jij moet op het huis passen” en stappen dan de bus in. Eerlijk is eerlijk, een beetje zielig voor Laika vonden we dat wel, maar het moest maar.

Op dat moment wisten we nog niet dat de weg die we te gaan hadden zó smal en zo bochtig was en zo hoog door de bergen. Ook niet dat er zulke diepe ravijnen vlak naast de weg waren. Hier en daar in de diepte lag een neergestorte auto! Gelukkig kende onze chauffeur de breedte van zijn bus blijkbaar heel exact, maar een beetje griezelig vond ik het wel hoor. Daar staat tegenover dat de mooiste vergezichten voor ons lagen, de lieflijkste dorpjes met de vele bloemen, we passeerden schattige kerkjes uit de tijd van de moren, wel vinden we beiden het eiland erg toeristisch, niet erg irritant, maar een beetje weinig authentiek is het wel. Maar dat geeft niet, het betekent ook wel weer dat er veel knusse terrasjes te vinden zijn en veel leuke winkeltjes. Vooruit dan maar. 

Een heerlijke maaltijd stond al voor ons klaar in één van de vele leuke restaurantjes onderweg, helemaal leuk en goed. En toen gauw terug naar de camping, die ons dit keer veel beter bevalt dan de vorige. Kortom, er zijn pas twee dagen georganiseerd verstreken, maar die beloven veel goeds. Morgen vrije dag, we brengen de fietsen in stelling.

Woensdag 5 september 2018

Calvi is een iets groter kustplaatsje dan de meeste kustdorpjes, dat gaan we dus bezoeken. Egbert tilt de fietsen van de drager en even later fietsen we over de vreselijk drukke kustweg. Doodeng. Het is een smalle weg, de auto´s scheren vlak langs je heen. Maar we halen Calvi heelhuids, zetten de fietsen op slot en gaan lopend verder. Boven de stad uit torent de Belvedère, een megagroot verdedigingswerk zoals zovele op Corsica, want de geschiedenisboekjes staan boordevol met oorlogen, piraterij, plunderingen enz. waartegen de Corsicanen zich door de eeuwen heen hebben moeten verzetten. Om de Belvedère heen is de oude stad, dáár moeten we dus zijn en dat betekent naar boven. Klauteren en klimmen. Het is behoorlijk hoog, en behoorlijk warm, maar voor echte Hollanders geldt: ¨ik worstel en kom boven.¨ En zo geschiedde….

Of het daarboven de moeite van het klauteren waard was? Nou…. Ik ben wel blij dat we het gezien hebben, maar spectaculair…nee, niet echt. Het uitzicht is er wel heel mooi, maar we waren er gauw uitgekeken en daalden dus snel weer af naar het beneden gelegen stadje. Daar zijn we het winkelstraatje ingedoken. Jurkjes, bloesjes, zonnehoeden, badlakens, souvenirs, pfff…. maar vooral veel eettentjes, ijszaakjes met schreeuwerige borden, toeristische commercie, en opeens staan we voor een kerk. Hij is nog open ook, dus wij naar binnen. Heerlijk koel, alleen daarvoor al… Als we weer naar buiten lopen valt de warmte op ons, en dat doet ons besluiten huiswaarts te fietsen weer langs die drukke autoweg.

Het water loopt ons over de rug en ik neem een duik in het zwembad van de camping, Egbert gaat douchen. Om vijf uur gaan we gezellig borrelen met de groep, maar er is nog wel tijd voor een seniormomentje, zodat we om vijf uur fris en fruitig op de borrel aankomen. “De wijn moet op” zegt Gerard “anders moet ik het allemaal weer meeslepen, dus doe je best!” Betsie sleept met bakken vol kaasjes, stukjes worst en pinda´s. En wat denk je wie de grootste afnemer is? Onze Laika! Die kleine vrolijke dame windt iedereen om haar pootje en met haar charme troggelt ze menig stukje worst af. Een echte femme fatale!

Donderdag 6 september 2018.

Wat een schitterende tocht hebben we vandaag gemaakt. We stonden vaker stil dan dat we reden, want uitzichtpunten kun je natuurlijk niet voorbij rijden. Terwijl we zo staan te smullen van de hoge bergen en de diepe dalen, komt er een Nederlander met een hondje bij ons buurten. “We zijn hier al zes dagen en ik heb niet één Nederlandse camper gezien, en opeens…. zijn er zoveel! Is er een schip met NKC-campers aangekomen of zo?” Grappig he? Hij vertelde ook dat hij vanmorgen had getankt, de pompbediende kwam hem helpen, heel vriendelijk, hij bedankte hem daarvoor hartelijk. Maar…. de prijs van een liter diesel is normaal 1,53 en hij moest 2,--per liter betalen. Dankzij de hulp van die vriendelijke pompbediende. 

Op de app ontvingen wij het lugubere bericht dat één van onze medereizigers een verstekeling aan boord had: een slang! Hoe griezelig kun je het hebben, maar Edward wist dat er geen gifslangen op Corsica voorkomen. Nou ja, het blijft eng, maar dit neemt wel de ergste rillingen weg. 

De route was uitgestippeld: van Calvi naar Ajaccio, kriskras door het bergachtige land, via een rode weg, maar Hugo kwam op het idee om de veel avontuurlijkere gele weg te nemen. Hij kreeg medestanders, en zo ging de ene helft linksaf en de andere rechtsaf. Dat is nou zo leuk, alles kan en mag. Maar wij-zelf vonden deze rode weg avontuurlijk genoeg en ook mooi genoeg ook, dus volgden wij gehoorzaam de uitgestippelde weg. Schitterend!! Morgen gaan we Ajaccio bekijken, om half elf gaat de bus.

Vrijdag 7 september 2019

Ajaccio, een exotischer naam kun je niet bedenken. Ik had me erop verheugd, de stad te bekijken waar Napoleon geboren is. Vanmorgen togen we de stad in nadat Gerard even ons geheugen had opgefrist over Napoleon´s levensloop. Dat hij met negen jaar al naar Frankrijk ging om de Franse taal te leren (hij sprak Corsicaans) en op zijn elfde jaar zat hij al op een militaire academie, met zijn zestiende was hij al iets hoogs in het leger en dát zorgde ervoor dat hij het ook hoog in zijn bol kreeg. Het ging hem enorm voor de wind, en net als Hitler ontwikkelde hij een enorme expansiedrift, de hele wereld wilde hij innemen en een paar overwinningen sterkten hem daarin. Gerard vertelde over Napoleons jammerlijke afgang in Rusland, het land met de verschroeide aarde, zijn verbanning naar Elba, zijn ontsnapping, de hernieuwde pogingen om Frankrijk groot te maken die uiteindelijk mislukten en daarna zijn verbanning naar St. Helena. Ach, we kennen het verhaal wel, maar het was toch wat weggezakt.

Hoewel heel Corsica Napoleon ademt, vereert met standbeelden, monumenten zo ongeveer op iedere hoek van de straat, verbaast het ons zeer dat dit zo is. Hij was uiteindelijk iemand die honderdduizenden doden op zijn geweten had. Net zoiets als Hitler, alleen de Holocaust niet, maar een boef was het wel. Bovendien waren de Corsicanen helemaal niet blij met hem. Hij had helemaal niets gedaan om Corsica te helpen zelfstandig te worden, wat ze zo graag wilden, nee, Napoleon verloochende zijn redelijk eenvoudige afkomst al was zijn familie wel adellijk, maar dan toch zeker was het verarmde adel. Daar boogde Napoleon niet op, dus de Corsicanen zijn best een beetje boos op hem, maar daar merk je niets van want bijna elke straat, plein, kerk, museum, ga maar door, straalt Napoleons glorie uit. Hoe kan dit? Waarom is dit?  Het levert natuurlijk best wel veel inkomsten op, de toeristen betalen grif goud geld om zijn monument te kunnen bekijken, zijn geboortehuis, het bed waarin hij eenmaal geslapen heeft en spulletjes waarmee hij zich omringd heeft. Napoleons hoogmoed die hem ertoe dreef zichzelf tot keizer te benoemen… Tja, en dat voor zo´n schurk! Zo zie je maar Hoogmoed komt (niet altijd) voor de val. Of uiteindelijk toch wel?

In elk geval hebben wij Ajaccio bekeken en ik moet zeggen, het is een aardige stad. Niet uitzonderlijk mooi, ook niet veel bijzonders te zien. Je bent er vrij snel uitgekeken, weer erg veel van hetzelfde: toeristische commercie, winkeltjes met allemaal dezelfde prullen, en werkelijk ik heb nog nooit zoveel terrasjes in een stad gezien als hier. De warmte dwong ons van schaduwplekje naar schaduwplekje te springen, tot we er genoeg van hadden en toen hebben we (een beetje van ellende) maar een toeristentreintje genomen om het monument van Napoleon een heel eind verderop, te gaan bekijken. Zo´n stuk lopen zagen we niet meer zitten in de hitte en ik ben blij het monument dat op elke reisgids staat afgebeeld, te hebben gezien, al moesten we daarvoor wel met zo´n stom treintje!

Arme Laika was de hele dag alleen in de camper, maar ze had het daar beter dan in Ajaccio in de brandende zon, alleen beseft ze dat niet, ben ik bang.

zaterdag 8 september 2018

Het is negen uur precies als de bus, bestuurd door Messy, een mooie jonge dame, van de camping afrijdt en wij verwachtingsvol de excursie beginnen. We nemen deel aan een dagtocht door het mooiste deel van Corsica Sagona, Cargese, Piana, Porto, Vico, enz. een mooi blond Duits meisje is de gids, zij gaat ons alles vertellen over de streek, de cultuur, de geschiedenis enz.

De route voert over de D81, de weg die sommigen van onze groep hadden gereden in plaats van de beschreven weg, en die mensen wisten ons te vertellen dat het een supermooie route is langs Les Calanches, adembenemende bergen met bijzondere rotsformaties, maar dat de weg wel erg smal en redelijk gevaarlijk is. Owee.

Nou, dát klop, maar de lieftallige chauffeuse draaide haar hand niet om voor een robbertje draaien en kronkelen over de smalle weg, waarbij zij tegenliggers regelmatig dwingt achteruit te rijden omdat wij eraan kwamen. Soms wel met zes auto´s tegelijk. Soms was het kielekiele: kan het net wel, of kan het net niet? Niemand mopperde, maar wij zaten met kromme tenen en vol afgrijzen naar de diepe ravijnen pal naast onze wielen te kijken. Het ging goed. De kleine charmante Messy had alles onder controle en zo konden wij Les Calanches goed bekijken.

Daarvoor kwamen we ogen tekort. Tjonge wat een schoonheid, wat een adembenemende natuur, wat hoog zijn de bergen (wel 3.000 mtr), wat veel schitterende planten, waar onze gids van alles over vertelde en dan de vele dieren die hier frank en vrij loslopen.

Wij als passagiers hadden maar één taak: al die schoonheid in ons opnemen en foto´s maken. Daar hadden we het dan ook behoorlijk druk mee, maar dat deden we met veel plezier, helemáál toen we geconfronteerd werden met een wegversperring, een hele file, veroorzaakt door een kudde varkens die lui en onbeweeglijk midden op de smalle bergweg siësta hield. De zwijnen voelden zich hier heer en meester en waren echt niet van plan om opzij te gaan. Dit is hun domein, dus voor de gemotoriseerde weggebruikers zat er niets anders op dan te proberen om de dieren heen te laveren, wat de varkens heel normaal vonden. Sommige optimistische bestuurders deden nog een poging om ze weg te jagen/schoppen, maar nee…. zwijnen zijn consequent: nee is nee.

In Cargese staan twee kerken, een Rooms Katholieke en een Grieks Orthodoxe, beide geleid door één RK priester, sinds de Griekse leider is gestorven. De kerken lijken elkaar aan te kijken, de voordeuren recht tegenover elkaar met een ondiepe kloof ertussen. Beide met een schattig pleintje ervoor, een mooie lommerrijke boom, een houten bankje, maar vooral het fabelachtige uitzicht over de diepblauwe zee aan de voet van de rots. Wat een weldadige rust, zo mooi, echt zo´n sereen plekje waar alleen de vogeltjes het hoogste woord hebben, tenminste als de NKC-bus weer vertrokken is.

Dan beginnen onze magen te knorren en daar weten de Corsicanen wel een oplossing voor. Een verrukkelijke maaltijd wordt er voor ons aangerukt in een aantrekkelijk restaurantje. Het is spaghetti met van alles erop. Om die lange slierten een beetje fatsoenlijk naar binnen te werken is nog geen appeltje eitje, daar moet echt wel even op geoefend worden, en dát gebeurt comme il faut onder de deskundige leiding van Betsy die het klappen van de zweep wel kent.

Na een kopje koffie nemen we voldaan weer plaats in de bus voor het tweede deel van de rit, dat naar mijn mening nooit zo mooi kan zijn als het eerste deel, want dát was zó schitterend, maar daar had ik het toch wel mis mee. Het tweede deel van de rit was net zo mooi als het eerste, maar dan anders. Kortom, het was smikkelen en smullen van zoveel moois.

Precies op tijd stonden we om zes uur weer op de camping waar onze kleine Laika wel wat erg lang de camper bewaakte, maar haar vreugde, dat wij überhaupt terugkwamen, was groot en een lekker hapje als beloning maakte ook veel goed. Een klein hondenbekkie is gauw gevuld. En zo is er een einde gekomen aan alweer een zalige dag.

Maandag 10 september 2018.

Er zijn twee campers bij onze groep, die lijken op luxe touringcars, net zo groot en net zo hoog. Dat betekent dat zij niet kunnen meeloten, zoals alle anderen, voor een eerlijk plekje op de camping. Zij hebben meer ruimte nodig en er mag geen boom met lage takken op dat plekje staan. Dát betekent dat zij vaker onbelemmerd de tv-satellietsignalen op hun schotel kunnen ontvangen, en dát betekent dat zij gisteravond hun ruime plek wel moesten omtoveren tot een soort bioscoopsetting. Nederland-Frankrijk voetbalwedstrijd zou om negen uur op de tv zijn en dáárvoor wil de gemiddelde NKC-er wel met een stoeltje slepen. Overdag liep Martin  al met een schroevendraaier en draadjes druistig te doen, en Karin stapelde de ene plastic bak op de andere, totdat er een stellage was ontstaan waar de televisie op kon staan. Plek zat op Martin-Karins-terrein dus daar zat de gedecimeerde groep in bioscoop-opstelling, want niet iedereen wilde de martelgang van oranje live volgen. Want dat het een martelgang zou worden daar was zelfs de meest optimistische NKC-er het wel over eens. “Ze worden afgemaakt” en “langer dan tot de pauze hoeven we niet te kijken….” Van die dingen klonken er over de camping.

Wij-zelf staan onder een voor de satelliet ondoordringbare eucalyptusboom, dus ook wij zaten in Martins bioscoop te genieten van het veel fraaiere oranje-spel dan dat al die pessimisten hadden voorspeld. Ja goed, we hebben verloren 1-2, maar tegen een wereldkampioen als Frankrijk…??? En dát terwijl Frankrijk bevoorrecht werd, want dat delict van die ene voetballer was toch echt een rooie kaart! Zeker weten. Maar onze boys hebben zich kranig geweerd, we zijn er hartstikke trots op.

En nu is het weer maandag. Wasdag. Omdat er gisteren een wasmachine op de camping vrij was, en wij de zondag niet persé als rustdag handhaven, draaide mijn wasje gisteren al  door het sop en wapperen de T-shirtjes al de hele nacht aan een geïmproviseerd drooglijntje. Door de grote hitte elke dag weer, vliegen de T-shirtjes van hun keurige stapeltje en belanden ze binnen de kortste keren vol met mensengeurtjes in de wasmand. We zijn niet zo erg gevoelig voor een vlekje meer of minder, maar volgezweten T-shirts…. nee…

Gisteravond hebben we de Middellandse Zee bezwommen. O, wat heerlijk, wat heerlijk. De rit gisteren van Ajaccio naar hier Ghisonaccia is weer alle superlatieven waard, zo mooi, maar de hitte ook, dus zochten we verkoeling en stapten we zo zonder blikken of blozen in het zoute water. Dat zout vind ik persoonlijk iets minder, maar mensen… die temperatuur… dat heldere water… dat zachte warme zand… heerlijk, heerlijk. Laika vond het minder, want die moest aan een paaltje vastgebonden worden. Onze held Laika is bang voor alles wat zij niet kent, dus ook voor omrollende brandings-golfjes. Ze vluchtte angstig alle kanten op en omdat wij rustig even wilden zwemmen, werd de vastbindmethode toegepast.

Van rustig zwemmen kwam trouwens niet zo heel veel, want we merkten dat we heel langzaam door een lichte stroming zee-inwaarts gezogen werden. Dat was dus oppassen. En terwijl we zo op ons hoede zijn voor wegdrijven, zien we opeens onze kleren, inclusief Egberts klompen, in het water wegdrijven. Die hadden we op een keurig stapeltje op het strand (te dicht bij het water) gelegd. Een dikke golf had zich daarover ontfermd en nu moesten wij maar weer zien de spulletjes in veiligheid te brengen. Dat was nog niet zo heel eenvoudig, want lopen tegen een stroming in, door zand waarin je wegzakt tot aan je knieën….  maar het lukte, en zodoende heb ik nu ook weer iets te vertellen. Toch? Wat is een reisverhaal waarin niets te vertellen is?

Vandaag rustdag, dus….. luieren.

12 september 2018

Een drukke dag vandaag. Onze laatste dag op Corsica. Nee toch? Ja toch! De tijd vliegt,  zeker als er mooie dingen gebeuren. Morgen varen we over naar Sardinië. Omdat de veerman niet zijn hele veerboot vol met NKC-ers wil hebben, (want dan kunnen er geen ´gewone klantjes´ meer met hem mee) heeft Gerard de groep opgesplitst in groep 1 en groep 2. Groep 1 heeft pech, die moet vroeg uit de veren, wij zitten in groep 2 wij mogen dus een uurtje langer van Corsica en van ons bed genieten.

Maar vandaag was wel een afscheidsfeestje voor Corsica,  hoor. We waren in Bonifacio. We hadden ons er niets van voorgesteld, want zoals ik al eerder had gemeld vonden wij de Corsicaanse natuur adembenemend, maar de plaatsjes….. ach…. Als je er één gezien hebt, heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Ze zijn heel toeristisch en een beetje erg gericht op de portemonnee van de toeristen. Dat is wel logisch, want de Corsicanen moeten het van het toerisme hebben, er is nauwelijks industrie, er is geen bedrijvigheid alleen maar toerisme en daarom is de toerist koning.

Bonifacio daar waren we vandaag. In tegenstelling tot al de andere plaatsjes, is dit een leuk plaatsje. Ook wel hordes achter elkaar aan slenterende toeristen, maar er is veel leuks te zien, de straatjes, de hele oude huizen, alles hoog op een berg en gelukkig bracht zo´n suffig toeristentreintje (met een namaak locomotief ervoor) ons naar boven. We beginnen die stomme treintjes toch te waarderen want het scheelt wél een heleboel zweetdruppeltjes. Het was vandaag uitzonderlijk heet, stel je voor je moet naar die bovenstad lopen…! Het treintje zette ons dus boven af bij de ingang van een klein winkelstraatje. “Owee, daar gaan we weer,” dachten we, maar het was toch wel leuk. Hele oude huizen, hele oude kerken, hele oude trappen en kinderkopjes op de straatbodem, maar vooral het uitzicht over de zee… zo mooi, in de verte zie je Sardinië. Er is een Belvédère zo groot imposant, vandaaruit werd de vijand in de gaten gehouden.

Er kwam net een schip binnenvaren in de natuurlijke haven van 1,1 km lang, een soort fjord, dat schip is van een meneer die de oprichter is van een fotobewerkingsprogramma op internet. Het is nogal goed in de smaak gevallen blijkbaar, want de meneer heeft grif tachtig miljoen voor het scheepje neergeteld en geniet nu van de aanblik van zijn tienkoppige vaste bemanning die aan het poetsen is, en touwen knoopt enz. Alle personeel is gekleed in een soort fotobewerkings-uniform zodat je goed kunt zien dat het personeel is. Lekker decadente boel en echt, heus, dit is geen jaloezie van mij.

Het mooiste kwam ook nog. Om twee uur had Gerard een schip geronseld (niet zoals de man van tachtig miljoen) maar een lekker bootje waar we met z´n veertigen in konden om te genieten van het kristalheldere water, van de speciale rotsen, heel ver in de hoogte zagen we Bonifacio liggen, de stad die we van onder en van boven, van binnen en van buiten hebben gefotografeerd. De vele grotten waar de boot zomaar gewoon in kon varen, de Blue Lagoonstrandjes, de vissen die we bijna konden tellen, ge-wel-dig, super-de-super. Enige minpuntje was de temperatuur. Mijn hemel wat was het warm, verzengend, maar goed we zijn dapper en trotseren dit ongemak om al dit moois te kunnen bekijken.

Om vier uur stak Egbert de sleutel in de camperdeur en daar kwam onmiddellijk een klein bruin schatteboutje uit rollen. In de camper 34 graden, arme beest, en desondanks was hij toch weer zo dankbaar en blij. Morgen dus over naar Sardinië, een beetje weemoedig, maar ook benieuwd wat ons daar te wachten staat.

Donderdag 13 september 2018

Precies volgens afspraak staan we op de kade, maar de incheckbalie is nog niet bemand. We moeten even wachten. De  halve NKC-club zit op een bankje voor de receptie te wachten op enige beweging in het kantoortje. Ik ook. We gebben wat en er wordt koffie geschonken. Opeens word ik op mijn schouder geklopt. Een officieel uitziende man met een automaatje om zijn schouder vraagt mij welke camper van ons is. Ik ben stomverbaasd, we zitten daar met z´n allen en mij pikt hij eruit? Is dit verdacht? Wat moet ik hiervan denken. ”Waarom vraagt u dat?” antwoord ik. “Welke camper is van u?” Ik wijs met mijn hand, dáár helemaal achteraan. “Kom, dan gaan we daarheen.” Barbara pas op, schiet er door mij heen. Maar we lopen toch richting onze camper en ik zie Egbert achter ons aan komen. Gelukkig maar, want ik vond dit heel vreemd. De andere NKC-ers gaan naar de receptie en ik sta daar met die man…

Bij de camper aangekomen tikt hij ons kenteken in zijn automaatje. Er rolt een sticker uit en die moet op het raam geplakt worden. “En wat nu” vraag ik hem wat onnozel. “Nu niks, het is klaar, u kunt straks gewoon de boot op!” Moet ik dan niet inchecken, vraag ik nog eens, hij begint te lachen, nee hoor, dat is bij deze gebeurd.

Als hij wil weglopen pak ik hem beet bij zijn schouder. “Waarom pikt u mij eruit, we zitten daar met z´n allen, en alleen mij checkt u in, ik begrijp het niet!” Hij begint weer te lachen “U bent vast the boss, he? Zo ziet u eruit, en ik dacht gewoon die mooie mevrouw moet ik hebben.” Nou ja! Ben je 74! Wat overkomt mij nou!

Enfin, zonder enig probleem komen we op de boot, we lopen de smalle trap op naar boven en even later vaart de boot uit. Arme Laikaatje heeft het niet meer van ellende. Ze bibbert en trilt, oortjes plat in haar nek, ze maakt zich zo klein mogelijk en verandert van een vrolijk dartelend hondje in een zielig hoopje ellende. De gehalveerde groep NKC-ers ontfermt zich over haar. Iedereen heeft met haar te doen. Ze heeft nog nooit in korte tijd zoveel kriebeltjes, krabbeltjes en aaitjes gekregen als nu, maar niets helpt. Zodoende heb ik de hele (50 min) overtocht wijdbeens met een bibberend stukje hond doorgebracht, zodat ze kon “schuilen” onder mijn rustgevende benen.  

We zijn heelhuids in Sardinië op de camping aangekomen. Die schat van een Gerard heeft een plekje onder een afdakje geregeld, want morgen moet Laika weer de hele dag alleen blijven en op het huis passen en de zon wordt door het afdakje geblokt. Prima. Egbert scharrelt nog wat heen en weer met de camper, als hij opeens een harde knal hoort. Owee, hij was vergeten dat de stroomdraad er al aanzat en die trok de hele elektrische aansluiting van de camper kapot. Owee, de aansluiting gescheurd, draadjes kapot, au, au!

Geluk bij een ongeluk was dat Gerard toevallig getuige was van dit debacle, en Gerard heeft blijkbaar gouden handjes. Hij snelde naar zijn camper om zijn gereedschapskist te pakken. Terwijl Egbert nog naarstig op zoek was naar een schroevendraaier die wij toch echt heus ook wel ergens in de camper hebben, kwam Gerard al aan met een complete uitrusting! Hij draaide wat, mopperde niet eens, niet één keer zelfs, en toen was de elektra weer gerepareerd. Heerlijk zulke handige mannen. Sorry Egbert, jij hebt ook je kwaliteiten, maar dit soort akkevietjes zijn niks voor jou.

14 september 2018

Vanmorgen om half acht brandde de zon er al stevig op los. Het belooft alweer een bloedhete dag te worden. Ik liep op het veldje achter de camping want Laika moest even goed uitgelaten worden, wij hebben een excursiedag met een bus. Om negen uur geven we de kleine krummel een knuffel en dan stappen met z´n allen in de bus, die via en schitterende kustweg richting onze eerste koffiestop koerst naar het kunstenaarsdorpje, San Pantaleo. Een heel vriendelijk dorp met veel bloemen en een oud kerkje aan een pleintje waar oleanders uitbundig bloeien. De koffie is heerlijk en dan gaat het verder door een schitterend landschap met hoge bergen met de meest grillige granieten rotsformaties.

Na de koffie komt een waar staaltje cultuur aan bod. Een opgraving waar wij vol bewondering naar kijken. In de omgeving van Arzachena is een heel Nuraghisch dorp opgegraven, Ik had nog nooit gehoord van een Nuraghisch volkje, maar dat leefde in het jaar 1600 vóór Chr. hier op Sardinië en waar ze woonden kunnen wij nu bekijken.

In Griekenland kwamen we ooit iemand tegen die ons vroeg wat wij van “al die ouwe stenen” vonden, hij vond er maar niks aan. Toen wij zeiden dat die ´oude stenen´ ons inzage geven in de oude culturen, antwoordde hij “ja, ik weet het wel, dat waren de piramides van de Farao´s!” Ja, ja.

Deze ¨ouwe stenen¨ getuigen nog steeds van een rijke oudheid en wij zijn blij dat ze nog bestaan en dat we ze mogen bekijken. Ze moeten gekoesterd worden en vooral goed bewaard. Al houd je helemaal niet van dit soort culturele hoogstandjes, het kan niet anders of hier krijg je er vast en zeker wel respect voor.

Vanaf deze historische plek loopt een wandelpad naar beneden, Egbert waagt zich eraan, want het zou een heel mooie route zijn, maar mij was het veel te warm, ik ging dus met een paar andere dames met de bus naar beneden waar we op de wandelaars wachtten en waar we gezamenlijk een Nuraghische tombe gingen bezoeken. Overal hoorden we de fototoestellen inzoomen en clicken. Zeer de moeite waard.

Huppekee… weer de bus in, op weg naar een wijnproeverij, waar we getrakteerd werden op een lunch, die een viersterrenmaaltijd genoemd kan worden. Heb ik ooit gedacht dat de Italiaanse keuken zich beperkt tot pasta en pizza, dan had ik het mooi mis. Dit was een maaltijd vol verrassingen en de wijn deed de rest. Aan tafel begon het al. Dachten wij met een rustige  groep NKC-ers op reis te zijn, nou vergeet het. De tongen kwamen los en het aanvankelijk zo rustige gezelschap veranderde allengs in een lachende, luidruchtige, vrolijk zingende groep. André Hazes was pontificaal aanwezig! Echt waar!

Nog even over mijn persoonlijke eerste indruk van Sardinië. Over de bouwstijl. Corsica vonden we qua bouwstijl echt lelijk. Allemaal grote vierkante blokken huizen met ramen en deuren, over het hele eiland zo ongeveer allemaal dezelfde huizen. Hier in Sardinië zijn de huizen veel fantasierijker, aantrekkelijker en veel leuker om te zien. Maar toen we daar iets over zeiden, antwoordde Edward dat dit ook wel het rijkere deel van Sardinië is, verderop zal het anders zijn. We wachten af en jullie horen het.

16 september 2018

Het is zondagavond, we komen net terug van een spektakel van jewelste. Bij Oliena staat een kerkje, piepklein maar o zo schattig. Een replica van de zwarte Madonna van de abdij De Montserrat bij Barcelona, is hier in dit kleine kerkje het trotse pronkstuk. Deze replica maakt dit kerkje tot een bedevaartskerkje. Het ligt aan de voet van een hoge berg verscholen tussen olijfbomen, prachtige planten en een plein ervoor waar gefeest wordt. Het is een bedevaartskerkje en dáár mag worden gedanst, gezongen, gegeten en gefeest. De NKC heeft dit super-idyllische plekje ontdekt en daar staan nu 22 campers te genieten van de sfeer. Vanavond hadden we een gezamenlijke maaltijd met de burgers van Oliena.

Wat ik me ervan moest voorstellen wist ik niet, maar nu weet ik hoe ze dat hier doen. Er is een grote ruimte met aan één wand van links tot rechts een enorm haardvuur. Daarvóór staan rekken vol met schapenvlees te roosteren, afgewisseld met spiesen kalfslappen. Vol ontzag bekijk ik het vlees als de kok opeens een stuk afsnijdt en mij dit hoogst persoonlijk in mijn snavel stopt. Ik proef… o wat lekker… o wat heerlijk… dat is toepasselijk voor deze plek: goddelijk!

De tafel hangt over van de heerlijkheden. Groente, pastaschotels, brood, vlees, fruit, ga zo maar door. Alles in overvloed. Een gitarist brengt de stemming er aardig in met zijn deuntjes en al gauw gaat de meute over op ´Geef mij maar Amsterdam’  en ´datte me toffe jonges zijn´… enz. Gerard is de zingende voorganger, in zijn kielzog Betsy, en de rest volgt luid en duidelijk.

Als de watermeloenen op zijn, de peren en perziken verorberd en de wijn is in de man, staat er op het knusse pleintje een kraampje met koffie, likeur, koek, en nog veel meer. Plaatselijke dansen werden opgevoerd, natuurlijk doen we mee, maar mij lukte het niet goed om in het ritme te komen met zoveel heerlijks in mijn buik.

Morgen vroeg op voor ons doen, we gaan een jeepsafari maken en dan ga ik ook verder met dit verhaal.

Maandag, 17 september Jeepsafari.

Zes grote landrovers boordevol met 42 uitbundige NKC-ers. Dat belooft een gezellige boel te worden, maar niet direct, want eerst moeten we ons zien te installeren in de krappe jeeps. Egbert heeft met zijn lange benen een kinderplaatsje achterin en moppert wat af. Helemaal toen de weg ophield en overging in iets wat niet op een weg leek, en wij heen en weer geschud werden zodanig dat ons bloed in onze aderen gekarnd werd. Af en toe een knal, dat was Egberts hoofd tegen het dak. Hij vond het helemaal niks. Maar toen kwamen we aan op het hoogste topje van de beklommen berg. Daar zat een Zwitsers echtpaar koffie te drinken. Lekker rustig en lekker stil zullen ze gedacht hebben, tja, en toen kwam de NKC-meute. Maar ja, het leven is niet altijd leuk, ook niet voor Zwitsers. Bij ons was Robin de Nederlandse gids die ons van alles vertelde daar boven op de berg, hoe arm de bevolking vroeger was, hoe de malaria heeft huisgehouden. Duizenden Sardijnen stierven eraan, totdat de Amerikanen het hele eiland volspoten met DDT en toen was het over. In al die jaren waren de mensen echter resistent geworden tegen de malariamug en dat is de reden waarom de mensen hier zo klein zijn.

Vanaf dat topje konden we de hele omgeving zien, allemaal dorpjes in het dal en in de verte. Wat een uitzicht, en wat heerlijk koel is het hier. Er staat nog een klein schaapsherdershutje waar ik me niets bij kan voorstellen hoe hier mensen, gezinnen in geleefd kunnen hebben, maar toch is het zo. Onvoorstelbaar.

Terug in de jeeps, Egbert weer zijn lange benen in zijn nek en zijn hoofd ingetrokken als een schildpad, richting koffie, en vandaaruit stond ons een grot te wachten. Een grot van kalksteen, waar Robin ook van alles over verteld, over verdwerging van de dieren, waar dat door kwam, over de bewoners enz. De grot ligt hoog in de berg en daar was je niet zomaar, daar moesten we echt wel even stevig voor in de benen. Maar de klauterpartij waar je U tegen zegt, was de moeite waard. In een grot waar ooit een waterstroom het gesteente heeft gevormd waar door de eeuwen heen druipstenen gevormd werden, die we nu kunnen bewonderen. Super, super, super.

En toen kwam het. De tocht vandaar naar een locatie ergens in the middle of nowhere waar schaapsherders onder een enorme olijfboom een maaltijd voor ons bereidden. Dat ging niet meer over een weg, nee dat kun je geen weg noemen, maar dat ging dwars door de ruigte over grove rotsblokken, boomstammen, diepe geulen, mijn hemel we  werden gecentrifugeerd. Arme Egbert op zijn kinderstoeltje, en het was nog niet zomaar over ook. Maar eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming maakte die alles goed. De meest verrukkelijke hapjes werden daar voor ons geserveerd. We hoeven ons  geen zorgen te maken over de Sardijnse keuken… die is grandioos. Ik denk dat de mensen hier eeuwig in de keuken staan zo uitgebreid als ze hier eten. Wij wisten het te waarderen, al heb ik moeite met alweer een klein varkentje dat het loodje heeft moeten leggen tegen deze overmacht van rammelende magen. Nou ja, het is niet anders en het was super.

Dat kan ik niet van de terugweg zeggen, die ging weer door diepe geulen en langs afschuwelijke hellingen, maar de kromme tenen konden we na een half uurtje weer rechten en toen was het avontuur afgelopen. Bij de camper gekomen was ons Laikaatje weer zó blij, en helemaal toen hij een stukje meegebracht vlees kreeg, alles wat hij ons ongetwijfeld verweet was daardoor vergeven en vergeten.

Woensdag 19 september 2018

We hebben te hard gejubeld over het weer. Het was tot nu toe zó fantastisch, elke dag zon, teveel zelfs, het was elke dag zó vreselijk heet dat het vaak niet aangenaam meer was. Tja, en als je daarover moppert dan zal je het weten ook, want gisteravond barstte er een onweer los dat zijn weerga niet kent. De camping (in Lido Orri) stroomde zowat de zee in, compleet met NKC-campers. Ik sliep overal doorheen, heb er niet veel van gemerkt, maar buurvrouw Riek zegt dat het water tot aan haar treeplank stond. Wauw, dat is heftig!

Vanmorgen scheen de zon weer een paar uurtjes, en die hebben we benut door een duik in zee te nemen aan het parelwitte strand hier 200 meter verderop. Heerlijk. Er kwam zomaar onverwacht een strandstoel op mijn pad en die was blij dat hij mij een plezier kon doen, dus koesterde ik me even een paar uurtjes heerlijk in het zonnetje op een strandstoel waarvan ik later hoorde dat die betaald had moeten worden, maar dat hoorde ik te laat en er kwam niemand incasseren.

20 september 2018

Vanmorgen was ik helemaal de weg kwijt. Niet figuurlijk maar letterlijk. Ik was met Laika gaan wandelen en raakte steeds verder van de camping verwijderd. Hoe ik ook zocht, ik herkende helemaal niets meer. Opeens kwam ik ergens op een heel afgelegen vies plekje terecht waar twee mannetjes bezig waren met schudden aan grote vuilniszakken. Achteraf begreep ik dat dit een camping verderop was, waar ze net als op onze camping het vuilnis scheiden. Er staan overal wel acht bakken op een rij, maar als de vuilnismannetjes zich onbespied wanen op dit afgelegen plekje, kwakken ze alles bij elkaar. Blijkbaar gaat het erom dat de gasten het idee hebben dat ze goed bezig zijn voor het milieu. Dat noem ik nou echte authentieke sjoemel-vuilnis!

De mannetjes schrokken zichtbaar toen ik opeens voor hun neus stond en ze wilden niets liever dan mij eigenhandig wegduwen. Geen pottenkijkers! Ik vertelde dat ik de verdwaald was. Dat kon ze niets schelen, als ik maar ophoepelde van die plek. De mannetjes zaten op de grond met dat vuilnis te prutten, maar één stond er op: ¨Camping Cigno Bianco?” vroeg hij. Ik heb geen idee hoe onze camping heet, maar twee woorden waren het wel, dus ik knik maar op goed geluk. “Oké, die kant op”. Mijn hemel, wat een  eind verderop! Bekaf kwam ik uiteindelijk terug op de camping waar Egbert zich al grote zorgen maakte en zenuwachtig heen en weer liep. Nou ja, eind goed, al goed. Hoi.

Nu zijn we onderweg naar Villasimius vlakbij Cagliari de hoofdstad. Onderweg stoppen we ergens op het mooiste plekje van Sardinië, aan de zee met een Bounty-strandje voor ons neus, maar wel in de stromende regen. Gisteren is het weer omgeslagen van verzengend heet, naar onweer, afgewisseld met regen, hier en daar een bui, en ook nog eens af en toe neerslag.

We moeten tanken en vinden een tank met twee prijzen: bediend kost de diesel per liter € 1.699, zelf tanken € 1.501 per liter. Raad eens waarvoor wij kozen. Natuurlijk, we blijven Hollanders. We staan dus te schutteren bij de zelfbedieningspomp, maar hoe doen we dat? “Meneer, wilt u even helpen?”  Nee, dat wil meneer niet, want we willen toch zo nodig die twintig cent voor de bediening uitsparen? Precies op het moment dat de bediende een beetje hoopvol begint te kijken, komt er een aardige Duitser aan. Hij woont hier en weet van wanten. “Ich helfe Ihnen”. Ik geef hem de euroflapjes, hij schuift ze in een gleufje, drukt op een Italiaans knopje en ja hoor…. onze tank kan gevuld worden. De pomphouder stond erbij en keek ernaar, ergernisplooien om zijn neus. “Die gierige buitenlanders” zal hij gedacht hebben….

We denken een pizzaatje te gaan verschalken, maar nee, in Italië presenteren ze overdag geen pizza, alleen ´s avonds. Althans in de pizzeria waar wij waren. Vanavond dus nog eens een aanloopje nemen en zo niet…. Dan wordt het een boterham met ei.

Vrijdag 21 september 2018

We staan nu op een heel mooi plekje op de camping. Vlak voor het hek dat toegang verschaft tot het strand met uitzicht over de baai die omringd wordt door prachtige bergen. In de verte torent een torentje, hagelwit zand tussen je tenen, helderblauw water voor je neus, bontgekleurde vissersbootjes dobberen heen en weer. Het kan slechter. De zon brandt niet meer zo ongenadig, er hangen dreigende wolken boven ons hoofd, maar wij zien die als grote parasols, heerlijk, als ze hun buien maar elders loslaten.  Vandaag een rustdag, dat betekent achterstallig huishoudelijk werk, vooral erg kalm aan, en niet vergeten af en toe een duik te nemen. Het komt dus helemaal goed: wij vermaken ons wel.

 Deel 16 – zaterdag 22 september 2018

De hitte is terug. Tjonge wat brandt de zon. Vandaag gaan we de hoofdstad van Sardinië, Cagliari, bekijken. De bus staat om 9 uur klaar en we stappen in, om een prachtige rit langs de kust te gaan maken. Karin is jarig, dus een mooie gelegenheid om haar in de bus luidkeels toe te zingen. Na het ¨hiep hiep hoera¨ haalt Karin even lekker uit met een verrukkelijke traktatie en intussen glijden de mooiste strandjes, baaitjes en landschappen voorbij, badend in de zon.

Eerlijk gezegd twijfelde ik of ik wel mee zou gaan. De meeste stadjes (vooral op Corsica) zijn erg toeristisch en ze lijken allemaal op elkaar. Ik verwachtte weer zo´n stad boordevol terrasjes en winkeltjes vol prullaria, en om daarvoor die grote hitte te trotseren en Laika weer een dag in de warme camper op te sluiten… maar Egbert haalde mij over en dáár heb ik geen spijt van.

Onderweg worden we vergast op ongelooflijk mooie uitzichtpunten, we rijden langs zoutvelden die nu geen zout-win-velden meer zijn, maar die wel als zoutvelden worden aangehouden vanwege de vele vogels die daar neerstrijken. We zien hele hordes flamingo´s in al hun gratie door het zilte water stappen. Gaby vertelt dat er één pelikaan rondstapt te midden van de flamingo´s. Deze pelikaan is single, maar niet vrijwillig, want zijn vrouwtje is drie jaar geleden overleden en aangezien er niet één ander pelikaanvrouwtje in de buurt is, en hij niet kan internetdaten, blijft hij maar zielig alleen.

Onderweg zien we veel vuilnistroep, zoals in heel Sardinië. Gaby vertelt dat Sardinië een arm land is, er kunnen niet méér vuilnismannen worden betaald. Daarom gaat de bevolking op één bepaalde dag in november, rotzooi opruimen. Vele handen maken zwaar werk licht, en dat ze trots zijn op hun eiland willen ze graag laten zien. Daarom ruimen ze gemeenschappelijk de smerige troep vóór de winter op, want dan blijft het netjes. (Dan zijn er geen toeristen meer).

In Cagliari is veel te zien. De oude stad ligt boven op een berg en dáár moeten we zijn. Dat betekent? Jazeker, weer hoge trappen beklimmen terwijl de zon zijn best doet om mij dàt bijna onmogelijk te maken. “Het zijn er maar zes” roept Gaby onze gids, maar ze vertelt er niet bij van hoeveel treden. Maar goed, ik worstel en kom hijgend boven. Wat een interessante oude wijk! Fabelachtige vergezichten over de hele stad, kleine nauwe straatjes waar de zon niet de overhand kan nemen, grote torens, en een mooie kathedraal. Blij dat we toch gegaan zijn, want dit is echt een mooie stad met veel interessants om te bekijken.

Als we de mooie oude stad bekeken hebben dalen we langzaam weer af naar de benedenstad. Dat gaat een stuk makkelijker. Beneden aangekomen storten we ons op een Italiaanse pizza, die hier wél overdag gepresenteerd wordt en hij was nog lekker ook. Op de rekening stond iets wat we gek vonden: coperto (of zoiets) voor drie euro. Dat vonden we gek, want wat hadden we dan nog meer gehad dan twee pizza´s en twee biertjes? In elk geval geen coperto, wat dat dan ook moge zijn. Heel langzaam begint me iets te dagen. Heb ik ooit niet gehoord dat je in Italië moet betalen voor je bordje en het bestek? Normaal gesproken zou ik uit nieuwsgierigheid vragen wat die coperto is, maar we hebben ons maar neergelegd bij de drie eurootjes coperto. Het zal wel goed zijn.

De warmte is ongenadig, we zijn dan ook blij dat de bus keurig op tijd op ons wacht en dat de airco het heel goed doet. Dan staat ons nog een verrassing te wachten: de jarige Karin nodigt ons allemaal uit voor een heerlijk schepijsje bij haar camper. Dat laten we ons geen twee keer vertellen. Even Laika uit de warme camper halen (36 graden) en dan smullen maar. Ook Laika geniet… zij mag de bakjes leeglikken. Daarna haasten we ons om ons om te kleden want de zee trekt wel heel sterk om een verkoelende duik te nemen.

Zondag 23 september 2018.

200 kilometer is de tocht van vandaag. We rijden van de oostkust helemaal langs de zuidkust naar de westkust waar een groot eiland (Isola di San Antioco) ligt met een camping. Die camping is onze bestemming. Bij Chia kunnen we kiezen welke route we willen nemen, het kan langs de kustweg met prachtige uitzichten over de zee én het kan langs de bergweg waar de weg kronkelig is met na elke bocht een ander schitterend uitzicht. We kiezen voor de kustweg, maar belanden per ongeluk op de bergweg. Na vier kilometer merken we onze vergissing pas, dus we rijden maar door. Geen spijt hoor, want die bergweg is fantastisch mooi.

Alleen valt ons wel op dat de Sardijnen lak hebben aan vrijwel alle verkeersregels. Ze rijden met het grootste gemak dwars over een doorgetrokken streep, en met hetzelfde gemak over een dubbele doorgetrokken streep. Ze halen in op plekken die God echt streng verboden heeft. Ze trekken zich niets aan van stopborden, noch van voorrangsborden, noch snelheidsbeperkingen, noch van….. ach bedenk het zelf maar. Bij de bochten zijn wij extra alert want vaak zitten tegenliggers juist daar (op onoverzichtelijke plekken) op onze weghelft. Egbert vloekt ze weleens verrot, vooral de motorrijders die je regelmatig de stuipen op je lijf jagen, maar zij horen Egbert niet en ze trekken zich ook niets van hem aan. Ze scheuren gewoon lekker met oogkleppen voor, door de bochten.

En nu zitten we aan een pilsje onder een anti-zonnedoek dat de campingbaas al voor ons gespannen heeft. Dat is uit te houden, Laika aan onze voeten, het ruisen van de zee in onze oren, de NKC-ers knusjes om ons heen…. Wie doet ons wat.

Deel 17     26 september 2018

Hoe stom kan een mens zijn. Ik weet dat ik er niet verstandig aan doe om dit te vermelden. Ik schaam me ook diep voor de door mij begane stommiteit. Maar hopelijk hebben jullie een beetje clementie in je mening over mij. Het is me al genoeg ingewreven, dat hoeven jullie niet meer te doen. Ik vermeld het toch maar, als jullie me maar beloven dat jullie mij deze stommiteit niet tot in lengte van dagen nadragen, ook niet in Sinterklaasgedichtjes en ook niet als het eens zo lekker uitkomt.

Wat gebeurde er?

We gingen tanken bij een zelfbedieningspomp. Visakaart eerst erin, maar dan komt het: instructies in het Italiaans. Ik speur me suf of ik er iets van begrijp en ja hoor…. dacht ik. Ik drukte de juiste knoppen in en tegen Egbert brul ik “je kunt tanken aan pomp 2”. Egbert trekt de slang eruit, maar dan realiseer ik me dat ik nog niet op het knopje van pomp 2 gedrukt heb, dus alles wordt “annulato”. Egbert hangt de slang weer op. De visakaart komt er weer uit, ik sta er wat bij te dralen. Ik start het proces opnieuw. Nu druk ik wel op pomp 2, maar er komt geen diesel uit. Egbert hangt de slang weer op. Alles is weer “annulato” maar mijn visakaart komt er niet uit. Wat nu. Ik druk op alle knoppen maar nee, geen kaart. Een begin van lichte paniek komt over me. De mensen die achter me staan te wachten komen erbij. Mevrouw spreekt Italiaans en zal me even helpen. Fijn. Ook zij drukt op alle knoppen, tot “cancelo” (?) aan toe, maar geen kaart.

Mevrouw loopt naar een andere klant met een uniform waarop iets staat van Guardia Costière of zoiets. Meneer komt erbij en ook hij drukt overal op, maar geen kaart. Intussen loopt Egbert naar het onbemande huisje of daar ergens een telefoonnummer zichtbaar is, en ja dat is er. Meneer Guardia Costière begint te bellen, maar precies op dat moment komt er een auto aanrijden met de baas erin. Toeval bestaat niet.

Met grote stappen loopt hij op de pomp af als hij begrepen heeft wat er aan de hand is. Intussen een hele rij wachtenden achter u… iedereen is uitgestapt en komt kijken wat hier voor zenuwachtigs gaande is. De baas maakt het kastje open gluurt, zoekt en roept mij dan. “Kijk… geen kaart erin!” Ik krijg het Spaans benauwd, ik weet toch zeker… Egbert fluistert me heel diplomatiek in mijn oor….heb je de kaart misschien in je portemonnee gestopt? Ik weet bijna zeker van niet, maar kijk het toch maar even na en wat denk je?

Owee, ik schaam me diep. Zoveel consternatie. Zoveel tijd voorbij gegaan. Zoveel mensen erbij betrokken… En nog begrijp ik niet hoe dit kan. Mijn waakzaamheid over de visakaart zit natuurlijk stevig ingebakken, maar mijn hoofd zat bij het Italiaans waar ik niets van begreep. Ik zal geheel volgens gewoonte direct de kaart weggestopt hebben na de eerste mislukking, terwijl mijn hoofd nog bezig was die mislukking te reconstrueren.

Nou! Dit overkomt mij dus echt nooit meer. Gelukkig goed afgelopen, wél spijt het mij zeer dat ik de reputatie van de Nederlandse intelligentie geschaad heb en dit akkevietje zal me nog lang heugen, maar vooruit, gedane zaken nemen geen keer en ik blijf gewoon even aardig als altijd hoor!

We zijn nu op de terugweg langs de westkust. We hebben nog circa één week te gaan. Gisteren hebben we een schitterende tocht gehad over bergen, onder bergen, langs bergen, allemaal even mooi en indrukwekkend. Egbert had op een gegeven moment wel genoeg van al die haarspeldbochten, maar wat zijn ze prachtig! Onderweg was nog een tempel te bekijken, kurkeiken die gepeld werden, schapen die op de weg lagen te slapen, zó idyllisch, zo schattig.

Vandaag is de temperatuur ook wat teruggelopen wat alleen maar prettig is. De zon schijnt uitbundig, heerlijk, maar dat natte, klamme, benauwde is er niet meer, gelukkig. We gaan vandaag een eindje fietsen, het is hier zó mooi. Laika mag niet mee, maar die is zó moe van al dat gereis, ze zal blij zijn als ze een poosje ongestoord kan slapen.

27 september 2018

In Sardinië hebben ooit (tussen 1100 en 2000 jr v.Chr.) de Nuraghen gewoond. Ik heb daar al eerder iets over geschreven. Het is een oervolkje. Ze stapelden heel kunstig stenen op elkaar die nu nog steeds op elkaar staan en die wij kunnen bekijken, wat we dan ook met veel genoegen doen. De meeste bouwsels zijn uit elkaar gevallen, dan liggen er overal grote stenen, waarbij je je maar een voorstelling moet maken van het gebouw dat ze ooit gevormd hebben.

Vanmiddag bekeken we echter een van de vele opgravingen, want de overblijfselen van Nuraghen zijn her en der te vinden. Maar het leuke van deze opgraving was, dat hier een heel dorp grotendeels gereconstrueerd is. D.w.z. de huisjes zijn nagebouwd met de gevonden stenen. In de 12e eeuw (na Chr.) is er op de plek waar de Nuraghen hun heiligdom hadden, een christelijke kerk gebouwd, want in die tijd kwam het Christendom een beetje op en men wilde toen het heiligdom behouden alleen vanuit een andere religie. 

In die tijd was er een belangrijke vrouwe, een rechtsprekende vrouwe Cristina, die zich had bekeerd tot het Christelijke geloof, maar dát werd door het andere deel van de bevolking niet gewaardeerd. Cristina werd streng gestraft door haar heidense geloofsgemeenschap. Ze werd met haar hoofd naar beneden in een put gegooid en daar waar haar sluier de wanden van de put raakte veranderden de stenen in edelstenen. Ze was wel dood, dus erg veel plezier zal ze niet hebben gehad van de edelstenen, maar Cristina én de put werden later heilig verklaard en de put werd geheel authentiek gerestaureerd. Vandaag stonden wij aan de rand van de put en konden we die put zelfs in via een trap van 25 treden, om te kijken of er nog iets van de edelstenen te zien is. Niet dus. 

Er was een aantal archeologen bezig met graven en vegen, druk in de weer met emmertjes vullen en dingen sorteren. Vol bewondering stonden we erbij en keken ernaar. Met stoffer en blik zijn ze heel voorzichtig bezig het zand te vegen en te zeven en blij dat ze zijn als ze een steentje vinden! Ik zie helemaal niets bijzonders aan die steentjes, de hele parkeerplaats ligt vol steentjes, maar nee, deze steentjes zijn Nuraghische steentjes en daar zijn zij zo blij mee. 

We rijden verder naar Bosa. Tjonge wat een ontzettend leuk plaatsje. Al van verre zie je de huizen in alle kleuren van de regenboog op de berg. Kei-oud en het stadje ademt ook daadwerkelijk de sfeer van antiek, nostalgie, middeleeuwen enz. Heerlijk om doorheen te banjeren.

We strijken neer op een terrasje als er na een poosje iemand vraagt of ik een foto van hem en zijn vrouw wil maken. Ja, natuurlijk wil ik dat. Ik knip dus twee foto´s en dan blijkt dat meneer Spaans spreekt. Hoi! Iemand die we kunnen verstaan dus. Hij vertelt dat hij privéchauffeur was van een toenmalige minister in Argentinië, waar hij Spaans heeft leren spreken. Maar terwijl we zo aan het babbelen zijn komt zijn vrouw eraan zij wil met ons op de foto. Haar man vindt het een goed idee en komt er ook bij. De ober werd erbij geroepen, hij moest het plaatje schieten. Wij dus met de ministerschauffeur en zijn vrouw op de foto. De ober begreep dus dat wij Nederlanders zijn en prompt wilde die ook met ons op de foto, waarvoor er weer iemand anders werd ingeschakeld. Een heel gedoe met die foto´s, maar zo komt het dat wij nu op allerlei foto´s prijken, niet omdat we zo fotogeniek zijn, welnee, omdat we Nederlanders zijn. Zouden Nederlanders iets  bijzonders hebben of zijn wij zo bijzonder?

PS zojuist komt Egbert terug bij de camper. Hij had zich even teruggetrokken voor toiletbezoek van deze camping. Dat het een piepklein wc´tje is was ons al aangekondigd, maar Egbert moet hebben gedacht dat hij toch wel passend zou zijn voor een niet al te uitbundig gebruik. Fout. Hij was nóg kleiner dan ons al was aangekondigd. Maar gelukkig had Egbert bij de jeepsafari geoefend hoe hij zich op het kinderklapstoeltje moest opvouwen, die ervaring kwam hem nu goed van pas.  

Deel 19       29 september 2018

Gisteravond vierden we het feit dat er tijdens deze reis zeven deelnemers jarig waren. De zeven feestvarkentjes organiseerden met elkaar een feest voor de groep. De een knoopte touwtjes aan elkaar voor de ballonnen, de ander was met de muziek in de weer, want zonder muziek geen feest.  En zonder slingers en bloemen ook geen feest, dus alles werd met grote voortvarendheid aangebracht en allengs veranderde de ongebruikte camperplaats in een supergezellig feestterrein. De dames waren druk in de weer met de hapjes, de heren sjouwden met stoelen uit het gesloten eettentje hier verderop, en ook vonden zij lange tafels waarop heel wat hapjes, schalen en schotels pasten! Gelukkig maar, want er werd me daar een vracht aan lekkers aangedragen….kaas, worst, zoutjes, tomaatjes, nootjes nou ja bedenk het maar.

Om half vijf barstte het feestgedruis los, de feesthoedjes werden opgezet, de muziek ging op volle sterkte, de tongen kwamen los, er werd gezongen, gedanst, de polonaise werd in ere hersteld, en we stampten er met z´n allen lustig op los. Een hartstikke leuk feest, alleen gebeurde er helaas iets waardoor onze lol er gauw vanaf was. Ik zal daarover niet uitweiden, maar we zijn blij dat het een geslaagd feest was voor de jarigen en voor de anderen en dat men genoten heeft.

Zaterdag 29 september 2018

Vandaag staat een klapstuk op het NKC-programma. Daar verheugen wij ons al lang op: een boottocht naar een stuk ongerepte natuur, waar hoge rotsen uit het water opstijgen en in die rotsen zitten grotten die je gezien MOET hebben als je op Sardinië bent. We hotseklotsten met de boot over de hoge golven, het waaide behoorlijk hard en vooral bij de rotsen werden we flink door elkaar geschud. Wat we zagen is fabelachtig. Zulke ruige rotsen, grillig, onherbergzaam, en zó hoog….  Indrukwekkend en imposant.

Hoe we uit die wild schuddende boot zijn gekomen weet ik niet meer, maar het is gelukt en toen stonden we in een grot, zo mooi, zo vol stalagtieten en –mieten, in de meest vreemde  vormen. Een watertje glinstert je tegemoet, we liepen er bijna een uur en het had nog wel langer kunnen duren, er was zóveel te zien. Ik was er helemaal weg van.

Toch moesten we weer terug, jammer of niet. Diep onder de indruk voeren we een half uur later de haven van Alghero in. Een beeldig stadje met kleine straatjes, een oude kerk waar we even een kijkje gingen nemen en waar zojuist een kerkdienst was begonnen. Wat schetste onze verbazing, de dienst werd niet geleid door een geestelijke van vlees en bloed, maar door een bandje. Dat werd afgedraaid en de gemeente deed precies wat ervan hen verlangd werd: een kruisje slaan, het onze vader opdreunen, knielen, alles onder de strenge leiding van een tape!

Enfin, het is even wennen denk ik, maar de gemeente had er geen moeite mee. Wij togen op naar een ijsje, dat kwam ons wel toe na zo´n indrukwekkende dag, vonden wij en we namen dan ook een extra dikke. Mmmm… heerlijk.

Het zit er bijna op. Het is ook wel goed geweest. Morgen een reisdag, overmorgen een dag rust en een afscheidsetentje en daarna reizen wij terug naar Porte Torres waar de ferry van de Grimaldi-line ons hopelijk veilig naar Barcelona vervoert. De groep gaat terug naar Livorno in Italië en dan zit het er voor een ieder van ons echt op. Maar wie weet, valt er morgen of overmorgen nog wel iets te vermelden, dan doe ik dat en zo niet, dan is dit de laatste rondschrijfbrief vanuit Sardinië.

1 0ktober 2018

Onze laatste gezamenlijke rit door Sardinië. We rijden helemaal verkeerd maar juist daardoor komen we op de mooiste plekjes, waar misschien nog nooit een Hollandse camper is geweest. We volgen een mooie kust/bergweg waar her en der uitzichtpunten zijn en we stoppen bij elke plek, want het is zó mooi!

Als we op de camping aankomen zijn we zo ongeveer de laatsten, maar mijn hemel wat een vreselijke camping. Vier sterren, van mij krijgt hij er maar eentje, een heel kleintje, maar eerlijk is eerlijk, ik houd niet van campings en zeker niet van die overvolle, uitpuilende mensenmassa´s.

Laika mag niet los. Doe ik toch. Internet kost vijf euro per dag. Doe ik niet. De douche is een heel eind verderop en op al die mensen is het er maar één voor de dames. Wat wél mooi is, is het strandje waar wij wel mogen komen, maar Laika niet. Tjemig, wat zou je hier een vakantie lang moeten doen. De Duitse buurman komt hier elk jaar zes weken. Elk jaar zes weken!! Wij zouden het geen zes dagen uithouden.

Vanavond hebben wij een afscheidsdineetje met de club, verzamelen bij de vlag! Hugo en ik hebben een toespraak voor de leiding voorbereid. Ik een serieuze toespraak, je weet hoe serieus ik ben, Hugo heeft een lied gemaakt van een heleboel coupletten. We moeten dus zingen. Zal best gezellig zijn, jullie horen het. We kijken er ook echt naar uit. Niet naar het zingen, maar wel naar de tijd na het zingen. 

Dinsdag, 2 oktober 2018.

Het afscheidsetentje gehad. Wat een saaie boel. Ik een toespraak waarmee ik (zoals met Hugo afgesproken) de leiding bedankte, Hugo zong het hoogste lied en de goegemeente zong heel gezapig van  “zing ik aiaijippiejippiejee”. Wat klinkt dat stom als er geen spirit in zit, owee, arme Hugo, geen beweging in de groep te krijgen. Hugo wilde er een spektakel-slotavond van maken. Mislukt.  De leiding bestond uit vier aardige mensen, die zich zo ongelooflijk hebben ingezet om een beetje eenheid te krijgen in de groep, zij hebben werkelijk alles gedaan voor de NKC-ers. Tot op het laatst hebben ze zichzelf weggecijferd, als de groep het maar leuk en goed had. Paarlen voor de zwijnen. Het zijn vrijwilligers, ze verdienen er niets aan. Wij vinden dat ze lof verdienen, maar de groep vindt dat niet. Sommigen hebben van alles te mekkeren over dingen die wij niet eens kunnen bedenken. Ongelooflijk hoe ontevreden sommige mensen zijn. Wij hebben grote bewondering voor de leiding, Egbert zou allang het bijltje erbij neergegooid hebben.

Vandaag gaat de groep de ferry op richting Livorno, wij gaan morgen de ferry op richting Barcelona. Het heeft vannacht geregend, gestormd, geonweerd, als ik uit het raampje kijk zie ik woeste golven met witte schuimkoppen erop. Owee, wat zal de boot stampen, en morgen vast en zeker ook nog. Als dat maar goed gaat. Ik zal plastic zakken bij de hand houden. Naar Livorno duurt de vaart negen uur. Wij zitten er morgen 12 lange uren op. Ik hoop dat Laika het een beetje droog houdt… we moeten even doorzetten, flink zijn.

Eerst nog even gezamenlijk in de kring koffiedrinken. Betsy van de leiding zorgt voor wat lekkers erbij, Gerard gaat een afscheidsrede houden, en dan is het handen schudden en wensen uitspreken.

Zo, nu zitten we ergens onderweg aan de koffie. Zojuist hebben we een stortbui over ons heen gekregen, de ruitenwissers hielden het niet meer bij. Diverse auto´s onderweg stopten zomaar op de weg want er is geen vluchtstrook. Ze hadden (denk ik) geen goed zicht meer op de weg. Maar nu schijnt de zon weer en is de hemel grotendeels blauw.

We hebben de haven bereikt, er staat een Bulgaar die ook naar Barcelona gaat morgenochtend. We gaan er knusjes bij staan en brengen de nacht dus door op het haventerrein.

Woensdag 3 oktober 2018

Wat een verschrikkelijke dag. We brengen de nacht onrustig door op de havenkade in Porte Torres waar vandaan de boot om zeven uur zou vertrekken naar Barcelona. De wekker staat op half zes maar allang voor die tijd zijn wij in het land der levenden en bekijken we door het raampje hoe de kade volstroomt met (vracht)auto´s, campers enz. We hebben dus geen haast, we sluiten wel aan in de rij als het zover is. Helaas is dát pas om negen uur, want de boot heeft een vertraging van twee uur. Holladijee. Kunnen we nog even koffiezetten en Laika wat uitgebreider uitlaten.

Dan begint het grote inschepen. Tergend langzaam rollen alle reislustigen de boot op, wij zijn de laatste camper. Campers moeten omhoog net als in een parkeergarage over een oprit. Het rederijpersoneel staat dwingend en zenuwachtig te zwaaien en te schreeuwen “opschieten” het lijken wel orgeldraaiers. Egbert volgt gehoorzaam, maar op de schuine oprit naar boven staat het stil. Het is boven vol en dus wacht hij onderaan de oprit. De man schreeuwt en gebaart dat hij erop moet. “Maar hij staat vol!” antwoordt E. Maar het helpt niet, hij moet de schuinte op. Daar voelt E. niet veel voor, dus doet hij of hij gek is en blijft onderaan staan. Tumult, want hij moet erop. Nou vooruit, het is kiezen of delen: òf we gaan erop òf we gaan erop, meer smaken hebben we niet. E. geeft gas en daar staan we dan. Versnelling in z´n één en handrem stevig erop. Het heeft vannacht gestormd en geonweerd en een regenbui waar je U tegen zegt, de zee zal dus flink onrustig zijn. Als de boot gaat schommelen en die camper staat zo schuin… we protesteren luidkeels, maar er is niet tegen die man aan te praten.

Net als we ons erbij neerleggen, spullen gepakt hebben en willen uitstappen, komt die schreeuwerd weer op ons af: U moet eraf. Achteruit! We kijken hem met grote ogen aan. Wat zegt u nou? Jazeker, u staat schuin! Dat ziet u toch zelf ook wel! Dat kan niet, als de boot gaat schommelen….

Enfin, na enige tijd kruipen we de boot in. Elf verdiepingen hoog, 22 trappen. Wat een stad! Overal lounches vol met stoelen en banken die allemaal binnen de kortste keren vol liggen met tassen en troep. Mensen annexeren daar kennelijk direct hun ligplaatsen want er is al geen enkele bank meer vrij. Wij struinen door naar het bovendek. Ook daar is het vol, maar alles speelt zich af rond het koffietentje daar. Wij willen uitkijken over de haven, het druistige gedoe bekijken, de afvaart zien, het is zo hoog dat je overal overheen kijkt. Waauw, dit is mooi! Alleen Laika ziet niets, die heeft een waas van angst voor ogen en het kleintje verzet zich met elke vezel in haar kleine lijfje. Ach owee.

Dan begint de lange, lange, saaie dag. Bijna dertien uur met geen ander uitzicht dan zee, golven, schuimkoppen, zelfs geen vogeltje, geen vlieg, alleen maar gestamp van motor, geklots van de golven, geloei van de wind, het waait nog steeds heel hard, we kunnen ons met moeite staande houden. Het schip is gelukkig groot en sterk daardoor merk je het niet zo, maar hij deint wel als een gek. De uren verstrijken ongekend langzaam. Een boekje lezen lukt me niet meer. We kijken wat naar de mensen en proberen Laika te kalmeren wat niet lukt. Saai, saai, saai. Hoe kunnen mensen een cruise maken en dát leuk vinden, ik vind er niets aan.

Ook niet aan de entertainer die ´s middags een boel muzikale schreeuwherrie over het dek laat gillen. Dwars door het geloei van de storm heen, het is een pestherrie van jewelste. Ik stap op hem af om te vragen of hij  niet wil stoppen met die herrie. Hij kijkt me wat meewarig aan: herrie? Ik ben hiervoor ingehuurd en word hiervoor betaald mevrouw…. U wilt toch niet het brood uit mijn mond stoten? Nou, wat zachter dan doe ik een laatste poging. Dat zegt hij toe, maar hij doet het niet. Hij denkt aan zijn boterham.

Enfin, de boot heeft ook nog eens vertraging waarschijnlijk door de harde tegenwind, zodat de reis nog langer duurt, maar om negen uur ´s avonds is het Championsleage Italië tegen Engeland. Opeens worden al die Sardijnen en Italianen wakker. Wat een vuur kunnen die gasten aan de dag leggen, zeg, ongelooflijk. Als de bal in de buurt van het doel komt, deint het schip nog harder! Half tien ´s avonds legt het schip aan, maar de voetbalwedstrijd is dan net een half uurtje oud, dus die Italianen zijn niet van plan om op te stappen. Wij wel. Graag zelfs.

Hoe komen we in hemelsnaam al die 22 trappen naar beneden, naar de garage nr. 3? Ik zie een lift die gaat naar garage nr. 5 t/m 2. Klinkt goed, hè? Dachten wij ook. Hij stopt op nr. 5, we moeten dus nog vier trappen omlaag (voor elke etage twee trappen). Doen we, maar Laika kan niet traplopen die moet dus getild worden (15 kg). Egbert werpt zich op en sjouwt zich een bult. Op nr. 3 aangekomen blijkt dat we aan de vrachtwagenkant zijn. Onze camper staat helemaal aan de andere kant, 225 mtr. verderop, maar we kunnen daar niet naar toe lopen, want de vrachtauto´s staan bot op elkaar, we kunnen er niet langs. Wat nu? Al die trappen weer op, dan over het bovendek de 225 mtr. naar de andere kant lopen, dan dáár alle trappen af, nu zónder lift, arme Egbert, met die hond die per stap zwaarder wordt.

Enfin, vraag niet hoe, maar we redden het, al zijn we te laat en staat onze schreeuwerd alweer te kafferen tegen ons. In het Nederlands geven we antwoord, maar goed dat hij het niet verstond. Oké. We rijden de boot af die leeg stroomt op de smalle weg voor de haven langs, werkelijk een gekkenhuis. Honderden auto´s, motoren, vrachtwagens, campers enz. doen hun best om zich uit de chaos los te maken. Met z´n allen moeten we door het centrum van Barcelona heen. Er is ook nog brand ergens, brandweerauto´s loeien, ziekenauto´s hebben voorrang, en we zijn al zo moe.

Over tienen bereiken we de autobaan richting Reus waar een camperplaats is. Daar komen we ver na twaalven aan en dan blijkt die plaats afgesloten door een slagboom. Wil je erin, dan moet je het aangegeven nummer bellen. Dat durven we niet zo laat nog, dus daar staan we dan midden in de nacht. Wat doen we, we kunnen bijna niet meer.

Opeens komt de Guardia Civil eraan rijden. Ook dat nog. Doen we iets verkeerd? Nee, ze hadden ons op de camera gezien, big brother is watching you!, en ze begrepen dat we op die plaats wilden en zij hielpen ons erin met een code. Wij dankbaar!!! Wat waren we moe. Het duurde echt niet lang of we snurkten de hele camperplaats bij elkaar.

En nu zijn we thuis in Fortuna in ons heerlijke huisje, wat een plezier om hier weer aan te komen, alles is goed (denken we) en het internet doet het zelfs ook nog! Hoi. Misschien gaan we het huis wel helemaal niet verkopen, het is zo´n schattig huis.

Jullie veel liefs en groetjes

Egbar  

Wat vooraf ging:

Kennismakingstreffen in Beekbergen – 7.7.2018

Het heeft even geduurd maar toen stonden we er beiden ook vierkant achter: we gaan met een groepsreis van de NKC. De keuze voor Corsica en Sardinië was snel gemaakt. Het is onze eerste groepsreis, dus we zijn erg benieuwd wat ons te wachten staat en of het ons bevalt.

Betsy en Gerard nemen de teugels stevig in handen en behalve veel adviezen en aanbevelingen per mail, sturen ze ons vast ook wel de goeie kant op. Allereerst organiseerden zij samen met Jacqueline en Jan een kennismakings-treffen in Beekbergen, waar ons blijkt dat er maar liefst 22 campers meegaan! Tjonge, dat geef ik je te doen: 44 trappelende enthousiastelingen in het gareel houden… maar Betsy en Gerard en hun collega´s Edward en Ineke draaien daar blijkbaar hun hand niet voor om.

Daar stonden we dan met z´n allen. Het begon al gelijk met een nare valpartij van Piet, die direct naar een dokter moest om te worden gehecht. Gelukkig viel de schade mee, maar het was wel even schrikken.

´s Middags komen we bij elkaar in het restaurant. Iedereen stelt zich voor, maar…zegt Betsy… alstublieft niet alle kleinkinderen benoemen, dan zitten we hier morgen nog, Hou het maar bij jezelf. Prima. De een heeft al uitgebreid ervaring met camperen, de ander is een beginneling, weer een ander –zoals wijzelf-moet zijn weg nog zien te vinden in een groepsgebeuren.

We laten ons verrassen en dat gebeurde gelijk al, want hoe verrassend waren de foto´s die even later werden getoond op een groot scherm en hoe verrassend was het kennismakingsdineetje ´s avonds. Geweldig. Dit was al een succes, een goed begin is het halve werk, zal ik maar zeggen.

´s Middags werden er foto´s gemaakt voor het ´smoelenboek´ dat geen ´smoelenboek´ mag heten omdat dat niet chique klinkt. Nou, dan zijn die foto´s maar voor het ´boek van uiterlijk vertoon´. Oké? Overal werden handen geschud, verhalen verteld en aangehoord en al menige schaterlach klonk over de camping Lierderholt. Het zonnetje liet zich niet onbetuigd en toen de volgende dag de videofilm van de vorige Corsicareis vertoond werd, was het helemaal duidelijk: we kunnen bijna niet meer wachten. Een beetje weemoedig maar ook verwachtingsvol namen we afscheid van elkaar, … over zes weken zien we elkaar in Livorno en dat vooruitzicht maakt een boel goed. 

Egbert en Barbara + hondje Laika.

En dan gaan we van huis ongeveer twee weken vóór het treffen met de NKC-groep in Viareggio.

In Hauterives in Zuid-Frankrijk gaan we het Palais Idéal bekijken, dus we zetten koers naar Zuid Frankrijk. Door het vreselijke ongeluk met de brug in Genua moeten we toch omrijden, dus….

Zondag 19 augustus 14.30 uur.

Met een armzwaai naar onze aardige buren en een paar haastige telefoontjes nemen we afscheid om voor een hele tijd (acht maanden) naar het zuiden te vertrekken. Eerste stop is Stiphout, onze vrienden Peter en Antoinette, die zich al strategisch hebben opgesteld in hun voortuin om ons met open armen te kunnen ontvangen. We kwekken een eind weg en Antoinette heeft een VIP-maaltijd voor ons gemaakt. Tjonge, we kunnen beter hier blijven, zulke heerlijke hapjes zijn in heel Italië niet te vinden.

Want we gaan naar Italië, dan oversteken naar Corsica en daarna naar Sardinië. Dit keer met een NKC-groepsreis van 22 campers met Gerard en Betsie aan het roer, we ontmoeten de groep in Viareggio, maar gaan een omweggetje maken over het Franse Lyon en vandaaruit was het plan om over de brug van Genua naar Livorno te rijden. Dat plannetje hebben we maar laten varen vanwege het vreselijke ongeluk. Owee, ik moet eerlijk bekennen dat de schrik er bij mij best wel in zit. We hebben onderweg zo ontzettend veel bruggen en viaducten te nemen, ik kijk er nu toch een beetje anders tegenaan. Maar goed, niet kinderachtig zijn, als je geen risico wilt nemen dan moet je maar thuis blijven. We zijn razend benieuwd hoe het ons bevalt in zo´n groep, maar het voelt wel goed en dat is een goed teken.

We vertrekken maar hebben geen haast dus zetten we de Garmin op  Arlon, en daar slapen we een gat in de volgende dag. We hebben ook de Tomtom in stelling gebracht, want op onze vorige reis hadden we niet veel vertrouwen in de camper-Garmin, vandaar dat ik mopperend de Garmin-hulpdesk had gebeld. Dat werd uiteindelijk een gesprek van bijna anderhalf uur. Wat blijkt? We hadden er apart nog een draadje bij moeten kopen en nog een ander dingetje, want zónder die attributen is de Garmin onwillig. Jullie begrijpen dat ik daarover mijn gal behoorlijk heb gespuugd. Zo´n dure campernavigatie en dan moet je er nog van alles bij kopen anders doet-ie het niet! Gelukkig was de hulpdesk-meneer van Garmin het met mij eens, hij stuurde ons gratis de benodigdheden op. En? Perfect, nu doet hij het prima.

Onderweg ergens in Frankrijk vinden we een schitterend plekje voor koffie met gebak, uitzicht op een wuivend korenveld en vrij dicht bij een militair vliegveld waar de ene Mirage na de andere opstijgt, ze zijn duidelijk aan het oefenen: ze maken eerst een rondje met donderend geraas en dan doen ze alsof ze gaan landen, maar ze maken een doorstart. Spectaculair! Het gaat allemaal goed en ik vind het prachtig om te zien, maar Laika´s kleine oortjes zijn niet opgewassen tegen de oorverdovende knalherrie, ze kruipt zover mogelijk weg.

Nu (´s avonds) staan we in Goncourt op het mooiste plekje van Frankrijk, waar een kudde lome koeien voorbij flaneert, een ooievaar rondstapt en mij compleet in vervoering brengt, de Meuse traag stroomt, hier blijkt het de oorsprong van de Maas te zijn, zó prachtig met al die waterleliën en een middeleeuwse brug verderop. Egbert zet koffie, ik zie de zon langzaam ondergaan, af en toe loeit er een koe, hoe landelijk kun je het hebben, en als de ooievaar opvliegt blijkt het een reiger te zijn. Ha, ha.

Vrijdag 24 augustus 2018

Het hevige onweer van vannacht hebben we ook weer overleefd. We waren een beetje bang, want er kabbelde een heel rustig beekje naast onze camper en wat gaat dát doen als het gaat regenen? We sliepen dus onrustig, angstig voor het rijzen van het stroompje naast ons. Maar dat gebeurde niet en nu schijnt de zon weer.

We staan in Virieu. Een beeldschone plek met uitzicht op de Alpen in de verte. De reis gaat voorspoedig, kalm aan en met twee navigaties kán het niet fout gaan (!). Ze hebben soms wel ruzie, dan wil meneer Tomtom linksaf en mevrouw Garmin rechtsaf. Het is net een echt huwelijk, want mevrouw Garmin krijgt meestal haar zin omdat wij hopen dat die rekening houdt met onze lengte, breedte en hoogte.

Gisteren moesten we natuurlijk even stoppen in St. Amour. Alleen al voor de naam! Kijken of het echt zo´n lieflijk stadje is als de naam doet vermoeden, maar nee, niks aan. Het is heel oud, vrijwel uitgestorven met een paar parkeerplaatsen. Saaier kan niet. Dus we gaan maar door want erg veel amoureuze inspiratie kunnen we hier niet opdoen.

25 augustus 2018

We staan in Claveyson, dat ligt 10 km vanaf Hauterives, waar we morgen naar toe gaan, want daar leefde ooit een postbode die overdag brieven rondbracht, maar ´s nachts bouwde hij een heel dorpje van, wat hij trots zijn “Palais Idéal” noemde. Het werd een wonderlijk bouwwerk. Ook ontwierp de postbode zijn eigen grafmonument dat op zich een toeristische trekpleister genoemd kan worden. We zijn benieuwd. We zijn er speciaal voor omgereden, jullie horen het.

26 augustus 2018 

Hij werd de dorpsgek genoemd, de postbode Ferdinand Cheval die elke bezorgdag 43 km liep om zijn brieven te bezorgen. Toch kon hij ´s nachts niet goed slapen. Al woelend in zijn bed ontstond zijn ideaal: hij wilde een fantasiepaleis bouwen. Op een dag struikelde hij over een steen met een bijzondere vorm. Die nam hij mee naar huis en die steen gaf hem het laatste zetje. Hij had geen geld voor bouwmaterialen, maar deze steen leek hem toe te roepen ¨in de natuur liggen bouwmaterialen genoeg¨. Zo begon hij stenen te verzamelen die hij tijdens zijn postroute tegenkwam. Drieëndertig jaar lang bouwde hij vrijwel elke nacht aan zijn droom en overdag sjouwde hij met poststukken en stenen. Zijn schamele salaris besteedde hij aan cement en kalk, maar helaas koos hij noodgedwongen voor de goedkoopste soorten waardoor zijn bouwwerk geen eeuwigheidswaarde mee kreeg, maar zijn paleis is wel een ongelooflijk bijzonder gebouw geworden. Bij de oplevering van zijn paleis was Ferdinand 74 jaar.

Wat nu? Niets doen zat niet in Chevals aard. Weer wat bouwen? Eigenlijk vond hij het de hoogste tijd om aan het ontwerpen van zijn eigen mausoleum te beginnen. Acht jaar later was het klaar. Hij kon er toen het klaar was nog zes jaar naar kijken, hij overleed op 88 jarige leeftijd en nu ligt hij voor de eeuwigheid begraven op een ereplaatsje van de begraafplaats in Hauterives, in een pronk van een mausoleum. 

Erg gelukkig was Cheval bij leven niet. Hij verklaarde dat hij alleen plezier haalde uit zijn werk en ook dit bouwwerk maakte hem wel een beetje gelukkig, maar dat was dan ook het enige... Hij had twee vrouwen gehad, de eerste overleed vrij jong. Zijn oudste zoon overleed ook al op zeer jonge leeftijd. Zijn tweede vrouw bleef wel leven, maar hun enige dochter overleed toen ze slechts 15 jaar oud was.

Doorgaans was hij diep ongelukkig want in zijn dorp Hauterives was hij niet erg geliefd. De dorpsgenoten vonden hem vreemd. Het feit dat hij met dit bouwwerk wél bewondering oogstte van vele prominente kunstenaars (zoals Gaudi, Dali, enz.) dreef hem voort. Hij hunkerde naar erkenning en naar bewondering, die hem deels nog bij leven, maar helaas voornamelijk postuum ten deel vielen.

Zijn mausoleum is ook beslist geen alledaagse tombe. Ook die trekt talloze bezoekers. Het dorpje vaart er wel bij, want het is erg toeristisch. Wij wandelden door een van de straatjes en lazen daar op een groot bord ¨lieve Nederlanders, wij verkopen hier ook heel gewone frikadellen, hoor!¨ Een gruwel voor Egbert, ik moest er wel om lachen.

De camperplaats in Hauterives moet ook een steentje bijdragen in de welvaart van de gemeentekas, hij is niet echt goedkoop, maar wij gaan er toch maar staan. Althans…. We zoeken een plekje maar dat valt nog niet mee, het staat helemaal vol met zigeunerwagens, caravans, campers, karren, dure BMW´s en Audi´s. Dat bevalt ons niet. Ook het geschreeuw van de ´bewoners´ vinden wij maar matig, we nemen ons dus voor om na de bezichtiging van het paleis direct te vertrekken. Dat doen wij en als we bij de slagboom komen staat die al wijd open. Nou, dat scheelt weer een slok op een borrel en dat maakt een boel goed van deze camperplaats.

Nu staan we in het middeleeuws dorpje Saint Antoine l´ Abbaye dat we morgen gaan bekijken, nu hebben we geen zin meer.

27 augustus 2018

Zoals de naam al aangeeft, bestaat het dorpje uit een hele grote abdij annex kathedraal met wat schattige huisjes eromheen. Veel bloemen, een lommerrijk plein, een bakker en een boetiekje. Het is wel klauteren om er te komen, maar het loont de moeite. Maar nu komen we uit Grenoble. Daar was een camperplaats voor 5 campers, er stonden er wel 15. Het was dus buik inhouden. Naast ons was een brandweer-ambulance-station waar loeiende alarmsirenes om de haverklap onheil aankondigden. We hielden ons hart vast voor de nacht, stel je voor de hele nacht dat geloei… maar het viel mee, rustig geslapen. Wel was het dringen ´s morgens bij de serviceplaats, waar water ingenomen kon worden. Helaas leek de kraan wel een oud mannetje, geen krachtige straal maar langzaam gedruppel, we hebben zo ongeveer een uur gewacht voor ons tankje vol gedruppeld was.

Daarna koersten wij richting Briançon, waar we nu staan. Als we van tevoren zouden hebben geweten dat de Alpen zó oogverblindend mooi zijn, dan hadden we ons er nog meer op verheugd. We zijn echte verwende kikkers, want we kennen Noorwegen. Kunnen de Alpen echt nóg indrukwekkender zijn? Nou, geloof me, deze Alpen kunnen zeker wedijveren met de mooiste bergen van Noorwegen. Wat een prachtroute. Op tweeduizend meter hoogte crossen we met onze Hymer langs besneeuwde vlaktes, langs gletsjers, langs watervallen, ruig stromende beekjes, boven de boomgrens uit. Na elke bocht jubel ik het uit. Zó mooi is deze Route des Grandes Alpes, een regelrechte aanrader, zelfs voor zeer verwende reizigers is dit een adembenemende verrassing.

Het is duidelijk dat de Tour de France hier een ontploffing van enthousiasme teweeg heeft gebracht. De loodzware route omhoog wordt door menige zwetende hijgende wielrenner moeizaam en stapvoets bedwongen. Het is stikheet, dat maakt het nog zwaarder. Ik begrijp niet wat iemand eraan vindt om zichzelf zo te kastijden, maar ze vragen het mij niet. Ze zwoegen, trappen, zweten, zuchten en steunen, maar ze komen boven en dát zal de voldoening wel zijn, vermoed ik.

De dorpjes die we passeren vind ik minder. Ik houd niet zo van die keurig gelakte houten chalets met balkonnetjes volgehangen met geraniums, perfect geschoren gazonnetjes ervoor en overal schreeuwerige reclameborden dat je daar zo lekker kunt eten. Echt een wintersportgebied, maar nu in de zomer is er niet veel aan. Althans, vind ik.

28 augustus 2018

Vandaag steigert de Hymer weer de bergen op. Dit keer op bergen van 3.000 mtr, hoogte. Wat een uitzicht heb je hier. Er is een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs in Europa had ik begrepen, nou, mijn Egbert is een natuurtalent. Als een berggeit klimt hij de smalle wegen op. Voor een griezelige haarspeldbocht draait hij zijn hand niet om. In uiterste concentratie roept hij af en toe ¨Bar, nu even niet praten!” Ik vind het moeilijker om niet te mogen jubelen, dan dat hij het sturen vindt blijkbaar.

Wat gebeurde er vandaag? We zijn op weg naar een plaatsje met een onuitsprekelijke naam. ´Rechtsaf´ roept de Garmin, ´Linksaf´ de Tomtom, zoals vaker gebeurt. We kiezen voor de Garmin (die leidt ons uiteindelijk via bredere wegen) en slaan dan rechtsaf. Maar de weg wordt steeds smaller en stijgt angstaanjagend. Op de kaart zie ik dat die berg 3000 mtr. hoog is en tot mijn schrik zie ik dat de weg doodlopend is. Fout dus, maar draaien is onmogelijk. We hebben maar één keus: doorrijden of doorrijden. En daar gaan we dan, met de moed der wanhoop. Opeens zien we een huis, hoi, hier is ruimte om te draaien, gelukkig. Gered!

We rijden het hele stuk terug, dalen en schakelen, maar we komen heelhuids aan bij het beginpunt waar het fout ging en daar proberen we de door de Tomtom aangegeven route. Dat is de goede. De weg is echter zó slecht, dat we hotsen en klotsen. Als we op de plek van bestemming aankomen voelen we ons net een geklutst ei. Vreselijk wat een Italiaanse ramp zijn die binnenwegen. Zodra we bij een tolweg komen, zullen we daar – geheel tegen onze gewoonte in -  zeker gebruik van gaan maken. Morgen meer.

P.S. Volgens mij kun je de foto van het palais idéal hier bekijken:

https://www.google.it/search?q=palais+id%C3%A9al+in+hauterives&tbm=isch&source=iu&ictx=1&fir=D2NPoDuqRGA-CM%252CAAAAAAAAAAABAM%252C_&usg=__sLvmdQUBICLgrzxO-9hcAtNC1NY%3D&sa=X&ved=2ahUKEwi8zpOSxpLdAhWEjywKHXhaAvEQuqIBMA56BAgJEAk&biw=1094&bih=488#imgrc=oYVcuMtvtEeDFM:

30 augustus 2018

We staan in Fiorenzuola d´Arda in de buurt van Salsamaggiore (ofwel ergens bij Parma). Vandaag rijden we door naar Viareggio waar we ´de NKC-groep´ ontmoeten. We hebben dus een grote omweg gemaakt omdat de brug van Genua is ingestort, reden waarom ik mijn hart vasthoudt bij de vele viaducten die we vandaag moeten nemen.

We kregen via de groepsapp bericht dat er al een paar medereizigers op de camping Viareggio zijn aangekomen. Morgen hebben we een georganiseerd welkomstdiner. We zijn razend benieuwd hoe dat gaat. In het reisboek staan tips: zaterdag varen we over, de tocht duur 4,5 uur, neem boterhammen en drinken mee, aan boord is het duur. Ik kijk in de diepvries, geen brood meer. In het dorpje hier is vast wel een bakker en ja hoor, aan het pleintje bij het oude klooster onder een megagrote lindenboom hangt een bord ´prodotti alimentario´.

Ik commandeer Laika te gaan zitten en maan haar “wachten!” Na enig aandringen doet zij wat ik zeg. De winkel staat redelijk vol, het is waarschijnlijk de enige winkel in het gehucht. Als Laika trouw zit te wachten begint er een klant te applaudisseren. Zo´n gehoorzame hond verdient applaus! Dit applaus zet de andere aanwezigen aan tot een praatje met mij. Help, ik versta er niets van, maar laat dit niet merken. Het gaat over Laika, dat begrijp ik wel, en er roept iemand knikkend naar het schatje ´bravo, bravo!´ en dát snap ik ook. Als ze merken dat ze van mij geen antwoord krijgen (alleen maar een vriendelijk lachje) gaan ze met elkaar aan de gang en zo werd het toch nog gezellig!

De Italiaanse winkelier lijkt druiven per stuk te verkopen zo langzaam gaat het. In elk geval verkoopt hij wel boterhammen per stuk. Er ligt één brood van een meter lang op een plank. Als ik na enige tijd aan de beurt ben wijs ik daarop en vraag ik of ik daar een stuk van kan krijgen. Ja hoor, dat kan. Zo lang? Of zo lang? Met zijn mes geeft hij de lengte aan. Ja, doe maar zo lang. Ik wijs naar de snijmachine, en vraag of er plakken van gesneden kunnen worden. Ja, ook dat kan, maar niet met de machine. Meneer zwaait met het mes en begint een paar fikse hompen af te snijden. ¨Ik snij zelf wel¨ probeer ik hem tegen te houden, maar nee ¨servizio signora¨ en hij snijdt lustig door, grote stappen gauw thuis. Acht boterhammen tel ik, voor twee euro. ´t Is te geef.

Om vier uur komen we aan in Viareggio op de camping. Ik denk dat we de laatsten zijn, want bij de receptie roepen ze al ¨Bent u Van Wiek van de NKC?¨ Wat worden we hartelijk ontvangen door de mensen van de groep! Ik verbaas me dat zo veel NKC-ers onze naam weten! Tijdens het kennismakingsweekend hebben we wel met iedereen kennisgemaakt, maar ik onthoud niet alle namen, ik ben al blij als ik gezichten onthoud.

Enfin, we vinden een zanderig plaatsje onder bomen. De camper ligt binnen een mum vol met zand. Zo´n camping is wel weer even wennen voor ons, we staan altijd op camperplaatsen en echt waar, hier is het heel anders dan op een camperplaats. Kinderen krioelen luidruchtig om ons heen, Laika mag niet loslopen, buurman die op anderhalve meter afstand zit, is aan het barbecueën waarbij dikke stinkende rookwolken over de hele camping waaien. Diezelfde buurman (vol tatoeages), heeft een slingertje bontgekleurde kerstboomlampjes aan zijn luifel gehangen ter verhoging van de feestvreugde. Ze knipperen zenuwachtig aan en uit. Is dat leuk? De tv kan niet aan, want we hebben een plek met bomen, dus geen ontvangst. We staan vlakbij het toiletgebouw en zien de mensen met hoge nood in en uit lopen. Leuk? Ach, misschien wel, maar nu is het nog even wennen.

Vanmiddag briefing met een welkomstborrel en instructies voor inscheping naar Corsica morgenvroeg om acht uur. Het is een uur rijden naar de haven van  Livorno, en je moet er een uur van tevoren zijn, dat wordt dus een vroegertje.  Laika mazzelt wel als enige hond in het gezelschap. Ze wordt al bestempeld tot NKC-mascotte en ze laat zich alle aaitjes en knuffeltjes met graagte welgevallen.

1 september 2018

Andere keren gingen we altijd goed voorbereid op pad. We wisten wat we wilden zien, organiseerden van alles en lazen ons goed in. Nu niet. Door omstandigheden hebben wij ons er wat gemakkelijk vanaf gemaakt, alles is geregeld, het is een georganiseerde reis, maar tot nu toe bevalt het ons prima. In het grote reisboek dat we kregen, staat precies waar we heen gaan, wat we gaan doen, wat interessant is en waar we op moeten letten. Heerlijk,  helemaal uitgestippeld. We waren wat bang dat dit onze zelfstandigheid een deuk zou bezorgen, maar dat is toch niet zo. Het is niet eens een kwestie van wennen, het gaat gewoon vanzelf. Het is een leuke groep mensen, het klikte eigenlijk gelijk al.

Een bustocht van een hele dag stond vandaag op het programma. Om kwart voor negen stond er een flinke bus bij de receptie. We geven Laika een laatste instructie ¨jij moet op het huis passen” en stappen dan de bus in. Eerlijk is eerlijk, een beetje zielig voor Laika vonden we dat wel, maar het moest maar.

Op dat moment wisten we nog niet dat de weg die we te gaan hadden zó smal en zo bochtig was en zo hoog door de bergen. Ook niet dat er zulke diepe ravijnen vlak naast de weg waren. Hier en daar in de diepte lag een neergestorte auto! Gelukkig kende onze chauffeur de breedte van zijn bus blijkbaar heel exact, maar een beetje griezelig vond ik het wel hoor. Daar staat tegenover dat de mooiste vergezichten voor ons lagen, de lieflijkste dorpjes met de vele bloemen, we passeerden schattige kerkjes uit de tijd van de moren, wel vinden we beiden het eiland erg toeristisch, niet erg irritant, maar een beetje weinig authentiek is het wel. Maar dat geeft niet, het betekent ook wel weer dat er veel knusse terrasjes te vinden zijn en veel leuke winkeltjes. Vooruit dan maar. 

Een heerlijke maaltijd stond al voor ons klaar in één van de vele leuke restaurantjes onderweg, helemaal leuk en goed. En toen gauw terug naar de camping, die ons dit keer veel beter bevalt dan de vorige. Kortom, er zijn pas twee dagen georganiseerd verstreken, maar die beloven veel goeds. Morgen vrije dag, we brengen de fietsen in stelling.

Woensdag 5 september 2018

Calvi is een iets groter kustplaatsje dan de meeste kustdorpjes, dat gaan we dus bezoeken. Egbert tilt de fietsen van de drager en even later fietsen we over de vreselijk drukke kustweg. Doodeng. Het is een smalle weg, de auto´s scheren vlak langs je heen. Maar we halen Calvi heelhuids, zetten de fietsen op slot en gaan lopend verder. Boven de stad uit torent de Belvedère, een megagroot verdedigingswerk zoals zovele op Corsica, want de geschiedenisboekjes staan boordevol met oorlogen, piraterij, plunderingen enz. waartegen de Corsicanen zich door de eeuwen heen hebben moeten verzetten. Om de Belvedère heen is de oude stad, dáár moeten we dus zijn en dat betekent naar boven. Klauteren en klimmen. Het is behoorlijk hoog, en behoorlijk warm, maar voor echte Hollanders geldt: ¨ik worstel en kom boven.¨ En zo geschiedde….

Of het daarboven de moeite van het klauteren waard was? Nou…. Ik ben wel blij dat we het gezien hebben, maar spectaculair…nee, niet echt. Het uitzicht is er wel heel mooi, maar we waren er gauw uitgekeken en daalden dus snel weer af naar het beneden gelegen stadje. Daar zijn we het winkelstraatje ingedoken. Jurkjes, bloesjes, zonnehoeden, badlakens, souvenirs, pfff…. maar vooral veel eettentjes, ijszaakjes met schreeuwerige borden, toeristische commercie, en opeens staan we voor een kerk. Hij is nog open ook, dus wij naar binnen. Heerlijk koel, alleen daarvoor al… Als we weer naar buiten lopen valt de warmte op ons, en dat doet ons besluiten huiswaarts te fietsen weer langs die drukke autoweg.

Het water loopt ons over de rug en ik neem een duik in het zwembad van de camping, Egbert gaat douchen. Om vijf uur gaan we gezellig borrelen met de groep, maar er is nog wel tijd voor een seniormomentje, zodat we om vijf uur fris en fruitig op de borrel aankomen. “De wijn moet op” zegt Gerard “anders moet ik het allemaal weer meeslepen, dus doe je best!” Betsie sleept met bakken vol kaasjes, stukjes worst en pinda´s. En wat denk je wie de grootste afnemer is? Onze Laika! Die kleine vrolijke dame windt iedereen om haar pootje en met haar charme troggelt ze menig stukje worst af. Een echte femme fatale!

Donderdag 6 september 2018.

Wat een schitterende tocht hebben we vandaag gemaakt. We stonden vaker stil dan dat we reden, want uitzichtpunten kun je natuurlijk niet voorbij rijden. Terwijl we zo staan te smullen van de hoge bergen en de diepe dalen, komt er een Nederlander met een hondje bij ons buurten. “We zijn hier al zes dagen en ik heb niet één Nederlandse camper gezien, en opeens…. zijn er zoveel! Is er een schip met NKC-campers aangekomen of zo?” Grappig he? Hij vertelde ook dat hij vanmorgen had getankt, de pompbediende kwam hem helpen, heel vriendelijk, hij bedankte hem daarvoor hartelijk. Maar…. de prijs van een liter diesel is normaal 1,53 en hij moest 2,--per liter betalen. Dankzij de hulp van die vriendelijke pompbediende. 

Op de app ontvingen wij het lugubere bericht dat één van onze medereizigers een verstekeling aan boord had: een slang! Hoe griezelig kun je het hebben, maar Edward wist dat er geen gifslangen op Corsica voorkomen. Nou ja, het blijft eng, maar dit neemt wel de ergste rillingen weg. 

De route was uitgestippeld: van Calvi naar Ajaccio, kriskras door het bergachtige land, via een rode weg, maar Hugo kwam op het idee om de veel avontuurlijkere gele weg te nemen. Hij kreeg medestanders, en zo ging de ene helft linksaf en de andere rechtsaf. Dat is nou zo leuk, alles kan en mag. Maar wij-zelf vonden deze rode weg avontuurlijk genoeg en ook mooi genoeg ook, dus volgden wij gehoorzaam de uitgestippelde weg. Schitterend!! Morgen gaan we Ajaccio bekijken, om half elf gaat de bus.

Vrijdag 7 september 2019

Ajaccio, een exotischer naam kun je niet bedenken. Ik had me erop verheugd, de stad te bekijken waar Napoleon geboren is. Vanmorgen togen we de stad in nadat Gerard even ons geheugen had opgefrist over Napoleon´s levensloop. Dat hij met negen jaar al naar Frankrijk ging om de Franse taal te leren (hij sprak Corsicaans) en op zijn elfde jaar zat hij al op een militaire academie, met zijn zestiende was hij al iets hoogs in het leger en dát zorgde ervoor dat hij het ook hoog in zijn bol kreeg. Het ging hem enorm voor de wind, en net als Hitler ontwikkelde hij een enorme expansiedrift, de hele wereld wilde hij innemen en een paar overwinningen sterkten hem daarin. Gerard vertelde over Napoleons jammerlijke afgang in Rusland, het land met de verschroeide aarde, zijn verbanning naar Elba, zijn ontsnapping, de hernieuwde pogingen om Frankrijk groot te maken die uiteindelijk mislukten en daarna zijn verbanning naar St. Helena. Ach, we kennen het verhaal wel, maar het was toch wat weggezakt.

Hoewel heel Corsica Napoleon ademt, vereert met standbeelden, monumenten zo ongeveer op iedere hoek van de straat, verbaast het ons zeer dat dit zo is. Hij was uiteindelijk iemand die honderdduizenden doden op zijn geweten had. Net zoiets als Hitler, alleen de Holocaust niet, maar een boef was het wel. Bovendien waren de Corsicanen helemaal niet blij met hem. Hij had helemaal niets gedaan om Corsica te helpen zelfstandig te worden, wat ze zo graag wilden, nee, Napoleon verloochende zijn redelijk eenvoudige afkomst al was zijn familie wel adellijk, maar dan toch zeker was het verarmde adel. Daar boogde Napoleon niet op, dus de Corsicanen zijn best een beetje boos op hem, maar daar merk je niets van want bijna elke straat, plein, kerk, museum, ga maar door, straalt Napoleons glorie uit. Hoe kan dit? Waarom is dit?  Het levert natuurlijk best wel veel inkomsten op, de toeristen betalen grif goud geld om zijn monument te kunnen bekijken, zijn geboortehuis, het bed waarin hij eenmaal geslapen heeft en spulletjes waarmee hij zich omringd heeft. Napoleons hoogmoed die hem ertoe dreef zichzelf tot keizer te benoemen… Tja, en dat voor zo´n schurk! Zo zie je maar Hoogmoed komt (niet altijd) voor de val. Of uiteindelijk toch wel?

In elk geval hebben wij Ajaccio bekeken en ik moet zeggen, het is een aardige stad. Niet uitzonderlijk mooi, ook niet veel bijzonders te zien. Je bent er vrij snel uitgekeken, weer erg veel van hetzelfde: toeristische commercie, winkeltjes met allemaal dezelfde prullen, en werkelijk ik heb nog nooit zoveel terrasjes in een stad gezien als hier. De warmte dwong ons van schaduwplekje naar schaduwplekje te springen, tot we er genoeg van hadden en toen hebben we (een beetje van ellende) maar een toeristentreintje genomen om het monument van Napoleon een heel eind verderop, te gaan bekijken. Zo´n stuk lopen zagen we niet meer zitten in de hitte en ik ben blij het monument dat op elke reisgids staat afgebeeld, te hebben gezien, al moesten we daarvoor wel met zo´n stom treintje!

Arme Laika was de hele dag alleen in de camper, maar ze had het daar beter dan in Ajaccio in de brandende zon, alleen beseft ze dat niet, ben ik bang.

zaterdag 8 september 2018

Het is negen uur precies als de bus, bestuurd door Messy, een mooie jonge dame, van de camping afrijdt en wij verwachtingsvol de excursie beginnen. We nemen deel aan een dagtocht door het mooiste deel van Corsica Sagona, Cargese, Piana, Porto, Vico, enz. een mooi blond Duits meisje is de gids, zij gaat ons alles vertellen over de streek, de cultuur, de geschiedenis enz.

De route voert over de D81, de weg die sommigen van onze groep hadden gereden in plaats van de beschreven weg, en die mensen wisten ons te vertellen dat het een supermooie route is langs Les Calanches, adembenemende bergen met bijzondere rotsformaties, maar dat de weg wel erg smal en redelijk gevaarlijk is. Owee.

Nou, dát klop, maar de lieftallige chauffeuse draaide haar hand niet om voor een robbertje draaien en kronkelen over de smalle weg, waarbij zij tegenliggers regelmatig dwingt achteruit te rijden omdat wij eraan kwamen. Soms wel met zes auto´s tegelijk. Soms was het kielekiele: kan het net wel, of kan het net niet? Niemand mopperde, maar wij zaten met kromme tenen en vol afgrijzen naar de diepe ravijnen pal naast onze wielen te kijken. Het ging goed. De kleine charmante Messy had alles onder controle en zo konden wij Les Calanches goed bekijken.

Daarvoor kwamen we ogen tekort. Tjonge wat een schoonheid, wat een adembenemende natuur, wat hoog zijn de bergen (wel 3.000 mtr), wat veel schitterende planten, waar onze gids van alles over vertelde en dan de vele dieren die hier frank en vrij loslopen.

Wij als passagiers hadden maar één taak: al die schoonheid in ons opnemen en foto´s maken. Daar hadden we het dan ook behoorlijk druk mee, maar dat deden we met veel plezier, helemáál toen we geconfronteerd werden met een wegversperring, een hele file, veroorzaakt door een kudde varkens die lui en onbeweeglijk midden op de smalle bergweg siësta hield. De zwijnen voelden zich hier heer en meester en waren echt niet van plan om opzij te gaan. Dit is hun domein, dus voor de gemotoriseerde weggebruikers zat er niets anders op dan te proberen om de dieren heen te laveren, wat de varkens heel normaal vonden. Sommige optimistische bestuurders deden nog een poging om ze weg te jagen/schoppen, maar nee…. zwijnen zijn consequent: nee is nee.

In Cargese staan twee kerken, een Rooms Katholieke en een Grieks Orthodoxe, beide geleid door één RK priester, sinds de Griekse leider is gestorven. De kerken lijken elkaar aan te kijken, de voordeuren recht tegenover elkaar met een ondiepe kloof ertussen. Beide met een schattig pleintje ervoor, een mooie lommerrijke boom, een houten bankje, maar vooral het fabelachtige uitzicht over de diepblauwe zee aan de voet van de rots. Wat een weldadige rust, zo mooi, echt zo´n sereen plekje waar alleen de vogeltjes het hoogste woord hebben, tenminste als de NKC-bus weer vertrokken is.

Dan beginnen onze magen te knorren en daar weten de Corsicanen wel een oplossing voor. Een verrukkelijke maaltijd wordt er voor ons aangerukt in een aantrekkelijk restaurantje. Het is spaghetti met van alles erop. Om die lange slierten een beetje fatsoenlijk naar binnen te werken is nog geen appeltje eitje, daar moet echt wel even op geoefend worden, en dát gebeurt comme il faut onder de deskundige leiding van Betsy die het klappen van de zweep wel kent.

Na een kopje koffie nemen we voldaan weer plaats in de bus voor het tweede deel van de rit, dat naar mijn mening nooit zo mooi kan zijn als het eerste deel, want dát was zó schitterend, maar daar had ik het toch wel mis mee. Het tweede deel van de rit was net zo mooi als het eerste, maar dan anders. Kortom, het was smikkelen en smullen van zoveel moois.

Precies op tijd stonden we om zes uur weer op de camping waar onze kleine Laika wel wat erg lang de camper bewaakte, maar haar vreugde, dat wij überhaupt terugkwamen, was groot en een lekker hapje als beloning maakte ook veel goed. Een klein hondenbekkie is gauw gevuld. En zo is er een einde gekomen aan alweer een zalige dag.

Maandag 10 september 2018.

Er zijn twee campers bij onze groep, die lijken op luxe touringcars, net zo groot en net zo hoog. Dat betekent dat zij niet kunnen meeloten, zoals alle anderen, voor een eerlijk plekje op de camping. Zij hebben meer ruimte nodig en er mag geen boom met lage takken op dat plekje staan. Dát betekent dat zij vaker onbelemmerd de tv-satellietsignalen op hun schotel kunnen ontvangen, en dát betekent dat zij gisteravond hun ruime plek wel moesten omtoveren tot een soort bioscoopsetting. Nederland-Frankrijk voetbalwedstrijd zou om negen uur op de tv zijn en dáárvoor wil de gemiddelde NKC-er wel met een stoeltje slepen. Overdag liep Martin  al met een schroevendraaier en draadjes druistig te doen, en Karin stapelde de ene plastic bak op de andere, totdat er een stellage was ontstaan waar de televisie op kon staan. Plek zat op Martin-Karins-terrein dus daar zat de gedecimeerde groep in bioscoop-opstelling, want niet iedereen wilde de martelgang van oranje live volgen. Want dat het een martelgang zou worden daar was zelfs de meest optimistische NKC-er het wel over eens. “Ze worden afgemaakt” en “langer dan tot de pauze hoeven we niet te kijken….” Van die dingen klonken er over de camping.

Wij-zelf staan onder een voor de satelliet ondoordringbare eucalyptusboom, dus ook wij zaten in Martins bioscoop te genieten van het veel fraaiere oranje-spel dan dat al die pessimisten hadden voorspeld. Ja goed, we hebben verloren 1-2, maar tegen een wereldkampioen als Frankrijk…??? En dát terwijl Frankrijk bevoorrecht werd, want dat delict van die ene voetballer was toch echt een rooie kaart! Zeker weten. Maar onze boys hebben zich kranig geweerd, we zijn er hartstikke trots op.

En nu is het weer maandag. Wasdag. Omdat er gisteren een wasmachine op de camping vrij was, en wij de zondag niet persé als rustdag handhaven, draaide mijn wasje gisteren al  door het sop en wapperen de T-shirtjes al de hele nacht aan een geïmproviseerd drooglijntje. Door de grote hitte elke dag weer, vliegen de T-shirtjes van hun keurige stapeltje en belanden ze binnen de kortste keren vol met mensengeurtjes in de wasmand. We zijn niet zo erg gevoelig voor een vlekje meer of minder, maar volgezweten T-shirts…. nee…

Gisteravond hebben we de Middellandse Zee bezwommen. O, wat heerlijk, wat heerlijk. De rit gisteren van Ajaccio naar hier Ghisonaccia is weer alle superlatieven waard, zo mooi, maar de hitte ook, dus zochten we verkoeling en stapten we zo zonder blikken of blozen in het zoute water. Dat zout vind ik persoonlijk iets minder, maar mensen… die temperatuur… dat heldere water… dat zachte warme zand… heerlijk, heerlijk. Laika vond het minder, want die moest aan een paaltje vastgebonden worden. Onze held Laika is bang voor alles wat zij niet kent, dus ook voor omrollende brandings-golfjes. Ze vluchtte angstig alle kanten op en omdat wij rustig even wilden zwemmen, werd de vastbindmethode toegepast.

Van rustig zwemmen kwam trouwens niet zo heel veel, want we merkten dat we heel langzaam door een lichte stroming zee-inwaarts gezogen werden. Dat was dus oppassen. En terwijl we zo op ons hoede zijn voor wegdrijven, zien we opeens onze kleren, inclusief Egberts klompen, in het water wegdrijven. Die hadden we op een keurig stapeltje op het strand (te dicht bij het water) gelegd. Een dikke golf had zich daarover ontfermd en nu moesten wij maar weer zien de spulletjes in veiligheid te brengen. Dat was nog niet zo heel eenvoudig, want lopen tegen een stroming in, door zand waarin je wegzakt tot aan je knieën….  maar het lukte, en zodoende heb ik nu ook weer iets te vertellen. Toch? Wat is een reisverhaal waarin niets te vertellen is?

Vandaag rustdag, dus….. luieren.

12 september 2018

Een drukke dag vandaag. Onze laatste dag op Corsica. Nee toch? Ja toch! De tijd vliegt,  zeker als er mooie dingen gebeuren. Morgen varen we over naar Sardinië. Omdat de veerman niet zijn hele veerboot vol met NKC-ers wil hebben, (want dan kunnen er geen ´gewone klantjes´ meer met hem mee) heeft Gerard de groep opgesplitst in groep 1 en groep 2. Groep 1 heeft pech, die moet vroeg uit de veren, wij zitten in groep 2 wij mogen dus een uurtje langer van Corsica en van ons bed genieten.

Maar vandaag was wel een afscheidsfeestje voor Corsica,  hoor. We waren in Bonifacio. We hadden ons er niets van voorgesteld, want zoals ik al eerder had gemeld vonden wij de Corsicaanse natuur adembenemend, maar de plaatsjes….. ach…. Als je er één gezien hebt, heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Ze zijn heel toeristisch en een beetje erg gericht op de portemonnee van de toeristen. Dat is wel logisch, want de Corsicanen moeten het van het toerisme hebben, er is nauwelijks industrie, er is geen bedrijvigheid alleen maar toerisme en daarom is de toerist koning.

Bonifacio daar waren we vandaag. In tegenstelling tot al de andere plaatsjes, is dit een leuk plaatsje. Ook wel hordes achter elkaar aan slenterende toeristen, maar er is veel leuks te zien, de straatjes, de hele oude huizen, alles hoog op een berg en gelukkig bracht zo´n suffig toeristentreintje (met een namaak locomotief ervoor) ons naar boven. We beginnen die stomme treintjes toch te waarderen want het scheelt wél een heleboel zweetdruppeltjes. Het was vandaag uitzonderlijk heet, stel je voor je moet naar die bovenstad lopen…! Het treintje zette ons dus boven af bij de ingang van een klein winkelstraatje. “Owee, daar gaan we weer,” dachten we, maar het was toch wel leuk. Hele oude huizen, hele oude kerken, hele oude trappen en kinderkopjes op de straatbodem, maar vooral het uitzicht over de zee… zo mooi, in de verte zie je Sardinië. Er is een Belvédère zo groot imposant, vandaaruit werd de vijand in de gaten gehouden.

Er kwam net een schip binnenvaren in de natuurlijke haven van 1,1 km lang, een soort fjord, dat schip is van een meneer die de oprichter is van een fotobewerkingsprogramma op internet. Het is nogal goed in de smaak gevallen blijkbaar, want de meneer heeft grif tachtig miljoen voor het scheepje neergeteld en geniet nu van de aanblik van zijn tienkoppige vaste bemanning die aan het poetsen is, en touwen knoopt enz. Alle personeel is gekleed in een soort fotobewerkings-uniform zodat je goed kunt zien dat het personeel is. Lekker decadente boel en echt, heus, dit is geen jaloezie van mij.

Het mooiste kwam ook nog. Om twee uur had Gerard een schip geronseld (niet zoals de man van tachtig miljoen) maar een lekker bootje waar we met z´n veertigen in konden om te genieten van het kristalheldere water, van de speciale rotsen, heel ver in de hoogte zagen we Bonifacio liggen, de stad die we van onder en van boven, van binnen en van buiten hebben gefotografeerd. De vele grotten waar de boot zomaar gewoon in kon varen, de Blue Lagoonstrandjes, de vissen die we bijna konden tellen, ge-wel-dig, super-de-super. Enige minpuntje was de temperatuur. Mijn hemel wat was het warm, verzengend, maar goed we zijn dapper en trotseren dit ongemak om al dit moois te kunnen bekijken.

Om vier uur stak Egbert de sleutel in de camperdeur en daar kwam onmiddellijk een klein bruin schatteboutje uit rollen. In de camper 34 graden, arme beest, en desondanks was hij toch weer zo dankbaar en blij. Morgen dus over naar Sardinië, een beetje weemoedig, maar ook benieuwd wat ons daar te wachten staat.

Donderdag 13 september 2018

Precies volgens afspraak staan we op de kade, maar de incheckbalie is nog niet bemand. We moeten even wachten. De  halve NKC-club zit op een bankje voor de receptie te wachten op enige beweging in het kantoortje. Ik ook. We gebben wat en er wordt koffie geschonken. Opeens word ik op mijn schouder geklopt. Een officieel uitziende man met een automaatje om zijn schouder vraagt mij welke camper van ons is. Ik ben stomverbaasd, we zitten daar met z´n allen en mij pikt hij eruit? Is dit verdacht? Wat moet ik hiervan denken. ”Waarom vraagt u dat?” antwoord ik. “Welke camper is van u?” Ik wijs met mijn hand, dáár helemaal achteraan. “Kom, dan gaan we daarheen.” Barbara pas op, schiet er door mij heen. Maar we lopen toch richting onze camper en ik zie Egbert achter ons aan komen. Gelukkig maar, want ik vond dit heel vreemd. De andere NKC-ers gaan naar de receptie en ik sta daar met die man…

Bij de camper aangekomen tikt hij ons kenteken in zijn automaatje. Er rolt een sticker uit en die moet op het raam geplakt worden. “En wat nu” vraag ik hem wat onnozel. “Nu niks, het is klaar, u kunt straks gewoon de boot op!” Moet ik dan niet inchecken, vraag ik nog eens, hij begint te lachen, nee hoor, dat is bij deze gebeurd.

Als hij wil weglopen pak ik hem beet bij zijn schouder. “Waarom pikt u mij eruit, we zitten daar met z´n allen, en alleen mij checkt u in, ik begrijp het niet!” Hij begint weer te lachen “U bent vast the boss, he? Zo ziet u eruit, en ik dacht gewoon die mooie mevrouw moet ik hebben.” Nou ja! Ben je 74! Wat overkomt mij nou!

Enfin, zonder enig probleem komen we op de boot, we lopen de smalle trap op naar boven en even later vaart de boot uit. Arme Laikaatje heeft het niet meer van ellende. Ze bibbert en trilt, oortjes plat in haar nek, ze maakt zich zo klein mogelijk en verandert van een vrolijk dartelend hondje in een zielig hoopje ellende. De gehalveerde groep NKC-ers ontfermt zich over haar. Iedereen heeft met haar te doen. Ze heeft nog nooit in korte tijd zoveel kriebeltjes, krabbeltjes en aaitjes gekregen als nu, maar niets helpt. Zodoende heb ik de hele (50 min) overtocht wijdbeens met een bibberend stukje hond doorgebracht, zodat ze kon “schuilen” onder mijn rustgevende benen.  

We zijn heelhuids in Sardinië op de camping aangekomen. Die schat van een Gerard heeft een plekje onder een afdakje geregeld, want morgen moet Laika weer de hele dag alleen blijven en op het huis passen en de zon wordt door het afdakje geblokt. Prima. Egbert scharrelt nog wat heen en weer met de camper, als hij opeens een harde knal hoort. Owee, hij was vergeten dat de stroomdraad er al aanzat en die trok de hele elektrische aansluiting van de camper kapot. Owee, de aansluiting gescheurd, draadjes kapot, au, au!

Geluk bij een ongeluk was dat Gerard toevallig getuige was van dit debacle, en Gerard heeft blijkbaar gouden handjes. Hij snelde naar zijn camper om zijn gereedschapskist te pakken. Terwijl Egbert nog naarstig op zoek was naar een schroevendraaier die wij toch echt heus ook wel ergens in de camper hebben, kwam Gerard al aan met een complete uitrusting! Hij draaide wat, mopperde niet eens, niet één keer zelfs, en toen was de elektra weer gerepareerd. Heerlijk zulke handige mannen. Sorry Egbert, jij hebt ook je kwaliteiten, maar dit soort akkevietjes zijn niks voor jou.

14 september 2018

Vanmorgen om half acht brandde de zon er al stevig op los. Het belooft alweer een bloedhete dag te worden. Ik liep op het veldje achter de camping want Laika moest even goed uitgelaten worden, wij hebben een excursiedag met een bus. Om negen uur geven we de kleine krummel een knuffel en dan stappen met z´n allen in de bus, die via en schitterende kustweg richting onze eerste koffiestop koerst naar het kunstenaarsdorpje, San Pantaleo. Een heel vriendelijk dorp met veel bloemen en een oud kerkje aan een pleintje waar oleanders uitbundig bloeien. De koffie is heerlijk en dan gaat het verder door een schitterend landschap met hoge bergen met de meest grillige granieten rotsformaties.

Na de koffie komt een waar staaltje cultuur aan bod. Een opgraving waar wij vol bewondering naar kijken. In de omgeving van Arzachena is een heel Nuraghisch dorp opgegraven, Ik had nog nooit gehoord van een Nuraghisch volkje, maar dat leefde in het jaar 1600 vóór Chr. hier op Sardinië en waar ze woonden kunnen wij nu bekijken.

In Griekenland kwamen we ooit iemand tegen die ons vroeg wat wij van “al die ouwe stenen” vonden, hij vond er maar niks aan. Toen wij zeiden dat die ´oude stenen´ ons inzage geven in de oude culturen, antwoordde hij “ja, ik weet het wel, dat waren de piramides van de Farao´s!” Ja, ja.

Deze ¨ouwe stenen¨ getuigen nog steeds van een rijke oudheid en wij zijn blij dat ze nog bestaan en dat we ze mogen bekijken. Ze moeten gekoesterd worden en vooral goed bewaard. Al houd je helemaal niet van dit soort culturele hoogstandjes, het kan niet anders of hier krijg je er vast en zeker wel respect voor.

Vanaf deze historische plek loopt een wandelpad naar beneden, Egbert waagt zich eraan, want het zou een heel mooie route zijn, maar mij was het veel te warm, ik ging dus met een paar andere dames met de bus naar beneden waar we op de wandelaars wachtten en waar we gezamenlijk een Nuraghische tombe gingen bezoeken. Overal hoorden we de fototoestellen inzoomen en clicken. Zeer de moeite waard.

Huppekee… weer de bus in, op weg naar een wijnproeverij, waar we getrakteerd werden op een lunch, die een viersterrenmaaltijd genoemd kan worden. Heb ik ooit gedacht dat de Italiaanse keuken zich beperkt tot pasta en pizza, dan had ik het mooi mis. Dit was een maaltijd vol verrassingen en de wijn deed de rest. Aan tafel begon het al. Dachten wij met een rustige  groep NKC-ers op reis te zijn, nou vergeet het. De tongen kwamen los en het aanvankelijk zo rustige gezelschap veranderde allengs in een lachende, luidruchtige, vrolijk zingende groep. André Hazes was pontificaal aanwezig! Echt waar!

Nog even over mijn persoonlijke eerste indruk van Sardinië. Over de bouwstijl. Corsica vonden we qua bouwstijl echt lelijk. Allemaal grote vierkante blokken huizen met ramen en deuren, over het hele eiland zo ongeveer allemaal dezelfde huizen. Hier in Sardinië zijn de huizen veel fantasierijker, aantrekkelijker en veel leuker om te zien. Maar toen we daar iets over zeiden, antwoordde Edward dat dit ook wel het rijkere deel van Sardinië is, verderop zal het anders zijn. We wachten af en jullie horen het.

16 september 2018

Het is zondagavond, we komen net terug van een spektakel van jewelste. Bij Oliena staat een kerkje, piepklein maar o zo schattig. Een replica van de zwarte Madonna van de abdij De Montserrat bij Barcelona, is hier in dit kleine kerkje het trotse pronkstuk. Deze replica maakt dit kerkje tot een bedevaartskerkje. Het ligt aan de voet van een hoge berg verscholen tussen olijfbomen, prachtige planten en een plein ervoor waar gefeest wordt. Het is een bedevaartskerkje en dáár mag worden gedanst, gezongen, gegeten en gefeest. De NKC heeft dit super-idyllische plekje ontdekt en daar staan nu 22 campers te genieten van de sfeer. Vanavond hadden we een gezamenlijke maaltijd met de burgers van Oliena.

Wat ik me ervan moest voorstellen wist ik niet, maar nu weet ik hoe ze dat hier doen. Er is een grote ruimte met aan één wand van links tot rechts een enorm haardvuur. Daarvóór staan rekken vol met schapenvlees te roosteren, afgewisseld met spiesen kalfslappen. Vol ontzag bekijk ik het vlees als de kok opeens een stuk afsnijdt en mij dit hoogst persoonlijk in mijn snavel stopt. Ik proef… o wat lekker… o wat heerlijk… dat is toepasselijk voor deze plek: goddelijk!

De tafel hangt over van de heerlijkheden. Groente, pastaschotels, brood, vlees, fruit, ga zo maar door. Alles in overvloed. Een gitarist brengt de stemming er aardig in met zijn deuntjes en al gauw gaat de meute over op ´Geef mij maar Amsterdam’  en ´datte me toffe jonges zijn´… enz. Gerard is de zingende voorganger, in zijn kielzog Betsy, en de rest volgt luid en duidelijk.

Als de watermeloenen op zijn, de peren en perziken verorberd en de wijn is in de man, staat er op het knusse pleintje een kraampje met koffie, likeur, koek, en nog veel meer. Plaatselijke dansen werden opgevoerd, natuurlijk doen we mee, maar mij lukte het niet goed om in het ritme te komen met zoveel heerlijks in mijn buik.

Morgen vroeg op voor ons doen, we gaan een jeepsafari maken en dan ga ik ook verder met dit verhaal.

Maandag, 17 september Jeepsafari.

Zes grote landrovers boordevol met 42 uitbundige NKC-ers. Dat belooft een gezellige boel te worden, maar niet direct, want eerst moeten we ons zien te installeren in de krappe jeeps. Egbert heeft met zijn lange benen een kinderplaatsje achterin en moppert wat af. Helemaal toen de weg ophield en overging in iets wat niet op een weg leek, en wij heen en weer geschud werden zodanig dat ons bloed in onze aderen gekarnd werd. Af en toe een knal, dat was Egberts hoofd tegen het dak. Hij vond het helemaal niks. Maar toen kwamen we aan op het hoogste topje van de beklommen berg. Daar zat een Zwitsers echtpaar koffie te drinken. Lekker rustig en lekker stil zullen ze gedacht hebben, tja, en toen kwam de NKC-meute. Maar ja, het leven is niet altijd leuk, ook niet voor Zwitsers. Bij ons was Robin de Nederlandse gids die ons van alles vertelde daar boven op de berg, hoe arm de bevolking vroeger was, hoe de malaria heeft huisgehouden. Duizenden Sardijnen stierven eraan, totdat de Amerikanen het hele eiland volspoten met DDT en toen was het over. In al die jaren waren de mensen echter resistent geworden tegen de malariamug en dat is de reden waarom de mensen hier zo klein zijn.

Vanaf dat topje konden we de hele omgeving zien, allemaal dorpjes in het dal en in de verte. Wat een uitzicht, en wat heerlijk koel is het hier. Er staat nog een klein schaapsherdershutje waar ik me niets bij kan voorstellen hoe hier mensen, gezinnen in geleefd kunnen hebben, maar toch is het zo. Onvoorstelbaar.

Terug in de jeeps, Egbert weer zijn lange benen in zijn nek en zijn hoofd ingetrokken als een schildpad, richting koffie, en vandaaruit stond ons een grot te wachten. Een grot van kalksteen, waar Robin ook van alles over verteld, over verdwerging van de dieren, waar dat door kwam, over de bewoners enz. De grot ligt hoog in de berg en daar was je niet zomaar, daar moesten we echt wel even stevig voor in de benen. Maar de klauterpartij waar je U tegen zegt, was de moeite waard. In een grot waar ooit een waterstroom het gesteente heeft gevormd waar door de eeuwen heen druipstenen gevormd werden, die we nu kunnen bewonderen. Super, super, super.

En toen kwam het. De tocht vandaar naar een locatie ergens in the middle of nowhere waar schaapsherders onder een enorme olijfboom een maaltijd voor ons bereidden. Dat ging niet meer over een weg, nee dat kun je geen weg noemen, maar dat ging dwars door de ruigte over grove rotsblokken, boomstammen, diepe geulen, mijn hemel we  werden gecentrifugeerd. Arme Egbert op zijn kinderstoeltje, en het was nog niet zomaar over ook. Maar eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming maakte die alles goed. De meest verrukkelijke hapjes werden daar voor ons geserveerd. We hoeven ons  geen zorgen te maken over de Sardijnse keuken… die is grandioos. Ik denk dat de mensen hier eeuwig in de keuken staan zo uitgebreid als ze hier eten. Wij wisten het te waarderen, al heb ik moeite met alweer een klein varkentje dat het loodje heeft moeten leggen tegen deze overmacht van rammelende magen. Nou ja, het is niet anders en het was super.

Dat kan ik niet van de terugweg zeggen, die ging weer door diepe geulen en langs afschuwelijke hellingen, maar de kromme tenen konden we na een half uurtje weer rechten en toen was het avontuur afgelopen. Bij de camper gekomen was ons Laikaatje weer zó blij, en helemaal toen hij een stukje meegebracht vlees kreeg, alles wat hij ons ongetwijfeld verweet was daardoor vergeven en vergeten.

Woensdag 19 september 2018

We hebben te hard gejubeld over het weer. Het was tot nu toe zó fantastisch, elke dag zon, teveel zelfs, het was elke dag zó vreselijk heet dat het vaak niet aangenaam meer was. Tja, en als je daarover moppert dan zal je het weten ook, want gisteravond barstte er een onweer los dat zijn weerga niet kent. De camping (in Lido Orri) stroomde zowat de zee in, compleet met NKC-campers. Ik sliep overal doorheen, heb er niet veel van gemerkt, maar buurvrouw Riek zegt dat het water tot aan haar treeplank stond. Wauw, dat is heftig!

Vanmorgen scheen de zon weer een paar uurtjes, en die hebben we benut door een duik in zee te nemen aan het parelwitte strand hier 200 meter verderop. Heerlijk. Er kwam zomaar onverwacht een strandstoel op mijn pad en die was blij dat hij mij een plezier kon doen, dus koesterde ik me even een paar uurtjes heerlijk in het zonnetje op een strandstoel waarvan ik later hoorde dat die betaald had moeten worden, maar dat hoorde ik te laat en er kwam niemand incasseren.

20 september 2018

Vanmorgen was ik helemaal de weg kwijt. Niet figuurlijk maar letterlijk. Ik was met Laika gaan wandelen en raakte steeds verder van de camping verwijderd. Hoe ik ook zocht, ik herkende helemaal niets meer. Opeens kwam ik ergens op een heel afgelegen vies plekje terecht waar twee mannetjes bezig waren met schudden aan grote vuilniszakken. Achteraf begreep ik dat dit een camping verderop was, waar ze net als op onze camping het vuilnis scheiden. Er staan overal wel acht bakken op een rij, maar als de vuilnismannetjes zich onbespied wanen op dit afgelegen plekje, kwakken ze alles bij elkaar. Blijkbaar gaat het erom dat de gasten het idee hebben dat ze goed bezig zijn voor het milieu. Dat noem ik nou echte authentieke sjoemel-vuilnis!

De mannetjes schrokken zichtbaar toen ik opeens voor hun neus stond en ze wilden niets liever dan mij eigenhandig wegduwen. Geen pottenkijkers! Ik vertelde dat ik de verdwaald was. Dat kon ze niets schelen, als ik maar ophoepelde van die plek. De mannetjes zaten op de grond met dat vuilnis te prutten, maar één stond er op: ¨Camping Cigno Bianco?” vroeg hij. Ik heb geen idee hoe onze camping heet, maar twee woorden waren het wel, dus ik knik maar op goed geluk. “Oké, die kant op”. Mijn hemel, wat een  eind verderop! Bekaf kwam ik uiteindelijk terug op de camping waar Egbert zich al grote zorgen maakte en zenuwachtig heen en weer liep. Nou ja, eind goed, al goed. Hoi.

Nu zijn we onderweg naar Villasimius vlakbij Cagliari de hoofdstad. Onderweg stoppen we ergens op het mooiste plekje van Sardinië, aan de zee met een Bounty-strandje voor ons neus, maar wel in de stromende regen. Gisteren is het weer omgeslagen van verzengend heet, naar onweer, afgewisseld met regen, hier en daar een bui, en ook nog eens af en toe neerslag.

We moeten tanken en vinden een tank met twee prijzen: bediend kost de diesel per liter € 1.699, zelf tanken € 1.501 per liter. Raad eens waarvoor wij kozen. Natuurlijk, we blijven Hollanders. We staan dus te schutteren bij de zelfbedieningspomp, maar hoe doen we dat? “Meneer, wilt u even helpen?”  Nee, dat wil meneer niet, want we willen toch zo nodig die twintig cent voor de bediening uitsparen? Precies op het moment dat de bediende een beetje hoopvol begint te kijken, komt er een aardige Duitser aan. Hij woont hier en weet van wanten. “Ich helfe Ihnen”. Ik geef hem de euroflapjes, hij schuift ze in een gleufje, drukt op een Italiaans knopje en ja hoor…. onze tank kan gevuld worden. De pomphouder stond erbij en keek ernaar, ergernisplooien om zijn neus. “Die gierige buitenlanders” zal hij gedacht hebben….

We denken een pizzaatje te gaan verschalken, maar nee, in Italië presenteren ze overdag geen pizza, alleen ´s avonds. Althans in de pizzeria waar wij waren. Vanavond dus nog eens een aanloopje nemen en zo niet…. Dan wordt het een boterham met ei.

Vrijdag 21 september 2018

We staan nu op een heel mooi plekje op de camping. Vlak voor het hek dat toegang verschaft tot het strand met uitzicht over de baai die omringd wordt door prachtige bergen. In de verte torent een torentje, hagelwit zand tussen je tenen, helderblauw water voor je neus, bontgekleurde vissersbootjes dobberen heen en weer. Het kan slechter. De zon brandt niet meer zo ongenadig, er hangen dreigende wolken boven ons hoofd, maar wij zien die als grote parasols, heerlijk, als ze hun buien maar elders loslaten.  Vandaag een rustdag, dat betekent achterstallig huishoudelijk werk, vooral erg kalm aan, en niet vergeten af en toe een duik te nemen. Het komt dus helemaal goed: wij vermaken ons wel.

 Deel 16 – zaterdag 22 september 2018

De hitte is terug. Tjonge wat brandt de zon. Vandaag gaan we de hoofdstad van Sardinië, Cagliari, bekijken. De bus staat om 9 uur klaar en we stappen in, om een prachtige rit langs de kust te gaan maken. Karin is jarig, dus een mooie gelegenheid om haar in de bus luidkeels toe te zingen. Na het ¨hiep hiep hoera¨ haalt Karin even lekker uit met een verrukkelijke traktatie en intussen glijden de mooiste strandjes, baaitjes en landschappen voorbij, badend in de zon.

Eerlijk gezegd twijfelde ik of ik wel mee zou gaan. De meeste stadjes (vooral op Corsica) zijn erg toeristisch en ze lijken allemaal op elkaar. Ik verwachtte weer zo´n stad boordevol terrasjes en winkeltjes vol prullaria, en om daarvoor die grote hitte te trotseren en Laika weer een dag in de warme camper op te sluiten… maar Egbert haalde mij over en dáár heb ik geen spijt van.

Onderweg worden we vergast op ongelooflijk mooie uitzichtpunten, we rijden langs zoutvelden die nu geen zout-win-velden meer zijn, maar die wel als zoutvelden worden aangehouden vanwege de vele vogels die daar neerstrijken. We zien hele hordes flamingo´s in al hun gratie door het zilte water stappen. Gaby vertelt dat er één pelikaan rondstapt te midden van de flamingo´s. Deze pelikaan is single, maar niet vrijwillig, want zijn vrouwtje is drie jaar geleden overleden en aangezien er niet één ander pelikaanvrouwtje in de buurt is, en hij niet kan internetdaten, blijft hij maar zielig alleen.

Onderweg zien we veel vuilnistroep, zoals in heel Sardinië. Gaby vertelt dat Sardinië een arm land is, er kunnen niet méér vuilnismannen worden betaald. Daarom gaat de bevolking op één bepaalde dag in november, rotzooi opruimen. Vele handen maken zwaar werk licht, en dat ze trots zijn op hun eiland willen ze graag laten zien. Daarom ruimen ze gemeenschappelijk de smerige troep vóór de winter op, want dan blijft het netjes. (Dan zijn er geen toeristen meer).

In Cagliari is veel te zien. De oude stad ligt boven op een berg en dáár moeten we zijn. Dat betekent? Jazeker, weer hoge trappen beklimmen terwijl de zon zijn best doet om mij dàt bijna onmogelijk te maken. “Het zijn er maar zes” roept Gaby onze gids, maar ze vertelt er niet bij van hoeveel treden. Maar goed, ik worstel en kom hijgend boven. Wat een interessante oude wijk! Fabelachtige vergezichten over de hele stad, kleine nauwe straatjes waar de zon niet de overhand kan nemen, grote torens, en een mooie kathedraal. Blij dat we toch gegaan zijn, want dit is echt een mooie stad met veel interessants om te bekijken.

Als we de mooie oude stad bekeken hebben dalen we langzaam weer af naar de benedenstad. Dat gaat een stuk makkelijker. Beneden aangekomen storten we ons op een Italiaanse pizza, die hier wél overdag gepresenteerd wordt en hij was nog lekker ook. Op de rekening stond iets wat we gek vonden: coperto (of zoiets) voor drie euro. Dat vonden we gek, want wat hadden we dan nog meer gehad dan twee pizza´s en twee biertjes? In elk geval geen coperto, wat dat dan ook moge zijn. Heel langzaam begint me iets te dagen. Heb ik ooit niet gehoord dat je in Italië moet betalen voor je bordje en het bestek? Normaal gesproken zou ik uit nieuwsgierigheid vragen wat die coperto is, maar we hebben ons maar neergelegd bij de drie eurootjes coperto. Het zal wel goed zijn.

De warmte is ongenadig, we zijn dan ook blij dat de bus keurig op tijd op ons wacht en dat de airco het heel goed doet. Dan staat ons nog een verrassing te wachten: de jarige Karin nodigt ons allemaal uit voor een heerlijk schepijsje bij haar camper. Dat laten we ons geen twee keer vertellen. Even Laika uit de warme camper halen (36 graden) en dan smullen maar. Ook Laika geniet… zij mag de bakjes leeglikken. Daarna haasten we ons om ons om te kleden want de zee trekt wel heel sterk om een verkoelende duik te nemen.

Zondag 23 september 2018.

200 kilometer is de tocht van vandaag. We rijden van de oostkust helemaal langs de zuidkust naar de westkust waar een groot eiland (Isola di San Antioco) ligt met een camping. Die camping is onze bestemming. Bij Chia kunnen we kiezen welke route we willen nemen, het kan langs de kustweg met prachtige uitzichten over de zee én het kan langs de bergweg waar de weg kronkelig is met na elke bocht een ander schitterend uitzicht. We kiezen voor de kustweg, maar belanden per ongeluk op de bergweg. Na vier kilometer merken we onze vergissing pas, dus we rijden maar door. Geen spijt hoor, want die bergweg is fantastisch mooi.

Alleen valt ons wel op dat de Sardijnen lak hebben aan vrijwel alle verkeersregels. Ze rijden met het grootste gemak dwars over een doorgetrokken streep, en met hetzelfde gemak over een dubbele doorgetrokken streep. Ze halen in op plekken die God echt streng verboden heeft. Ze trekken zich niets aan van stopborden, noch van voorrangsborden, noch snelheidsbeperkingen, noch van….. ach bedenk het zelf maar. Bij de bochten zijn wij extra alert want vaak zitten tegenliggers juist daar (op onoverzichtelijke plekken) op onze weghelft. Egbert vloekt ze weleens verrot, vooral de motorrijders die je regelmatig de stuipen op je lijf jagen, maar zij horen Egbert niet en ze trekken zich ook niets van hem aan. Ze scheuren gewoon lekker met oogkleppen voor, door de bochten.

En nu zitten we aan een pilsje onder een anti-zonnedoek dat de campingbaas al voor ons gespannen heeft. Dat is uit te houden, Laika aan onze voeten, het ruisen van de zee in onze oren, de NKC-ers knusjes om ons heen…. Wie doet ons wat.

Deel 17     26 september 2018

Hoe stom kan een mens zijn. Ik weet dat ik er niet verstandig aan doe om dit te vermelden. Ik schaam me ook diep voor de door mij begane stommiteit. Maar hopelijk hebben jullie een beetje clementie in je mening over mij. Het is me al genoeg ingewreven, dat hoeven jullie niet meer te doen. Ik vermeld het toch maar, als jullie me maar beloven dat jullie mij deze stommiteit niet tot in lengte van dagen nadragen, ook niet in Sinterklaasgedichtjes en ook niet als het eens zo lekker uitkomt.

Wat gebeurde er?

We gingen tanken bij een zelfbedieningspomp. Visakaart eerst erin, maar dan komt het: instructies in het Italiaans. Ik speur me suf of ik er iets van begrijp en ja hoor…. dacht ik. Ik drukte de juiste knoppen in en tegen Egbert brul ik “je kunt tanken aan pomp 2”. Egbert trekt de slang eruit, maar dan realiseer ik me dat ik nog niet op het knopje van pomp 2 gedrukt heb, dus alles wordt “annulato”. Egbert hangt de slang weer op. De visakaart komt er weer uit, ik sta er wat bij te dralen. Ik start het proces opnieuw. Nu druk ik wel op pomp 2, maar er komt geen diesel uit. Egbert hangt de slang weer op. Alles is weer “annulato” maar mijn visakaart komt er niet uit. Wat nu. Ik druk op alle knoppen maar nee, geen kaart. Een begin van lichte paniek komt over me. De mensen die achter me staan te wachten komen erbij. Mevrouw spreekt Italiaans en zal me even helpen. Fijn. Ook zij drukt op alle knoppen, tot “cancelo” (?) aan toe, maar geen kaart.

Mevrouw loopt naar een andere klant met een uniform waarop iets staat van Guardia Costière of zoiets. Meneer komt erbij en ook hij drukt overal op, maar geen kaart. Intussen loopt Egbert naar het onbemande huisje of daar ergens een telefoonnummer zichtbaar is, en ja dat is er. Meneer Guardia Costière begint te bellen, maar precies op dat moment komt er een auto aanrijden met de baas erin. Toeval bestaat niet.

Met grote stappen loopt hij op de pomp af als hij begrepen heeft wat er aan de hand is. Intussen een hele rij wachtenden achter u… iedereen is uitgestapt en komt kijken wat hier voor zenuwachtigs gaande is. De baas maakt het kastje open gluurt, zoekt en roept mij dan. “Kijk… geen kaart erin!” Ik krijg het Spaans benauwd, ik weet toch zeker… Egbert fluistert me heel diplomatiek in mijn oor….heb je de kaart misschien in je portemonnee gestopt? Ik weet bijna zeker van niet, maar kijk het toch maar even na en wat denk je?

Owee, ik schaam me diep. Zoveel consternatie. Zoveel tijd voorbij gegaan. Zoveel mensen erbij betrokken… En nog begrijp ik niet hoe dit kan. Mijn waakzaamheid over de visakaart zit natuurlijk stevig ingebakken, maar mijn hoofd zat bij het Italiaans waar ik niets van begreep. Ik zal geheel volgens gewoonte direct de kaart weggestopt hebben na de eerste mislukking, terwijl mijn hoofd nog bezig was die mislukking te reconstrueren.

Nou! Dit overkomt mij dus echt nooit meer. Gelukkig goed afgelopen, wél spijt het mij zeer dat ik de reputatie van de Nederlandse intelligentie geschaad heb en dit akkevietje zal me nog lang heugen, maar vooruit, gedane zaken nemen geen keer en ik blijf gewoon even aardig als altijd hoor!

We zijn nu op de terugweg langs de westkust. We hebben nog circa één week te gaan. Gisteren hebben we een schitterende tocht gehad over bergen, onder bergen, langs bergen, allemaal even mooi en indrukwekkend. Egbert had op een gegeven moment wel genoeg van al die haarspeldbochten, maar wat zijn ze prachtig! Onderweg was nog een tempel te bekijken, kurkeiken die gepeld werden, schapen die op de weg lagen te slapen, zó idyllisch, zo schattig.

Vandaag is de temperatuur ook wat teruggelopen wat alleen maar prettig is. De zon schijnt uitbundig, heerlijk, maar dat natte, klamme, benauwde is er niet meer, gelukkig. We gaan vandaag een eindje fietsen, het is hier zó mooi. Laika mag niet mee, maar die is zó moe van al dat gereis, ze zal blij zijn als ze een poosje ongestoord kan slapen.

27 september 2018

In Sardinië hebben ooit (tussen 1100 en 2000 jr v.Chr.) de Nuraghen gewoond. Ik heb daar al eerder iets over geschreven. Het is een oervolkje. Ze stapelden heel kunstig stenen op elkaar die nu nog steeds op elkaar staan en die wij kunnen bekijken, wat we dan ook met veel genoegen doen. De meeste bouwsels zijn uit elkaar gevallen, dan liggen er overal grote stenen, waarbij je je maar een voorstelling moet maken van het gebouw dat ze ooit gevormd hebben.

Vanmiddag bekeken we echter een van de vele opgravingen, want de overblijfselen van Nuraghen zijn her en der te vinden. Maar het leuke van deze opgraving was, dat hier een heel dorp grotendeels gereconstrueerd is. D.w.z. de huisjes zijn nagebouwd met de gevonden stenen. In de 12e eeuw (na Chr.) is er op de plek waar de Nuraghen hun heiligdom hadden, een christelijke kerk gebouwd, want in die tijd kwam het Christendom een beetje op en men wilde toen het heiligdom behouden alleen vanuit een andere religie. 

In die tijd was er een belangrijke vrouwe, een rechtsprekende vrouwe Cristina, die zich had bekeerd tot het Christelijke geloof, maar dát werd door het andere deel van de bevolking niet gewaardeerd. Cristina werd streng gestraft door haar heidense geloofsgemeenschap. Ze werd met haar hoofd naar beneden in een put gegooid en daar waar haar sluier de wanden van de put raakte veranderden de stenen in edelstenen. Ze was wel dood, dus erg veel plezier zal ze niet hebben gehad van de edelstenen, maar Cristina én de put werden later heilig verklaard en de put werd geheel authentiek gerestaureerd. Vandaag stonden wij aan de rand van de put en konden we die put zelfs in via een trap van 25 treden, om te kijken of er nog iets van de edelstenen te zien is. Niet dus. 

Er was een aantal archeologen bezig met graven en vegen, druk in de weer met emmertjes vullen en dingen sorteren. Vol bewondering stonden we erbij en keken ernaar. Met stoffer en blik zijn ze heel voorzichtig bezig het zand te vegen en te zeven en blij dat ze zijn als ze een steentje vinden! Ik zie helemaal niets bijzonders aan die steentjes, de hele parkeerplaats ligt vol steentjes, maar nee, deze steentjes zijn Nuraghische steentjes en daar zijn zij zo blij mee. 

We rijden verder naar Bosa. Tjonge wat een ontzettend leuk plaatsje. Al van verre zie je de huizen in alle kleuren van de regenboog op de berg. Kei-oud en het stadje ademt ook daadwerkelijk de sfeer van antiek, nostalgie, middeleeuwen enz. Heerlijk om doorheen te banjeren.

We strijken neer op een terrasje als er na een poosje iemand vraagt of ik een foto van hem en zijn vrouw wil maken. Ja, natuurlijk wil ik dat. Ik knip dus twee foto´s en dan blijkt dat meneer Spaans spreekt. Hoi! Iemand die we kunnen verstaan dus. Hij vertelt dat hij privéchauffeur was van een toenmalige minister in Argentinië, waar hij Spaans heeft leren spreken. Maar terwijl we zo aan het babbelen zijn komt zijn vrouw eraan zij wil met ons op de foto. Haar man vindt het een goed idee en komt er ook bij. De ober werd erbij geroepen, hij moest het plaatje schieten. Wij dus met de ministerschauffeur en zijn vrouw op de foto. De ober begreep dus dat wij Nederlanders zijn en prompt wilde die ook met ons op de foto, waarvoor er weer iemand anders werd ingeschakeld. Een heel gedoe met die foto´s, maar zo komt het dat wij nu op allerlei foto´s prijken, niet omdat we zo fotogeniek zijn, welnee, omdat we Nederlanders zijn. Zouden Nederlanders iets  bijzonders hebben of zijn wij zo bijzonder?

PS zojuist komt Egbert terug bij de camper. Hij had zich even teruggetrokken voor toiletbezoek van deze camping. Dat het een piepklein wc´tje is was ons al aangekondigd, maar Egbert moet hebben gedacht dat hij toch wel passend zou zijn voor een niet al te uitbundig gebruik. Fout. Hij was nóg kleiner dan ons al was aangekondigd. Maar gelukkig had Egbert bij de jeepsafari geoefend hoe hij zich op het kinderklapstoeltje moest opvouwen, die ervaring kwam hem nu goed van pas.  

Deel 19       29 september 2018

Gisteravond vierden we het feit dat er tijdens deze reis zeven deelnemers jarig waren. De zeven feestvarkentjes organiseerden met elkaar een feest voor de groep. De een knoopte touwtjes aan elkaar voor de ballonnen, de ander was met de muziek in de weer, want zonder muziek geen feest.  En zonder slingers en bloemen ook geen feest, dus alles werd met grote voortvarendheid aangebracht en allengs veranderde de ongebruikte camperplaats in een supergezellig feestterrein. De dames waren druk in de weer met de hapjes, de heren sjouwden met stoelen uit het gesloten eettentje hier verderop, en ook vonden zij lange tafels waarop heel wat hapjes, schalen en schotels pasten! Gelukkig maar, want er werd me daar een vracht aan lekkers aangedragen….kaas, worst, zoutjes, tomaatjes, nootjes nou ja bedenk het maar.

Om half vijf barstte het feestgedruis los, de feesthoedjes werden opgezet, de muziek ging op volle sterkte, de tongen kwamen los, er werd gezongen, gedanst, de polonaise werd in ere hersteld, en we stampten er met z´n allen lustig op los. Een hartstikke leuk feest, alleen gebeurde er helaas iets waardoor onze lol er gauw vanaf was. Ik zal daarover niet uitweiden, maar we zijn blij dat het een geslaagd feest was voor de jarigen en voor de anderen en dat men genoten heeft.

Zaterdag 29 september 2018

Vandaag staat een klapstuk op het NKC-programma. Daar verheugen wij ons al lang op: een boottocht naar een stuk ongerepte natuur, waar hoge rotsen uit het water opstijgen en in die rotsen zitten grotten die je gezien MOET hebben als je op Sardinië bent. We hotseklotsten met de boot over de hoge golven, het waaide behoorlijk hard en vooral bij de rotsen werden we flink door elkaar geschud. Wat we zagen is fabelachtig. Zulke ruige rotsen, grillig, onherbergzaam, en zó hoog….  Indrukwekkend en imposant.

Hoe we uit die wild schuddende boot zijn gekomen weet ik niet meer, maar het is gelukt en toen stonden we in een grot, zo mooi, zo vol stalagtieten en –mieten, in de meest vreemde  vormen. Een watertje glinstert je tegemoet, we liepen er bijna een uur en het had nog wel langer kunnen duren, er was zóveel te zien. Ik was er helemaal weg van.

Toch moesten we weer terug, jammer of niet. Diep onder de indruk voeren we een half uur later de haven van Alghero in. Een beeldig stadje met kleine straatjes, een oude kerk waar we even een kijkje gingen nemen en waar zojuist een kerkdienst was begonnen. Wat schetste onze verbazing, de dienst werd niet geleid door een geestelijke van vlees en bloed, maar door een bandje. Dat werd afgedraaid en de gemeente deed precies wat ervan hen verlangd werd: een kruisje slaan, het onze vader opdreunen, knielen, alles onder de strenge leiding van een tape!

Enfin, het is even wennen denk ik, maar de gemeente had er geen moeite mee. Wij togen op naar een ijsje, dat kwam ons wel toe na zo´n indrukwekkende dag, vonden wij en we namen dan ook een extra dikke. Mmmm… heerlijk.

Het zit er bijna op. Het is ook wel goed geweest. Morgen een reisdag, overmorgen een dag rust en een afscheidsetentje en daarna reizen wij terug naar Porte Torres waar de ferry van de Grimaldi-line ons hopelijk veilig naar Barcelona vervoert. De groep gaat terug naar Livorno in Italië en dan zit het er voor een ieder van ons echt op. Maar wie weet, valt er morgen of overmorgen nog wel iets te vermelden, dan doe ik dat en zo niet, dan is dit de laatste rondschrijfbrief vanuit Sardinië.

1 0ktober 2018

Onze laatste gezamenlijke rit door Sardinië. We rijden helemaal verkeerd maar juist daardoor komen we op de mooiste plekjes, waar misschien nog nooit een Hollandse camper is geweest. We volgen een mooie kust/bergweg waar her en der uitzichtpunten zijn en we stoppen bij elke plek, want het is zó mooi!

Als we op de camping aankomen zijn we zo ongeveer de laatsten, maar mijn hemel wat een vreselijke camping. Vier sterren, van mij krijgt hij er maar eentje, een heel kleintje, maar eerlijk is eerlijk, ik houd niet van campings en zeker niet van die overvolle, uitpuilende mensenmassa´s.

Laika mag niet los. Doe ik toch. Internet kost vijf euro per dag. Doe ik niet. De douche is een heel eind verderop en op al die mensen is het er maar één voor de dames. Wat wél mooi is, is het strandje waar wij wel mogen komen, maar Laika niet. Tjemig, wat zou je hier een vakantie lang moeten doen. De Duitse buurman komt hier elk jaar zes weken. Elk jaar zes weken!! Wij zouden het geen zes dagen uithouden.

Vanavond hebben wij een afscheidsdineetje met de club, verzamelen bij de vlag! Hugo en ik hebben een toespraak voor de leiding voorbereid. Ik een serieuze toespraak, je weet hoe serieus ik ben, Hugo heeft een lied gemaakt van een heleboel coupletten. We moeten dus zingen. Zal best gezellig zijn, jullie horen het. We kijken er ook echt naar uit. Niet naar het zingen, maar wel naar de tijd na het zingen. 

Dinsdag, 2 oktober 2018.

Het afscheidsetentje gehad. Wat een saaie boel. Ik een toespraak waarmee ik (zoals met Hugo afgesproken) de leiding bedankte, Hugo zong het hoogste lied en de goegemeente zong heel gezapig van  “zing ik aiaijippiejippiejee”. Wat klinkt dat stom als er geen spirit in zit, owee, arme Hugo, geen beweging in de groep te krijgen. Hugo wilde er een spektakel-slotavond van maken. Mislukt.  De leiding bestond uit vier aardige mensen, die zich zo ongelooflijk hebben ingezet om een beetje eenheid te krijgen in de groep, zij hebben werkelijk alles gedaan voor de NKC-ers. Tot op het laatst hebben ze zichzelf weggecijferd, als de groep het maar leuk en goed had. Paarlen voor de zwijnen. Het zijn vrijwilligers, ze verdienen er niets aan. Wij vinden dat ze lof verdienen, maar de groep vindt dat niet. Sommigen hebben van alles te mekkeren over dingen die wij niet eens kunnen bedenken. Ongelooflijk hoe ontevreden sommige mensen zijn. Wij hebben grote bewondering voor de leiding, Egbert zou allang het bijltje erbij neergegooid hebben.

Vandaag gaat de groep de ferry op richting Livorno, wij gaan morgen de ferry op richting Barcelona. Het heeft vannacht geregend, gestormd, geonweerd, als ik uit het raampje kijk zie ik woeste golven met witte schuimkoppen erop. Owee, wat zal de boot stampen, en morgen vast en zeker ook nog. Als dat maar goed gaat. Ik zal plastic zakken bij de hand houden. Naar Livorno duurt de vaart negen uur. Wij zitten er morgen 12 lange uren op. Ik hoop dat Laika het een beetje droog houdt… we moeten even doorzetten, flink zijn.

Eerst nog even gezamenlijk in de kring koffiedrinken. Betsy van de leiding zorgt voor wat lekkers erbij, Gerard gaat een afscheidsrede houden, en dan is het handen schudden en wensen uitspreken.

Zo, nu zitten we ergens onderweg aan de koffie. Zojuist hebben we een stortbui over ons heen gekregen, de ruitenwissers hielden het niet meer bij. Diverse auto´s onderweg stopten zomaar op de weg want er is geen vluchtstrook. Ze hadden (denk ik) geen goed zicht meer op de weg. Maar nu schijnt de zon weer en is de hemel grotendeels blauw.

We hebben de haven bereikt, er staat een Bulgaar die ook naar Barcelona gaat morgenochtend. We gaan er knusjes bij staan en brengen de nacht dus door op het haventerrein.

Woensdag 3 oktober 2018

Wat een verschrikkelijke dag. We brengen de nacht onrustig door op de havenkade in Porte Torres waar vandaan de boot om zeven uur zou vertrekken naar Barcelona. De wekker staat op half zes maar allang voor die tijd zijn wij in het land der levenden en bekijken we door het raampje hoe de kade volstroomt met (vracht)auto´s, campers enz. We hebben dus geen haast, we sluiten wel aan in de rij als het zover is. Helaas is dát pas om negen uur, want de boot heeft een vertraging van twee uur. Holladijee. Kunnen we nog even koffiezetten en Laika wat uitgebreider uitlaten.

Dan begint het grote inschepen. Tergend langzaam rollen alle reislustigen de boot op, wij zijn de laatste camper. Campers moeten omhoog net als in een parkeergarage over een oprit. Het rederijpersoneel staat dwingend en zenuwachtig te zwaaien en te schreeuwen “opschieten” het lijken wel orgeldraaiers. Egbert volgt gehoorzaam, maar op de schuine oprit naar boven staat het stil. Het is boven vol en dus wacht hij onderaan de oprit. De man schreeuwt en gebaart dat hij erop moet. “Maar hij staat vol!” antwoordt E. Maar het helpt niet, hij moet de schuinte op. Daar voelt E. niet veel voor, dus doet hij of hij gek is en blijft onderaan staan. Tumult, want hij moet erop. Nou vooruit, het is kiezen of delen: òf we gaan erop òf we gaan erop, meer smaken hebben we niet. E. geeft gas en daar staan we dan. Versnelling in z´n één en handrem stevig erop. Het heeft vannacht gestormd en geonweerd en een regenbui waar je U tegen zegt, de zee zal dus flink onrustig zijn. Als de boot gaat schommelen en die camper staat zo schuin… we protesteren luidkeels, maar er is niet tegen die man aan te praten.

Net als we ons erbij neerleggen, spullen gepakt hebben en willen uitstappen, komt die schreeuwerd weer op ons af: U moet eraf. Achteruit! We kijken hem met grote ogen aan. Wat zegt u nou? Jazeker, u staat schuin! Dat ziet u toch zelf ook wel! Dat kan niet, als de boot gaat schommelen….

Enfin, na enige tijd kruipen we de boot in. Elf verdiepingen hoog, 22 trappen. Wat een stad! Overal lounches vol met stoelen en banken die allemaal binnen de kortste keren vol liggen met tassen en troep. Mensen annexeren daar kennelijk direct hun ligplaatsen want er is al geen enkele bank meer vrij. Wij struinen door naar het bovendek. Ook daar is het vol, maar alles speelt zich af rond het koffietentje daar. Wij willen uitkijken over de haven, het druistige gedoe bekijken, de afvaart zien, het is zo hoog dat je overal overheen kijkt. Waauw, dit is mooi! Alleen Laika ziet niets, die heeft een waas van angst voor ogen en het kleintje verzet zich met elke vezel in haar kleine lijfje. Ach owee.

Dan begint de lange, lange, saaie dag. Bijna dertien uur met geen ander uitzicht dan zee, golven, schuimkoppen, zelfs geen vogeltje, geen vlieg, alleen maar gestamp van motor, geklots van de golven, geloei van de wind, het waait nog steeds heel hard, we kunnen ons met moeite staande houden. Het schip is gelukkig groot en sterk daardoor merk je het niet zo, maar hij deint wel als een gek. De uren verstrijken ongekend langzaam. Een boekje lezen lukt me niet meer. We kijken wat naar de mensen en proberen Laika te kalmeren wat niet lukt. Saai, saai, saai. Hoe kunnen mensen een cruise maken en dát leuk vinden, ik vind er niets aan.

Ook niet aan de entertainer die ´s middags een boel muzikale schreeuwherrie over het dek laat gillen. Dwars door het geloei van de storm heen, het is een pestherrie van jewelste. Ik stap op hem af om te vragen of hij  niet wil stoppen met die herrie. Hij kijkt me wat meewarig aan: herrie? Ik ben hiervoor ingehuurd en word hiervoor betaald mevrouw…. U wilt toch niet het brood uit mijn mond stoten? Nou, wat zachter dan doe ik een laatste poging. Dat zegt hij toe, maar hij doet het niet. Hij denkt aan zijn boterham.

Enfin, de boot heeft ook nog eens vertraging waarschijnlijk door de harde tegenwind, zodat de reis nog langer duurt, maar om negen uur ´s avonds is het Championsleage Italië tegen Engeland. Opeens worden al die Sardijnen en Italianen wakker. Wat een vuur kunnen die gasten aan de dag leggen, zeg, ongelooflijk. Als de bal in de buurt van het doel komt, deint het schip nog harder! Half tien ´s avonds legt het schip aan, maar de voetbalwedstrijd is dan net een half uurtje oud, dus die Italianen zijn niet van plan om op te stappen. Wij wel. Graag zelfs.

Hoe komen we in hemelsnaam al die 22 trappen naar beneden, naar de garage nr. 3? Ik zie een lift die gaat naar garage nr. 5 t/m 2. Klinkt goed, hè? Dachten wij ook. Hij stopt op nr. 5, we moeten dus nog vier trappen omlaag (voor elke etage twee trappen). Doen we, maar Laika kan niet traplopen die moet dus getild worden (15 kg). Egbert werpt zich op en sjouwt zich een bult. Op nr. 3 aangekomen blijkt dat we aan de vrachtwagenkant zijn. Onze camper staat helemaal aan de andere kant, 225 mtr. verderop, maar we kunnen daar niet naar toe lopen, want de vrachtauto´s staan bot op elkaar, we kunnen er niet langs. Wat nu? Al die trappen weer op, dan over het bovendek de 225 mtr. naar de andere kant lopen, dan dáár alle trappen af, nu zónder lift, arme Egbert, met die hond die per stap zwaarder wordt.

Enfin, vraag niet hoe, maar we redden het, al zijn we te laat en staat onze schreeuwerd alweer te kafferen tegen ons. In het Nederlands geven we antwoord, maar goed dat hij het niet verstond. Oké. We rijden de boot af die leeg stroomt op de smalle weg voor de haven langs, werkelijk een gekkenhuis. Honderden auto´s, motoren, vrachtwagens, campers enz. doen hun best om zich uit de chaos los te maken. Met z´n allen moeten we door het centrum van Barcelona heen. Er is ook nog brand ergens, brandweerauto´s loeien, ziekenauto´s hebben voorrang, en we zijn al zo moe.

Over tienen bereiken we de autobaan richting Reus waar een camperplaats is. Daar komen we ver na twaalven aan en dan blijkt die plaats afgesloten door een slagboom. Wil je erin, dan moet je het aangegeven nummer bellen. Dat durven we niet zo laat nog, dus daar staan we dan midden in de nacht. Wat doen we, we kunnen bijna niet meer.

Opeens komt de Guardia Civil eraan rijden. Ook dat nog. Doen we iets verkeerd? Nee, ze hadden ons op de camera gezien, big brother is watching you!, en ze begrepen dat we op die plaats wilden en zij hielpen ons erin met een code. Wij dankbaar!!! Wat waren we moe. Het duurde echt niet lang of we snurkten de hele camperplaats bij elkaar.

En nu zijn we thuis in Fortuna in ons heerlijke huisje, wat een plezier om hier weer aan te komen, alles is goed (denken we) en het internet doet het zelfs ook nog! Hoi. Misschien gaan we het huis wel helemaal niet verkopen, het is zo´n schattig huis.

Jullie veel liefs en groetjes

Egbar  

Wat vooraf ging:

Kennismakingstreffen in Beekbergen – 7.7.2018

Het heeft even geduurd maar toen stonden we er beiden ook vierkant achter: we gaan met een groepsreis van de NKC. De keuze voor Corsica en Sardinië was snel gemaakt. Het is onze eerste groepsreis, dus we zijn erg benieuwd wat ons te wachten staat en of het ons bevalt.

Betsy en Gerard nemen de teugels stevig in handen en behalve veel adviezen en aanbevelingen per mail, sturen ze ons vast ook wel de goeie kant op. Allereerst organiseerden zij samen met Jacqueline en Jan een kennismakings-treffen in Beekbergen, waar ons blijkt dat er maar liefst 22 campers meegaan! Tjonge, dat geef ik je te doen: 44 trappelende enthousiastelingen in het gareel houden… maar Betsy en Gerard en hun collega´s Edward en Ineke draaien daar blijkbaar hun hand niet voor om.

Daar stonden we dan met z´n allen. Het begon al gelijk met een nare valpartij van Piet, die direct naar een dokter moest om te worden gehecht. Gelukkig viel de schade mee, maar het was wel even schrikken.

´s Middags komen we bij elkaar in het restaurant. Iedereen stelt zich voor, maar…zegt Betsy… alstublieft niet alle kleinkinderen benoemen, dan zitten we hier morgen nog, Hou het maar bij jezelf. Prima. De een heeft al uitgebreid ervaring met camperen, de ander is een beginneling, weer een ander –zoals wijzelf-moet zijn weg nog zien te vinden in een groepsgebeuren.

We laten ons verrassen en dat gebeurde gelijk al, want hoe verrassend waren de foto´s die even later werden getoond op een groot scherm en hoe verrassend was het kennismakingsdineetje ´s avonds. Geweldig. Dit was al een succes, een goed begin is het halve werk, zal ik maar zeggen.

´s Middags werden er foto´s gemaakt voor het ´smoelenboek´ dat geen ´smoelenboek´ mag heten omdat dat niet chique klinkt. Nou, dan zijn die foto´s maar voor het ´boek van uiterlijk vertoon´. Oké? Overal werden handen geschud, verhalen verteld en aangehoord en al menige schaterlach klonk over de camping Lierderholt. Het zonnetje liet zich niet onbetuigd en toen de volgende dag de videofilm van de vorige Corsicareis vertoond werd, was het helemaal duidelijk: we kunnen bijna niet meer wachten. Een beetje weemoedig maar ook verwachtingsvol namen we afscheid van elkaar, … over zes weken zien we elkaar in Livorno en dat vooruitzicht maakt een boel goed. 

Egbert en Barbara + hondje Laika.

En dan gaan we van huis ongeveer twee weken vóór het treffen met de NKC-groep in Viareggio.

In Hauterives in Zuid-Frankrijk gaan we het Palais Idéal bekijken, dus we zetten koers naar Zuid Frankrijk. Door het vreselijke ongeluk met de brug in Genua moeten we toch omrijden, dus….

Zondag 19 augustus 14.30 uur.

Met een armzwaai naar onze aardige buren en een paar haastige telefoontjes nemen we afscheid om voor een hele tijd (acht maanden) naar het zuiden te vertrekken. Eerste stop is Stiphout, onze vrienden Peter en Antoinette, die zich al strategisch hebben opgesteld in hun voortuin om ons met open armen te kunnen ontvangen. We kwekken een eind weg en Antoinette heeft een VIP-maaltijd voor ons gemaakt. Tjonge, we kunnen beter hier blijven, zulke heerlijke hapjes zijn in heel Italië niet te vinden.

Want we gaan naar Italië, dan oversteken naar Corsica en daarna naar Sardinië. Dit keer met een NKC-groepsreis van 22 campers met Gerard en Betsie aan het roer, we ontmoeten de groep in Viareggio, maar gaan een omweggetje maken over het Franse Lyon en vandaaruit was het plan om over de brug van Genua naar Livorno te rijden. Dat plannetje hebben we maar laten varen vanwege het vreselijke ongeluk. Owee, ik moet eerlijk bekennen dat de schrik er bij mij best wel in zit. We hebben onderweg zo ontzettend veel bruggen en viaducten te nemen, ik kijk er nu toch een beetje anders tegenaan. Maar goed, niet kinderachtig zijn, als je geen risico wilt nemen dan moet je maar thuis blijven. We zijn razend benieuwd hoe het ons bevalt in zo´n groep, maar het voelt wel goed en dat is een goed teken.

We vertrekken maar hebben geen haast dus zetten we de Garmin op  Arlon, en daar slapen we een gat in de volgende dag. We hebben ook de Tomtom in stelling gebracht, want op onze vorige reis hadden we niet veel vertrouwen in de camper-Garmin, vandaar dat ik mopperend de Garmin-hulpdesk had gebeld. Dat werd uiteindelijk een gesprek van bijna anderhalf uur. Wat blijkt? We hadden er apart nog een draadje bij moeten kopen en nog een ander dingetje, want zónder die attributen is de Garmin onwillig. Jullie begrijpen dat ik daarover mijn gal behoorlijk heb gespuugd. Zo´n dure campernavigatie en dan moet je er nog van alles bij kopen anders doet-ie het niet! Gelukkig was de hulpdesk-meneer van Garmin het met mij eens, hij stuurde ons gratis de benodigdheden op. En? Perfect, nu doet hij het prima.

Onderweg ergens in Frankrijk vinden we een schitterend plekje voor koffie met gebak, uitzicht op een wuivend korenveld en vrij dicht bij een militair vliegveld waar de ene Mirage na de andere opstijgt, ze zijn duidelijk aan het oefenen: ze maken eerst een rondje met donderend geraas en dan doen ze alsof ze gaan landen, maar ze maken een doorstart. Spectaculair! Het gaat allemaal goed en ik vind het prachtig om te zien, maar Laika´s kleine oortjes zijn niet opgewassen tegen de oorverdovende knalherrie, ze kruipt zover mogelijk weg.

Nu (´s avonds) staan we in Goncourt op het mooiste plekje van Frankrijk, waar een kudde lome koeien voorbij flaneert, een ooievaar rondstapt en mij compleet in vervoering brengt, de Meuse traag stroomt, hier blijkt het de oorsprong van de Maas te zijn, zó prachtig met al die waterleliën en een middeleeuwse brug verderop. Egbert zet koffie, ik zie de zon langzaam ondergaan, af en toe loeit er een koe, hoe landelijk kun je het hebben, en als de ooievaar opvliegt blijkt het een reiger te zijn. Ha, ha.

Vrijdag 24 augustus 2018

Het hevige onweer van vannacht hebben we ook weer overleefd. We waren een beetje bang, want er kabbelde een heel rustig beekje naast onze camper en wat gaat dát doen als het gaat regenen? We sliepen dus onrustig, angstig voor het rijzen van het stroompje naast ons. Maar dat gebeurde niet en nu schijnt de zon weer.

We staan in Virieu. Een beeldschone plek met uitzicht op de Alpen in de verte. De reis gaat voorspoedig, kalm aan en met twee navigaties kán het niet fout gaan (!). Ze hebben soms wel ruzie, dan wil meneer Tomtom linksaf en mevrouw Garmin rechtsaf. Het is net een echt huwelijk, want mevrouw Garmin krijgt meestal haar zin omdat wij hopen dat die rekening houdt met onze lengte, breedte en hoogte.

Gisteren moesten we natuurlijk even stoppen in St. Amour. Alleen al voor de naam! Kijken of het echt zo´n lieflijk stadje is als de naam doet vermoeden, maar nee, niks aan. Het is heel oud, vrijwel uitgestorven met een paar parkeerplaatsen. Saaier kan niet. Dus we gaan maar door want erg veel amoureuze inspiratie kunnen we hier niet opdoen.

25 augustus 2018

We staan in Claveyson, dat ligt 10 km vanaf Hauterives, waar we morgen naar toe gaan, want daar leefde ooit een postbode die overdag brieven rondbracht, maar ´s nachts bouwde hij een heel dorpje van, wat hij trots zijn “Palais Idéal” noemde. Het werd een wonderlijk bouwwerk. Ook ontwierp de postbode zijn eigen grafmonument dat op zich een toeristische trekpleister genoemd kan worden. We zijn benieuwd. We zijn er speciaal voor omgereden, jullie horen het.

26 augustus 2018 

Hij werd de dorpsgek genoemd, de postbode Ferdinand Cheval die elke bezorgdag 43 km liep om zijn brieven te bezorgen. Toch kon hij ´s nachts niet goed slapen. Al woelend in zijn bed ontstond zijn ideaal: hij wilde een fantasiepaleis bouwen. Op een dag struikelde hij over een steen met een bijzondere vorm. Die nam hij mee naar huis en die steen gaf hem het laatste zetje. Hij had geen geld voor bouwmaterialen, maar deze steen leek hem toe te roepen ¨in de natuur liggen bouwmaterialen genoeg¨. Zo begon hij stenen te verzamelen die hij tijdens zijn postroute tegenkwam. Drieëndertig jaar lang bouwde hij vrijwel elke nacht aan zijn droom en overdag sjouwde hij met poststukken en stenen. Zijn schamele salaris besteedde hij aan cement en kalk, maar helaas koos hij noodgedwongen voor de goedkoopste soorten waardoor zijn bouwwerk geen eeuwigheidswaarde mee kreeg, maar zijn paleis is wel een ongelooflijk bijzonder gebouw geworden. Bij de oplevering van zijn paleis was Ferdinand 74 jaar.

Wat nu? Niets doen zat niet in Chevals aard. Weer wat bouwen? Eigenlijk vond hij het de hoogste tijd om aan het ontwerpen van zijn eigen mausoleum te beginnen. Acht jaar later was het klaar. Hij kon er toen het klaar was nog zes jaar naar kijken, hij overleed op 88 jarige leeftijd en nu ligt hij voor de eeuwigheid begraven op een ereplaatsje van de begraafplaats in Hauterives, in een pronk van een mausoleum. 

Erg gelukkig was Cheval bij leven niet. Hij verklaarde dat hij alleen plezier haalde uit zijn werk en ook dit bouwwerk maakte hem wel een beetje gelukkig, maar dat was dan ook het enige... Hij had twee vrouwen gehad, de eerste overleed vrij jong. Zijn oudste zoon overleed ook al op zeer jonge leeftijd. Zijn tweede vrouw bleef wel leven, maar hun enige dochter overleed toen ze slechts 15 jaar oud was.

Doorgaans was hij diep ongelukkig want in zijn dorp Hauterives was hij niet erg geliefd. De dorpsgenoten vonden hem vreemd. Het feit dat hij met dit bouwwerk wél bewondering oogstte van vele prominente kunstenaars (zoals Gaudi, Dali, enz.) dreef hem voort. Hij hunkerde naar erkenning en naar bewondering, die hem deels nog bij leven, maar helaas voornamelijk postuum ten deel vielen.

Zijn mausoleum is ook beslist geen alledaagse tombe. Ook die trekt talloze bezoekers. Het dorpje vaart er wel bij, want het is erg toeristisch. Wij wandelden door een van de straatjes en lazen daar op een groot bord ¨lieve Nederlanders, wij verkopen hier ook heel gewone frikadellen, hoor!¨ Een gruwel voor Egbert, ik moest er wel om lachen.

De camperplaats in Hauterives moet ook een steentje bijdragen in de welvaart van de gemeentekas, hij is niet echt goedkoop, maar wij gaan er toch maar staan. Althans…. We zoeken een plekje maar dat valt nog niet mee, het staat helemaal vol met zigeunerwagens, caravans, campers, karren, dure BMW´s en Audi´s. Dat bevalt ons niet. Ook het geschreeuw van de ´bewoners´ vinden wij maar matig, we nemen ons dus voor om na de bezichtiging van het paleis direct te vertrekken. Dat doen wij en als we bij de slagboom komen staat die al wijd open. Nou, dat scheelt weer een slok op een borrel en dat maakt een boel goed van deze camperplaats.

Nu staan we in het middeleeuws dorpje Saint Antoine l´ Abbaye dat we morgen gaan bekijken, nu hebben we geen zin meer.

27 augustus 2018

Zoals de naam al aangeeft, bestaat het dorpje uit een hele grote abdij annex kathedraal met wat schattige huisjes eromheen. Veel bloemen, een lommerrijk plein, een bakker en een boetiekje. Het is wel klauteren om er te komen, maar het loont de moeite. Maar nu komen we uit Grenoble. Daar was een camperplaats voor 5 campers, er stonden er wel 15. Het was dus buik inhouden. Naast ons was een brandweer-ambulance-station waar loeiende alarmsirenes om de haverklap onheil aankondigden. We hielden ons hart vast voor de nacht, stel je voor de hele nacht dat geloei… maar het viel mee, rustig geslapen. Wel was het dringen ´s morgens bij de serviceplaats, waar water ingenomen kon worden. Helaas leek de kraan wel een oud mannetje, geen krachtige straal maar langzaam gedruppel, we hebben zo ongeveer een uur gewacht voor ons tankje vol gedruppeld was.

Daarna koersten wij richting Briançon, waar we nu staan. Als we van tevoren zouden hebben geweten dat de Alpen zó oogverblindend mooi zijn, dan hadden we ons er nog meer op verheugd. We zijn echte verwende kikkers, want we kennen Noorwegen. Kunnen de Alpen echt nóg indrukwekkender zijn? Nou, geloof me, deze Alpen kunnen zeker wedijveren met de mooiste bergen van Noorwegen. Wat een prachtroute. Op tweeduizend meter hoogte crossen we met onze Hymer langs besneeuwde vlaktes, langs gletsjers, langs watervallen, ruig stromende beekjes, boven de boomgrens uit. Na elke bocht jubel ik het uit. Zó mooi is deze Route des Grandes Alpes, een regelrechte aanrader, zelfs voor zeer verwende reizigers is dit een adembenemende verrassing.

Het is duidelijk dat de Tour de France hier een ontploffing van enthousiasme teweeg heeft gebracht. De loodzware route omhoog wordt door menige zwetende hijgende wielrenner moeizaam en stapvoets bedwongen. Het is stikheet, dat maakt het nog zwaarder. Ik begrijp niet wat iemand eraan vindt om zichzelf zo te kastijden, maar ze vragen het mij niet. Ze zwoegen, trappen, zweten, zuchten en steunen, maar ze komen boven en dát zal de voldoening wel zijn, vermoed ik.

De dorpjes die we passeren vind ik minder. Ik houd niet zo van die keurig gelakte houten chalets met balkonnetjes volgehangen met geraniums, perfect geschoren gazonnetjes ervoor en overal schreeuwerige reclameborden dat je daar zo lekker kunt eten. Echt een wintersportgebied, maar nu in de zomer is er niet veel aan. Althans, vind ik.

28 augustus 2018

Vandaag steigert de Hymer weer de bergen op. Dit keer op bergen van 3.000 mtr, hoogte. Wat een uitzicht heb je hier. Er is een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs in Europa had ik begrepen, nou, mijn Egbert is een natuurtalent. Als een berggeit klimt hij de smalle wegen op. Voor een griezelige haarspeldbocht draait hij zijn hand niet om. In uiterste concentratie roept hij af en toe ¨Bar, nu even niet praten!” Ik vind het moeilijker om niet te mogen jubelen, dan dat hij het sturen vindt blijkbaar.

Wat gebeurde er vandaag? We zijn op weg naar een plaatsje met een onuitsprekelijke naam. ´Rechtsaf´ roept de Garmin, ´Linksaf´ de Tomtom, zoals vaker gebeurt. We kiezen voor de Garmin (die leidt ons uiteindelijk via bredere wegen) en slaan dan rechtsaf. Maar de weg wordt steeds smaller en stijgt angstaanjagend. Op de kaart zie ik dat die berg 3000 mtr. hoog is en tot mijn schrik zie ik dat de weg doodlopend is. Fout dus, maar draaien is onmogelijk. We hebben maar één keus: doorrijden of doorrijden. En daar gaan we dan, met de moed der wanhoop. Opeens zien we een huis, hoi, hier is ruimte om te draaien, gelukkig. Gered!

We rijden het hele stuk terug, dalen en schakelen, maar we komen heelhuids aan bij het beginpunt waar het fout ging en daar proberen we de door de Tomtom aangegeven route. Dat is de goede. De weg is echter zó slecht, dat we hotsen en klotsen. Als we op de plek van bestemming aankomen voelen we ons net een geklutst ei. Vreselijk wat een Italiaanse ramp zijn die binnenwegen. Zodra we bij een tolweg komen, zullen we daar – geheel tegen onze gewoonte in -  zeker gebruik van gaan maken. Morgen meer.

P.S. Volgens mij kun je de foto van het palais idéal hier bekijken:

https://www.google.it/search?q=palais+id%C3%A9al+in+hauterives&tbm=isch&source=iu&ictx=1&fir=D2NPoDuqRGA-CM%252CAAAAAAAAAAABAM%252C_&usg=__sLvmdQUBICLgrzxO-9hcAtNC1NY%3D&sa=X&ved=2ahUKEwi8zpOSxpLdAhWEjywKHXhaAvEQuqIBMA56BAgJEAk&biw=1094&bih=488#imgrc=oYVcuMtvtEeDFM:

30 augustus 2018

We staan in Fiorenzuola d´Arda in de buurt van Salsamaggiore (ofwel ergens bij Parma). Vandaag rijden we door naar Viareggio waar we ´de NKC-groep´ ontmoeten. We hebben dus een grote omweg gemaakt omdat de brug van Genua is ingestort, reden waarom ik mijn hart vasthoudt bij de vele viaducten die we vandaag moeten nemen.

We kregen via de groepsapp bericht dat er al een paar medereizigers op de camping Viareggio zijn aangekomen. Morgen hebben we een georganiseerd welkomstdiner. We zijn razend benieuwd hoe dat gaat. In het reisboek staan tips: zaterdag varen we over, de tocht duur 4,5 uur, neem boterhammen en drinken mee, aan boord is het duur. Ik kijk in de diepvries, geen brood meer. In het dorpje hier is vast wel een bakker en ja hoor, aan het pleintje bij het oude klooster onder een megagrote lindenboom hangt een bord ´prodotti alimentario´.

Ik commandeer Laika te gaan zitten en maan haar “wachten!” Na enig aandringen doet zij wat ik zeg. De winkel staat redelijk vol, het is waarschijnlijk de enige winkel in het gehucht. Als Laika trouw zit te wachten begint er een klant te applaudisseren. Zo´n gehoorzame hond verdient applaus! Dit applaus zet de andere aanwezigen aan tot een praatje met mij. Help, ik versta er niets van, maar laat dit niet merken. Het gaat over Laika, dat begrijp ik wel, en er roept iemand knikkend naar het schatje ´bravo, bravo!´ en dát snap ik ook. Als ze merken dat ze van mij geen antwoord krijgen (alleen maar een vriendelijk lachje) gaan ze met elkaar aan de gang en zo werd het toch nog gezellig!

De Italiaanse winkelier lijkt druiven per stuk te verkopen zo langzaam gaat het. In elk geval verkoopt hij wel boterhammen per stuk. Er ligt één brood van een meter lang op een plank. Als ik na enige tijd aan de beurt ben wijs ik daarop en vraag ik of ik daar een stuk van kan krijgen. Ja hoor, dat kan. Zo lang? Of zo lang? Met zijn mes geeft hij de lengte aan. Ja, doe maar zo lang. Ik wijs naar de snijmachine, en vraag of er plakken van gesneden kunnen worden. Ja, ook dat kan, maar niet met de machine. Meneer zwaait met het mes en begint een paar fikse hompen af te snijden. ¨Ik snij zelf wel¨ probeer ik hem tegen te houden, maar nee ¨servizio signora¨ en hij snijdt lustig door, grote stappen gauw thuis. Acht boterhammen tel ik, voor twee euro. ´t Is te geef.

Om vier uur komen we aan in Viareggio op de camping. Ik denk dat we de laatsten zijn, want bij de receptie roepen ze al ¨Bent u Van Wiek van de NKC?¨ Wat worden we hartelijk ontvangen door de mensen van de groep! Ik verbaas me dat zo veel NKC-ers onze naam weten! Tijdens het kennismakingsweekend hebben we wel met iedereen kennisgemaakt, maar ik onthoud niet alle namen, ik ben al blij als ik gezichten onthoud.

Enfin, we vinden een zanderig plaatsje onder bomen. De camper ligt binnen een mum vol met zand. Zo´n camping is wel weer even wennen voor ons, we staan altijd op camperplaatsen en echt waar, hier is het heel anders dan op een camperplaats. Kinderen krioelen luidruchtig om ons heen, Laika mag niet loslopen, buurman die op anderhalve meter afstand zit, is aan het barbecueën waarbij dikke stinkende rookwolken over de hele camping waaien. Diezelfde buurman (vol tatoeages), heeft een slingertje bontgekleurde kerstboomlampjes aan zijn luifel gehangen ter verhoging van de feestvreugde. Ze knipperen zenuwachtig aan en uit. Is dat leuk? De tv kan niet aan, want we hebben een plek met bomen, dus geen ontvangst. We staan vlakbij het toiletgebouw en zien de mensen met hoge nood in en uit lopen. Leuk? Ach, misschien wel, maar nu is het nog even wennen.

Vanmiddag briefing met een welkomstborrel en instructies voor inscheping naar Corsica morgenvroeg om acht uur. Het is een uur rijden naar de haven van  Livorno, en je moet er een uur van tevoren zijn, dat wordt dus een vroegertje.  Laika mazzelt wel als enige hond in het gezelschap. Ze wordt al bestempeld tot NKC-mascotte en ze laat zich alle aaitjes en knuffeltjes met graagte welgevallen.

1 september 2018

Andere keren gingen we altijd goed voorbereid op pad. We wisten wat we wilden zien, organiseerden van alles en lazen ons goed in. Nu niet. Door omstandigheden hebben wij ons er wat gemakkelijk vanaf gemaakt, alles is geregeld, het is een georganiseerde reis, maar tot nu toe bevalt het ons prima. In het grote reisboek dat we kregen, staat precies waar we heen gaan, wat we gaan doen, wat interessant is en waar we op moeten letten. Heerlijk,  helemaal uitgestippeld. We waren wat bang dat dit onze zelfstandigheid een deuk zou bezorgen, maar dat is toch niet zo. Het is niet eens een kwestie van wennen, het gaat gewoon vanzelf. Het is een leuke groep mensen, het klikte eigenlijk gelijk al.

Een bustocht van een hele dag stond vandaag op het programma. Om kwart voor negen stond er een flinke bus bij de receptie. We geven Laika een laatste instructie ¨jij moet op het huis passen” en stappen dan de bus in. Eerlijk is eerlijk, een beetje zielig voor Laika vonden we dat wel, maar het moest maar.

Op dat moment wisten we nog niet dat de weg die we te gaan hadden zó smal en zo bochtig was en zo hoog door de bergen. Ook niet dat er zulke diepe ravijnen vlak naast de weg waren. Hier en daar in de diepte lag een neergestorte auto! Gelukkig kende onze chauffeur de breedte van zijn bus blijkbaar heel exact, maar een beetje griezelig vond ik het wel hoor. Daar staat tegenover dat de mooiste vergezichten voor ons lagen, de lieflijkste dorpjes met de vele bloemen, we passeerden schattige kerkjes uit de tijd van de moren, wel vinden we beiden het eiland erg toeristisch, niet erg irritant, maar een beetje weinig authentiek is het wel. Maar dat geeft niet, het betekent ook wel weer dat er veel knusse terrasjes te vinden zijn en veel leuke winkeltjes. Vooruit dan maar. 

Een heerlijke maaltijd stond al voor ons klaar in één van de vele leuke restaurantjes onderweg, helemaal leuk en goed. En toen gauw terug naar de camping, die ons dit keer veel beter bevalt dan de vorige. Kortom, er zijn pas twee dagen georganiseerd verstreken, maar die beloven veel goeds. Morgen vrije dag, we brengen de fietsen in stelling.

Woensdag 5 september 2018

Calvi is een iets groter kustplaatsje dan de meeste kustdorpjes, dat gaan we dus bezoeken. Egbert tilt de fietsen van de drager en even later fietsen we over de vreselijk drukke kustweg. Doodeng. Het is een smalle weg, de auto´s scheren vlak langs je heen. Maar we halen Calvi heelhuids, zetten de fietsen op slot en gaan lopend verder. Boven de stad uit torent de Belvedère, een megagroot verdedigingswerk zoals zovele op Corsica, want de geschiedenisboekjes staan boordevol met oorlogen, piraterij, plunderingen enz. waartegen de Corsicanen zich door de eeuwen heen hebben moeten verzetten. Om de Belvedère heen is de oude stad, dáár moeten we dus zijn en dat betekent naar boven. Klauteren en klimmen. Het is behoorlijk hoog, en behoorlijk warm, maar voor echte Hollanders geldt: ¨ik worstel en kom boven.¨ En zo geschiedde….

Of het daarboven de moeite van het klauteren waard was? Nou…. Ik ben wel blij dat we het gezien hebben, maar spectaculair…nee, niet echt. Het uitzicht is er wel heel mooi, maar we waren er gauw uitgekeken en daalden dus snel weer af naar het beneden gelegen stadje. Daar zijn we het winkelstraatje ingedoken. Jurkjes, bloesjes, zonnehoeden, badlakens, souvenirs, pfff…. maar vooral veel eettentjes, ijszaakjes met schreeuwerige borden, toeristische commercie, en opeens staan we voor een kerk. Hij is nog open ook, dus wij naar binnen. Heerlijk koel, alleen daarvoor al… Als we weer naar buiten lopen valt de warmte op ons, en dat doet ons besluiten huiswaarts te fietsen weer langs die drukke autoweg.

Het water loopt ons over de rug en ik neem een duik in het zwembad van de camping, Egbert gaat douchen. Om vijf uur gaan we gezellig borrelen met de groep, maar er is nog wel tijd voor een seniormomentje, zodat we om vijf uur fris en fruitig op de borrel aankomen. “De wijn moet op” zegt Gerard “anders moet ik het allemaal weer meeslepen, dus doe je best!” Betsie sleept met bakken vol kaasjes, stukjes worst en pinda´s. En wat denk je wie de grootste afnemer is? Onze Laika! Die kleine vrolijke dame windt iedereen om haar pootje en met haar charme troggelt ze menig stukje worst af. Een echte femme fatale!

Donderdag 6 september 2018.

Wat een schitterende tocht hebben we vandaag gemaakt. We stonden vaker stil dan dat we reden, want uitzichtpunten kun je natuurlijk niet voorbij rijden. Terwijl we zo staan te smullen van de hoge bergen en de diepe dalen, komt er een Nederlander met een hondje bij ons buurten. “We zijn hier al zes dagen en ik heb niet één Nederlandse camper gezien, en opeens…. zijn er zoveel! Is er een schip met NKC-campers aangekomen of zo?” Grappig he? Hij vertelde ook dat hij vanmorgen had getankt, de pompbediende kwam hem helpen, heel vriendelijk, hij bedankte hem daarvoor hartelijk. Maar…. de prijs van een liter diesel is normaal 1,53 en hij moest 2,--per liter betalen. Dankzij de hulp van die vriendelijke pompbediende. 

Op de app ontvingen wij het lugubere bericht dat één van onze medereizigers een verstekeling aan boord had: een slang! Hoe griezelig kun je het hebben, maar Edward wist dat er geen gifslangen op Corsica voorkomen. Nou ja, het blijft eng, maar dit neemt wel de ergste rillingen weg. 

De route was uitgestippeld: van Calvi naar Ajaccio, kriskras door het bergachtige land, via een rode weg, maar Hugo kwam op het idee om de veel avontuurlijkere gele weg te nemen. Hij kreeg medestanders, en zo ging de ene helft linksaf en de andere rechtsaf. Dat is nou zo leuk, alles kan en mag. Maar wij-zelf vonden deze rode weg avontuurlijk genoeg en ook mooi genoeg ook, dus volgden wij gehoorzaam de uitgestippelde weg. Schitterend!! Morgen gaan we Ajaccio bekijken, om half elf gaat de bus.

Vrijdag 7 september 2019

Ajaccio, een exotischer naam kun je niet bedenken. Ik had me erop verheugd, de stad te bekijken waar Napoleon geboren is. Vanmorgen togen we de stad in nadat Gerard even ons geheugen had opgefrist over Napoleon´s levensloop. Dat hij met negen jaar al naar Frankrijk ging om de Franse taal te leren (hij sprak Corsicaans) en op zijn elfde jaar zat hij al op een militaire academie, met zijn zestiende was hij al iets hoogs in het leger en dát zorgde ervoor dat hij het ook hoog in zijn bol kreeg. Het ging hem enorm voor de wind, en net als Hitler ontwikkelde hij een enorme expansiedrift, de hele wereld wilde hij innemen en een paar overwinningen sterkten hem daarin. Gerard vertelde over Napoleons jammerlijke afgang in Rusland, het land met de verschroeide aarde, zijn verbanning naar Elba, zijn ontsnapping, de hernieuwde pogingen om Frankrijk groot te maken die uiteindelijk mislukten en daarna zijn verbanning naar St. Helena. Ach, we kennen het verhaal wel, maar het was toch wat weggezakt.

Hoewel heel Corsica Napoleon ademt, vereert met standbeelden, monumenten zo ongeveer op iedere hoek van de straat, verbaast het ons zeer dat dit zo is. Hij was uiteindelijk iemand die honderdduizenden doden op zijn geweten had. Net zoiets als Hitler, alleen de Holocaust niet, maar een boef was het wel. Bovendien waren de Corsicanen helemaal niet blij met hem. Hij had helemaal niets gedaan om Corsica te helpen zelfstandig te worden, wat ze zo graag wilden, nee, Napoleon verloochende zijn redelijk eenvoudige afkomst al was zijn familie wel adellijk, maar dan toch zeker was het verarmde adel. Daar boogde Napoleon niet op, dus de Corsicanen zijn best een beetje boos op hem, maar daar merk je niets van want bijna elke straat, plein, kerk, museum, ga maar door, straalt Napoleons glorie uit. Hoe kan dit? Waarom is dit?  Het levert natuurlijk best wel veel inkomsten op, de toeristen betalen grif goud geld om zijn monument te kunnen bekijken, zijn geboortehuis, het bed waarin hij eenmaal geslapen heeft en spulletjes waarmee hij zich omringd heeft. Napoleons hoogmoed die hem ertoe dreef zichzelf tot keizer te benoemen… Tja, en dat voor zo´n schurk! Zo zie je maar Hoogmoed komt (niet altijd) voor de val. Of uiteindelijk toch wel?

In elk geval hebben wij Ajaccio bekeken en ik moet zeggen, het is een aardige stad. Niet uitzonderlijk mooi, ook niet veel bijzonders te zien. Je bent er vrij snel uitgekeken, weer erg veel van hetzelfde: toeristische commercie, winkeltjes met allemaal dezelfde prullen, en werkelijk ik heb nog nooit zoveel terrasjes in een stad gezien als hier. De warmte dwong ons van schaduwplekje naar schaduwplekje te springen, tot we er genoeg van hadden en toen hebben we (een beetje van ellende) maar een toeristentreintje genomen om het monument van Napoleon een heel eind verderop, te gaan bekijken. Zo´n stuk lopen zagen we niet meer zitten in de hitte en ik ben blij het monument dat op elke reisgids staat afgebeeld, te hebben gezien, al moesten we daarvoor wel met zo´n stom treintje!

Arme Laika was de hele dag alleen in de camper, maar ze had het daar beter dan in Ajaccio in de brandende zon, alleen beseft ze dat niet, ben ik bang.

zaterdag 8 september 2018

Het is negen uur precies als de bus, bestuurd door Messy, een mooie jonge dame, van de camping afrijdt en wij verwachtingsvol de excursie beginnen. We nemen deel aan een dagtocht door het mooiste deel van Corsica Sagona, Cargese, Piana, Porto, Vico, enz. een mooi blond Duits meisje is de gids, zij gaat ons alles vertellen over de streek, de cultuur, de geschiedenis enz.

De route voert over de D81, de weg die sommigen van onze groep hadden gereden in plaats van de beschreven weg, en die mensen wisten ons te vertellen dat het een supermooie route is langs Les Calanches, adembenemende bergen met bijzondere rotsformaties, maar dat de weg wel erg smal en redelijk gevaarlijk is. Owee.

Nou, dát klop, maar de lieftallige chauffeuse draaide haar hand niet om voor een robbertje draaien en kronkelen over de smalle weg, waarbij zij tegenliggers regelmatig dwingt achteruit te rijden omdat wij eraan kwamen. Soms wel met zes auto´s tegelijk. Soms was het kielekiele: kan het net wel, of kan het net niet? Niemand mopperde, maar wij zaten met kromme tenen en vol afgrijzen naar de diepe ravijnen pal naast onze wielen te kijken. Het ging goed. De kleine charmante Messy had alles onder controle en zo konden wij Les Calanches goed bekijken.

Daarvoor kwamen we ogen tekort. Tjonge wat een schoonheid, wat een adembenemende natuur, wat hoog zijn de bergen (wel 3.000 mtr), wat veel schitterende planten, waar onze gids van alles over vertelde en dan de vele dieren die hier frank en vrij loslopen.

Wij als passagiers hadden maar één taak: al die schoonheid in ons opnemen en foto´s maken. Daar hadden we het dan ook behoorlijk druk mee, maar dat deden we met veel plezier, helemáál toen we geconfronteerd werden met een wegversperring, een hele file, veroorzaakt door een kudde varkens die lui en onbeweeglijk midden op de smalle bergweg siësta hield. De zwijnen voelden zich hier heer en meester en waren echt niet van plan om opzij te gaan. Dit is hun domein, dus voor de gemotoriseerde weggebruikers zat er niets anders op dan te proberen om de dieren heen te laveren, wat de varkens heel normaal vonden. Sommige optimistische bestuurders deden nog een poging om ze weg te jagen/schoppen, maar nee…. zwijnen zijn consequent: nee is nee.

In Cargese staan twee kerken, een Rooms Katholieke en een Grieks Orthodoxe, beide geleid door één RK priester, sinds de Griekse leider is gestorven. De kerken lijken elkaar aan te kijken, de voordeuren recht tegenover elkaar met een ondiepe kloof ertussen. Beide met een schattig pleintje ervoor, een mooie lommerrijke boom, een houten bankje, maar vooral het fabelachtige uitzicht over de diepblauwe zee aan de voet van de rots. Wat een weldadige rust, zo mooi, echt zo´n sereen plekje waar alleen de vogeltjes het hoogste woord hebben, tenminste als de NKC-bus weer vertrokken is.

Dan beginnen onze magen te knorren en daar weten de Corsicanen wel een oplossing voor. Een verrukkelijke maaltijd wordt er voor ons aangerukt in een aantrekkelijk restaurantje. Het is spaghetti met van alles erop. Om die lange slierten een beetje fatsoenlijk naar binnen te werken is nog geen appeltje eitje, daar moet echt wel even op geoefend worden, en dát gebeurt comme il faut onder de deskundige leiding van Betsy die het klappen van de zweep wel kent.

Na een kopje koffie nemen we voldaan weer plaats in de bus voor het tweede deel van de rit, dat naar mijn mening nooit zo mooi kan zijn als het eerste deel, want dát was zó schitterend, maar daar had ik het toch wel mis mee. Het tweede deel van de rit was net zo mooi als het eerste, maar dan anders. Kortom, het was smikkelen en smullen van zoveel moois.

Precies op tijd stonden we om zes uur weer op de camping waar onze kleine Laika wel wat erg lang de camper bewaakte, maar haar vreugde, dat wij überhaupt terugkwamen, was groot en een lekker hapje als beloning maakte ook veel goed. Een klein hondenbekkie is gauw gevuld. En zo is er een einde gekomen aan alweer een zalige dag.

Maandag 10 september 2018.

Er zijn twee campers bij onze groep, die lijken op luxe touringcars, net zo groot en net zo hoog. Dat betekent dat zij niet kunnen meeloten, zoals alle anderen, voor een eerlijk plekje op de camping. Zij hebben meer ruimte nodig en er mag geen boom met lage takken op dat plekje staan. Dát betekent dat zij vaker onbelemmerd de tv-satellietsignalen op hun schotel kunnen ontvangen, en dát betekent dat zij gisteravond hun ruime plek wel moesten omtoveren tot een soort bioscoopsetting. Nederland-Frankrijk voetbalwedstrijd zou om negen uur op de tv zijn en dáárvoor wil de gemiddelde NKC-er wel met een stoeltje slepen. Overdag liep Martin  al met een schroevendraaier en draadjes druistig te doen, en Karin stapelde de ene plastic bak op de andere, totdat er een stellage was ontstaan waar de televisie op kon staan. Plek zat op Martin-Karins-terrein dus daar zat de gedecimeerde groep in bioscoop-opstelling, want niet iedereen wilde de martelgang van oranje live volgen. Want dat het een martelgang zou worden daar was zelfs de meest optimistische NKC-er het wel over eens. “Ze worden afgemaakt” en “langer dan tot de pauze hoeven we niet te kijken….” Van die dingen klonken er over de camping.

Wij-zelf staan onder een voor de satelliet ondoordringbare eucalyptusboom, dus ook wij zaten in Martins bioscoop te genieten van het veel fraaiere oranje-spel dan dat al die pessimisten hadden voorspeld. Ja goed, we hebben verloren 1-2, maar tegen een wereldkampioen als Frankrijk…??? En dát terwijl Frankrijk bevoorrecht werd, want dat delict van die ene voetballer was toch echt een rooie kaart! Zeker weten. Maar onze boys hebben zich kranig geweerd, we zijn er hartstikke trots op.

En nu is het weer maandag. Wasdag. Omdat er gisteren een wasmachine op de camping vrij was, en wij de zondag niet persé als rustdag handhaven, draaide mijn wasje gisteren al  door het sop en wapperen de T-shirtjes al de hele nacht aan een geïmproviseerd drooglijntje. Door de grote hitte elke dag weer, vliegen de T-shirtjes van hun keurige stapeltje en belanden ze binnen de kortste keren vol met mensengeurtjes in de wasmand. We zijn niet zo erg gevoelig voor een vlekje meer of minder, maar volgezweten T-shirts…. nee…

Gisteravond hebben we de Middellandse Zee bezwommen. O, wat heerlijk, wat heerlijk. De rit gisteren van Ajaccio naar hier Ghisonaccia is weer alle superlatieven waard, zo mooi, maar de hitte ook, dus zochten we verkoeling en stapten we zo zonder blikken of blozen in het zoute water. Dat zout vind ik persoonlijk iets minder, maar mensen… die temperatuur… dat heldere water… dat zachte warme zand… heerlijk, heerlijk. Laika vond het minder, want die moest aan een paaltje vastgebonden worden. Onze held Laika is bang voor alles wat zij niet kent, dus ook voor omrollende brandings-golfjes. Ze vluchtte angstig alle kanten op en omdat wij rustig even wilden zwemmen, werd de vastbindmethode toegepast.

Van rustig zwemmen kwam trouwens niet zo heel veel, want we merkten dat we heel langzaam door een lichte stroming zee-inwaarts gezogen werden. Dat was dus oppassen. En terwijl we zo op ons hoede zijn voor wegdrijven, zien we opeens onze kleren, inclusief Egberts klompen, in het water wegdrijven. Die hadden we op een keurig stapeltje op het strand (te dicht bij het water) gelegd. Een dikke golf had zich daarover ontfermd en nu moesten wij maar weer zien de spulletjes in veiligheid te brengen. Dat was nog niet zo heel eenvoudig, want lopen tegen een stroming in, door zand waarin je wegzakt tot aan je knieën….  maar het lukte, en zodoende heb ik nu ook weer iets te vertellen. Toch? Wat is een reisverhaal waarin niets te vertellen is?

Vandaag rustdag, dus….. luieren.

12 september 2018

Een drukke dag vandaag. Onze laatste dag op Corsica. Nee toch? Ja toch! De tijd vliegt,  zeker als er mooie dingen gebeuren. Morgen varen we over naar Sardinië. Omdat de veerman niet zijn hele veerboot vol met NKC-ers wil hebben, (want dan kunnen er geen ´gewone klantjes´ meer met hem mee) heeft Gerard de groep opgesplitst in groep 1 en groep 2. Groep 1 heeft pech, die moet vroeg uit de veren, wij zitten in groep 2 wij mogen dus een uurtje langer van Corsica en van ons bed genieten.

Maar vandaag was wel een afscheidsfeestje voor Corsica,  hoor. We waren in Bonifacio. We hadden ons er niets van voorgesteld, want zoals ik al eerder had gemeld vonden wij de Corsicaanse natuur adembenemend, maar de plaatsjes….. ach…. Als je er één gezien hebt, heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Ze zijn heel toeristisch en een beetje erg gericht op de portemonnee van de toeristen. Dat is wel logisch, want de Corsicanen moeten het van het toerisme hebben, er is nauwelijks industrie, er is geen bedrijvigheid alleen maar toerisme en daarom is de toerist koning.

Bonifacio daar waren we vandaag. In tegenstelling tot al de andere plaatsjes, is dit een leuk plaatsje. Ook wel hordes achter elkaar aan slenterende toeristen, maar er is veel leuks te zien, de straatjes, de hele oude huizen, alles hoog op een berg en gelukkig bracht zo´n suffig toeristentreintje (met een namaak locomotief ervoor) ons naar boven. We beginnen die stomme treintjes toch te waarderen want het scheelt wél een heleboel zweetdruppeltjes. Het was vandaag uitzonderlijk heet, stel je voor je moet naar die bovenstad lopen…! Het treintje zette ons dus boven af bij de ingang van een klein winkelstraatje. “Owee, daar gaan we weer,” dachten we, maar het was toch wel leuk. Hele oude huizen, hele oude kerken, hele oude trappen en kinderkopjes op de straatbodem, maar vooral het uitzicht over de zee… zo mooi, in de verte zie je Sardinië. Er is een Belvédère zo groot imposant, vandaaruit werd de vijand in de gaten gehouden.

Er kwam net een schip binnenvaren in de natuurlijke haven van 1,1 km lang, een soort fjord, dat schip is van een meneer die de oprichter is van een fotobewerkingsprogramma op internet. Het is nogal goed in de smaak gevallen blijkbaar, want de meneer heeft grif tachtig miljoen voor het scheepje neergeteld en geniet nu van de aanblik van zijn tienkoppige vaste bemanning die aan het poetsen is, en touwen knoopt enz. Alle personeel is gekleed in een soort fotobewerkings-uniform zodat je goed kunt zien dat het personeel is. Lekker decadente boel en echt, heus, dit is geen jaloezie van mij.

Het mooiste kwam ook nog. Om twee uur had Gerard een schip geronseld (niet zoals de man van tachtig miljoen) maar een lekker bootje waar we met z´n veertigen in konden om te genieten van het kristalheldere water, van de speciale rotsen, heel ver in de hoogte zagen we Bonifacio liggen, de stad die we van onder en van boven, van binnen en van buiten hebben gefotografeerd. De vele grotten waar de boot zomaar gewoon in kon varen, de Blue Lagoonstrandjes, de vissen die we bijna konden tellen, ge-wel-dig, super-de-super. Enige minpuntje was de temperatuur. Mijn hemel wat was het warm, verzengend, maar goed we zijn dapper en trotseren dit ongemak om al dit moois te kunnen bekijken.

Om vier uur stak Egbert de sleutel in de camperdeur en daar kwam onmiddellijk een klein bruin schatteboutje uit rollen. In de camper 34 graden, arme beest, en desondanks was hij toch weer zo dankbaar en blij. Morgen dus over naar Sardinië, een beetje weemoedig, maar ook benieuwd wat ons daar te wachten staat.

Donderdag 13 september 2018

Precies volgens afspraak staan we op de kade, maar de incheckbalie is nog niet bemand. We moeten even wachten. De  halve NKC-club zit op een bankje voor de receptie te wachten op enige beweging in het kantoortje. Ik ook. We gebben wat en er wordt koffie geschonken. Opeens word ik op mijn schouder geklopt. Een officieel uitziende man met een automaatje om zijn schouder vraagt mij welke camper van ons is. Ik ben stomverbaasd, we zitten daar met z´n allen en mij pikt hij eruit? Is dit verdacht? Wat moet ik hiervan denken. ”Waarom vraagt u dat?” antwoord ik. “Welke camper is van u?” Ik wijs met mijn hand, dáár helemaal achteraan. “Kom, dan gaan we daarheen.” Barbara pas op, schiet er door mij heen. Maar we lopen toch richting onze camper en ik zie Egbert achter ons aan komen. Gelukkig maar, want ik vond dit heel vreemd. De andere NKC-ers gaan naar de receptie en ik sta daar met die man…

Bij de camper aangekomen tikt hij ons kenteken in zijn automaatje. Er rolt een sticker uit en die moet op het raam geplakt worden. “En wat nu” vraag ik hem wat onnozel. “Nu niks, het is klaar, u kunt straks gewoon de boot op!” Moet ik dan niet inchecken, vraag ik nog eens, hij begint te lachen, nee hoor, dat is bij deze gebeurd.

Als hij wil weglopen pak ik hem beet bij zijn schouder. “Waarom pikt u mij eruit, we zitten daar met z´n allen, en alleen mij checkt u in, ik begrijp het niet!” Hij begint weer te lachen “U bent vast the boss, he? Zo ziet u eruit, en ik dacht gewoon die mooie mevrouw moet ik hebben.” Nou ja! Ben je 74! Wat overkomt mij nou!

Enfin, zonder enig probleem komen we op de boot, we lopen de smalle trap op naar boven en even later vaart de boot uit. Arme Laikaatje heeft het niet meer van ellende. Ze bibbert en trilt, oortjes plat in haar nek, ze maakt zich zo klein mogelijk en verandert van een vrolijk dartelend hondje in een zielig hoopje ellende. De gehalveerde groep NKC-ers ontfermt zich over haar. Iedereen heeft met haar te doen. Ze heeft nog nooit in korte tijd zoveel kriebeltjes, krabbeltjes en aaitjes gekregen als nu, maar niets helpt. Zodoende heb ik de hele (50 min) overtocht wijdbeens met een bibberend stukje hond doorgebracht, zodat ze kon “schuilen” onder mijn rustgevende benen.  

We zijn heelhuids in Sardinië op de camping aangekomen. Die schat van een Gerard heeft een plekje onder een afdakje geregeld, want morgen moet Laika weer de hele dag alleen blijven en op het huis passen en de zon wordt door het afdakje geblokt. Prima. Egbert scharrelt nog wat heen en weer met de camper, als hij opeens een harde knal hoort. Owee, hij was vergeten dat de stroomdraad er al aanzat en die trok de hele elektrische aansluiting van de camper kapot. Owee, de aansluiting gescheurd, draadjes kapot, au, au!

Geluk bij een ongeluk was dat Gerard toevallig getuige was van dit debacle, en Gerard heeft blijkbaar gouden handjes. Hij snelde naar zijn camper om zijn gereedschapskist te pakken. Terwijl Egbert nog naarstig op zoek was naar een schroevendraaier die wij toch echt heus ook wel ergens in de camper hebben, kwam Gerard al aan met een complete uitrusting! Hij draaide wat, mopperde niet eens, niet één keer zelfs, en toen was de elektra weer gerepareerd. Heerlijk zulke handige mannen. Sorry Egbert, jij hebt ook je kwaliteiten, maar dit soort akkevietjes zijn niks voor jou.

14 september 2018

Vanmorgen om half acht brandde de zon er al stevig op los. Het belooft alweer een bloedhete dag te worden. Ik liep op het veldje achter de camping want Laika moest even goed uitgelaten worden, wij hebben een excursiedag met een bus. Om negen uur geven we de kleine krummel een knuffel en dan stappen met z´n allen in de bus, die via en schitterende kustweg richting onze eerste koffiestop koerst naar het kunstenaarsdorpje, San Pantaleo. Een heel vriendelijk dorp met veel bloemen en een oud kerkje aan een pleintje waar oleanders uitbundig bloeien. De koffie is heerlijk en dan gaat het verder door een schitterend landschap met hoge bergen met de meest grillige granieten rotsformaties.

Na de koffie komt een waar staaltje cultuur aan bod. Een opgraving waar wij vol bewondering naar kijken. In de omgeving van Arzachena is een heel Nuraghisch dorp opgegraven, Ik had nog nooit gehoord van een Nuraghisch volkje, maar dat leefde in het jaar 1600 vóór Chr. hier op Sardinië en waar ze woonden kunnen wij nu bekijken.

In Griekenland kwamen we ooit iemand tegen die ons vroeg wat wij van “al die ouwe stenen” vonden, hij vond er maar niks aan. Toen wij zeiden dat die ´oude stenen´ ons inzage geven in de oude culturen, antwoordde hij “ja, ik weet het wel, dat waren de piramides van de Farao´s!” Ja, ja.

Deze ¨ouwe stenen¨ getuigen nog steeds van een rijke oudheid en wij zijn blij dat ze nog bestaan en dat we ze mogen bekijken. Ze moeten gekoesterd worden en vooral goed bewaard. Al houd je helemaal niet van dit soort culturele hoogstandjes, het kan niet anders of hier krijg je er vast en zeker wel respect voor.

Vanaf deze historische plek loopt een wandelpad naar beneden, Egbert waagt zich eraan, want het zou een heel mooie route zijn, maar mij was het veel te warm, ik ging dus met een paar andere dames met de bus naar beneden waar we op de wandelaars wachtten en waar we gezamenlijk een Nuraghische tombe gingen bezoeken. Overal hoorden we de fototoestellen inzoomen en clicken. Zeer de moeite waard.

Huppekee… weer de bus in, op weg naar een wijnproeverij, waar we getrakteerd werden op een lunch, die een viersterrenmaaltijd genoemd kan worden. Heb ik ooit gedacht dat de Italiaanse keuken zich beperkt tot pasta en pizza, dan had ik het mooi mis. Dit was een maaltijd vol verrassingen en de wijn deed de rest. Aan tafel begon het al. Dachten wij met een rustige  groep NKC-ers op reis te zijn, nou vergeet het. De tongen kwamen los en het aanvankelijk zo rustige gezelschap veranderde allengs in een lachende, luidruchtige, vrolijk zingende groep. André Hazes was pontificaal aanwezig! Echt waar!

Nog even over mijn persoonlijke eerste indruk van Sardinië. Over de bouwstijl. Corsica vonden we qua bouwstijl echt lelijk. Allemaal grote vierkante blokken huizen met ramen en deuren, over het hele eiland zo ongeveer allemaal dezelfde huizen. Hier in Sardinië zijn de huizen veel fantasierijker, aantrekkelijker en veel leuker om te zien. Maar toen we daar iets over zeiden, antwoordde Edward dat dit ook wel het rijkere deel van Sardinië is, verderop zal het anders zijn. We wachten af en jullie horen het.

16 september 2018

Het is zondagavond, we komen net terug van een spektakel van jewelste. Bij Oliena staat een kerkje, piepklein maar o zo schattig. Een replica van de zwarte Madonna van de abdij De Montserrat bij Barcelona, is hier in dit kleine kerkje het trotse pronkstuk. Deze replica maakt dit kerkje tot een bedevaartskerkje. Het ligt aan de voet van een hoge berg verscholen tussen olijfbomen, prachtige planten en een plein ervoor waar gefeest wordt. Het is een bedevaartskerkje en dáár mag worden gedanst, gezongen, gegeten en gefeest. De NKC heeft dit super-idyllische plekje ontdekt en daar staan nu 22 campers te genieten van de sfeer. Vanavond hadden we een gezamenlijke maaltijd met de burgers van Oliena.

Wat ik me ervan moest voorstellen wist ik niet, maar nu weet ik hoe ze dat hier doen. Er is een grote ruimte met aan één wand van links tot rechts een enorm haardvuur. Daarvóór staan rekken vol met schapenvlees te roosteren, afgewisseld met spiesen kalfslappen. Vol ontzag bekijk ik het vlees als de kok opeens een stuk afsnijdt en mij dit hoogst persoonlijk in mijn snavel stopt. Ik proef… o wat lekker… o wat heerlijk… dat is toepasselijk voor deze plek: goddelijk!

De tafel hangt over van de heerlijkheden. Groente, pastaschotels, brood, vlees, fruit, ga zo maar door. Alles in overvloed. Een gitarist brengt de stemming er aardig in met zijn deuntjes en al gauw gaat de meute over op ´Geef mij maar Amsterdam’  en ´datte me toffe jonges zijn´… enz. Gerard is de zingende voorganger, in zijn kielzog Betsy, en de rest volgt luid en duidelijk.

Als de watermeloenen op zijn, de peren en perziken verorberd en de wijn is in de man, staat er op het knusse pleintje een kraampje met koffie, likeur, koek, en nog veel meer. Plaatselijke dansen werden opgevoerd, natuurlijk doen we mee, maar mij lukte het niet goed om in het ritme te komen met zoveel heerlijks in mijn buik.

Morgen vroeg op voor ons doen, we gaan een jeepsafari maken en dan ga ik ook verder met dit verhaal.

Maandag, 17 september Jeepsafari.

Zes grote landrovers boordevol met 42 uitbundige NKC-ers. Dat belooft een gezellige boel te worden, maar niet direct, want eerst moeten we ons zien te installeren in de krappe jeeps. Egbert heeft met zijn lange benen een kinderplaatsje achterin en moppert wat af. Helemaal toen de weg ophield en overging in iets wat niet op een weg leek, en wij heen en weer geschud werden zodanig dat ons bloed in onze aderen gekarnd werd. Af en toe een knal, dat was Egberts hoofd tegen het dak. Hij vond het helemaal niks. Maar toen kwamen we aan op het hoogste topje van de beklommen berg. Daar zat een Zwitsers echtpaar koffie te drinken. Lekker rustig en lekker stil zullen ze gedacht hebben, tja, en toen kwam de NKC-meute. Maar ja, het leven is niet altijd leuk, ook niet voor Zwitsers. Bij ons was Robin de Nederlandse gids die ons van alles vertelde daar boven op de berg, hoe arm de bevolking vroeger was, hoe de malaria heeft huisgehouden. Duizenden Sardijnen stierven eraan, totdat de Amerikanen het hele eiland volspoten met DDT en toen was het over. In al die jaren waren de mensen echter resistent geworden tegen de malariamug en dat is de reden waarom de mensen hier zo klein zijn.

Vanaf dat topje konden we de hele omgeving zien, allemaal dorpjes in het dal en in de verte. Wat een uitzicht, en wat heerlijk koel is het hier. Er staat nog een klein schaapsherdershutje waar ik me niets bij kan voorstellen hoe hier mensen, gezinnen in geleefd kunnen hebben, maar toch is het zo. Onvoorstelbaar.

Terug in de jeeps, Egbert weer zijn lange benen in zijn nek en zijn hoofd ingetrokken als een schildpad, richting koffie, en vandaaruit stond ons een grot te wachten. Een grot van kalksteen, waar Robin ook van alles over verteld, over verdwerging van de dieren, waar dat door kwam, over de bewoners enz. De grot ligt hoog in de berg en daar was je niet zomaar, daar moesten we echt wel even stevig voor in de benen. Maar de klauterpartij waar je U tegen zegt, was de moeite waard. In een grot waar ooit een waterstroom het gesteente heeft gevormd waar door de eeuwen heen druipstenen gevormd werden, die we nu kunnen bewonderen. Super, super, super.

En toen kwam het. De tocht vandaar naar een locatie ergens in the middle of nowhere waar schaapsherders onder een enorme olijfboom een maaltijd voor ons bereidden. Dat ging niet meer over een weg, nee dat kun je geen weg noemen, maar dat ging dwars door de ruigte over grove rotsblokken, boomstammen, diepe geulen, mijn hemel we  werden gecentrifugeerd. Arme Egbert op zijn kinderstoeltje, en het was nog niet zomaar over ook. Maar eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming maakte die alles goed. De meest verrukkelijke hapjes werden daar voor ons geserveerd. We hoeven ons  geen zorgen te maken over de Sardijnse keuken… die is grandioos. Ik denk dat de mensen hier eeuwig in de keuken staan zo uitgebreid als ze hier eten. Wij wisten het te waarderen, al heb ik moeite met alweer een klein varkentje dat het loodje heeft moeten leggen tegen deze overmacht van rammelende magen. Nou ja, het is niet anders en het was super.

Dat kan ik niet van de terugweg zeggen, die ging weer door diepe geulen en langs afschuwelijke hellingen, maar de kromme tenen konden we na een half uurtje weer rechten en toen was het avontuur afgelopen. Bij de camper gekomen was ons Laikaatje weer zó blij, en helemaal toen hij een stukje meegebracht vlees kreeg, alles wat hij ons ongetwijfeld verweet was daardoor vergeven en vergeten.

Woensdag 19 september 2018

We hebben te hard gejubeld over het weer. Het was tot nu toe zó fantastisch, elke dag zon, teveel zelfs, het was elke dag zó vreselijk heet dat het vaak niet aangenaam meer was. Tja, en als je daarover moppert dan zal je het weten ook, want gisteravond barstte er een onweer los dat zijn weerga niet kent. De camping (in Lido Orri) stroomde zowat de zee in, compleet met NKC-campers. Ik sliep overal doorheen, heb er niet veel van gemerkt, maar buurvrouw Riek zegt dat het water tot aan haar treeplank stond. Wauw, dat is heftig!

Vanmorgen scheen de zon weer een paar uurtjes, en die hebben we benut door een duik in zee te nemen aan het parelwitte strand hier 200 meter verderop. Heerlijk. Er kwam zomaar onverwacht een strandstoel op mijn pad en die was blij dat hij mij een plezier kon doen, dus koesterde ik me even een paar uurtjes heerlijk in het zonnetje op een strandstoel waarvan ik later hoorde dat die betaald had moeten worden, maar dat hoorde ik te laat en er kwam niemand incasseren.

20 september 2018

Vanmorgen was ik helemaal de weg kwijt. Niet figuurlijk maar letterlijk. Ik was met Laika gaan wandelen en raakte steeds verder van de camping verwijderd. Hoe ik ook zocht, ik herkende helemaal niets meer. Opeens kwam ik ergens op een heel afgelegen vies plekje terecht waar twee mannetjes bezig waren met schudden aan grote vuilniszakken. Achteraf begreep ik dat dit een camping verderop was, waar ze net als op onze camping het vuilnis scheiden. Er staan overal wel acht bakken op een rij, maar als de vuilnismannetjes zich onbespied wanen op dit afgelegen plekje, kwakken ze alles bij elkaar. Blijkbaar gaat het erom dat de gasten het idee hebben dat ze goed bezig zijn voor het milieu. Dat noem ik nou echte authentieke sjoemel-vuilnis!

De mannetjes schrokken zichtbaar toen ik opeens voor hun neus stond en ze wilden niets liever dan mij eigenhandig wegduwen. Geen pottenkijkers! Ik vertelde dat ik de verdwaald was. Dat kon ze niets schelen, als ik maar ophoepelde van die plek. De mannetjes zaten op de grond met dat vuilnis te prutten, maar één stond er op: ¨Camping Cigno Bianco?” vroeg hij. Ik heb geen idee hoe onze camping heet, maar twee woorden waren het wel, dus ik knik maar op goed geluk. “Oké, die kant op”. Mijn hemel, wat een  eind verderop! Bekaf kwam ik uiteindelijk terug op de camping waar Egbert zich al grote zorgen maakte en zenuwachtig heen en weer liep. Nou ja, eind goed, al goed. Hoi.

Nu zijn we onderweg naar Villasimius vlakbij Cagliari de hoofdstad. Onderweg stoppen we ergens op het mooiste plekje van Sardinië, aan de zee met een Bounty-strandje voor ons neus, maar wel in de stromende regen. Gisteren is het weer omgeslagen van verzengend heet, naar onweer, afgewisseld met regen, hier en daar een bui, en ook nog eens af en toe neerslag.

We moeten tanken en vinden een tank met twee prijzen: bediend kost de diesel per liter € 1.699, zelf tanken € 1.501 per liter. Raad eens waarvoor wij kozen. Natuurlijk, we blijven Hollanders. We staan dus te schutteren bij de zelfbedieningspomp, maar hoe doen we dat? “Meneer, wilt u even helpen?”  Nee, dat wil meneer niet, want we willen toch zo nodig die twintig cent voor de bediening uitsparen? Precies op het moment dat de bediende een beetje hoopvol begint te kijken, komt er een aardige Duitser aan. Hij woont hier en weet van wanten. “Ich helfe Ihnen”. Ik geef hem de euroflapjes, hij schuift ze in een gleufje, drukt op een Italiaans knopje en ja hoor…. onze tank kan gevuld worden. De pomphouder stond erbij en keek ernaar, ergernisplooien om zijn neus. “Die gierige buitenlanders” zal hij gedacht hebben….

We denken een pizzaatje te gaan verschalken, maar nee, in Italië presenteren ze overdag geen pizza, alleen ´s avonds. Althans in de pizzeria waar wij waren. Vanavond dus nog eens een aanloopje nemen en zo niet…. Dan wordt het een boterham met ei.

Vrijdag 21 september 2018

We staan nu op een heel mooi plekje op de camping. Vlak voor het hek dat toegang verschaft tot het strand met uitzicht over de baai die omringd wordt door prachtige bergen. In de verte torent een torentje, hagelwit zand tussen je tenen, helderblauw water voor je neus, bontgekleurde vissersbootjes dobberen heen en weer. Het kan slechter. De zon brandt niet meer zo ongenadig, er hangen dreigende wolken boven ons hoofd, maar wij zien die als grote parasols, heerlijk, als ze hun buien maar elders loslaten.  Vandaag een rustdag, dat betekent achterstallig huishoudelijk werk, vooral erg kalm aan, en niet vergeten af en toe een duik te nemen. Het komt dus helemaal goed: wij vermaken ons wel.

 Deel 16 – zaterdag 22 september 2018

De hitte is terug. Tjonge wat brandt de zon. Vandaag gaan we de hoofdstad van Sardinië, Cagliari, bekijken. De bus staat om 9 uur klaar en we stappen in, om een prachtige rit langs de kust te gaan maken. Karin is jarig, dus een mooie gelegenheid om haar in de bus luidkeels toe te zingen. Na het ¨hiep hiep hoera¨ haalt Karin even lekker uit met een verrukkelijke traktatie en intussen glijden de mooiste strandjes, baaitjes en landschappen voorbij, badend in de zon.

Eerlijk gezegd twijfelde ik of ik wel mee zou gaan. De meeste stadjes (vooral op Corsica) zijn erg toeristisch en ze lijken allemaal op elkaar. Ik verwachtte weer zo´n stad boordevol terrasjes en winkeltjes vol prullaria, en om daarvoor die grote hitte te trotseren en Laika weer een dag in de warme camper op te sluiten… maar Egbert haalde mij over en dáár heb ik geen spijt van.

Onderweg worden we vergast op ongelooflijk mooie uitzichtpunten, we rijden langs zoutvelden die nu geen zout-win-velden meer zijn, maar die wel als zoutvelden worden aangehouden vanwege de vele vogels die daar neerstrijken. We zien hele hordes flamingo´s in al hun gratie door het zilte water stappen. Gaby vertelt dat er één pelikaan rondstapt te midden van de flamingo´s. Deze pelikaan is single, maar niet vrijwillig, want zijn vrouwtje is drie jaar geleden overleden en aangezien er niet één ander pelikaanvrouwtje in de buurt is, en hij niet kan internetdaten, blijft hij maar zielig alleen.

Onderweg zien we veel vuilnistroep, zoals in heel Sardinië. Gaby vertelt dat Sardinië een arm land is, er kunnen niet méér vuilnismannen worden betaald. Daarom gaat de bevolking op één bepaalde dag in november, rotzooi opruimen. Vele handen maken zwaar werk licht, en dat ze trots zijn op hun eiland willen ze graag laten zien. Daarom ruimen ze gemeenschappelijk de smerige troep vóór de winter op, want dan blijft het netjes. (Dan zijn er geen toeristen meer).

In Cagliari is veel te zien. De oude stad ligt boven op een berg en dáár moeten we zijn. Dat betekent? Jazeker, weer hoge trappen beklimmen terwijl de zon zijn best doet om mij dàt bijna onmogelijk te maken. “Het zijn er maar zes” roept Gaby onze gids, maar ze vertelt er niet bij van hoeveel treden. Maar goed, ik worstel en kom hijgend boven. Wat een interessante oude wijk! Fabelachtige vergezichten over de hele stad, kleine nauwe straatjes waar de zon niet de overhand kan nemen, grote torens, en een mooie kathedraal. Blij dat we toch gegaan zijn, want dit is echt een mooie stad met veel interessants om te bekijken.

Als we de mooie oude stad bekeken hebben dalen we langzaam weer af naar de benedenstad. Dat gaat een stuk makkelijker. Beneden aangekomen storten we ons op een Italiaanse pizza, die hier wél overdag gepresenteerd wordt en hij was nog lekker ook. Op de rekening stond iets wat we gek vonden: coperto (of zoiets) voor drie euro. Dat vonden we gek, want wat hadden we dan nog meer gehad dan twee pizza´s en twee biertjes? In elk geval geen coperto, wat dat dan ook moge zijn. Heel langzaam begint me iets te dagen. Heb ik ooit niet gehoord dat je in Italië moet betalen voor je bordje en het bestek? Normaal gesproken zou ik uit nieuwsgierigheid vragen wat die coperto is, maar we hebben ons maar neergelegd bij de drie eurootjes coperto. Het zal wel goed zijn.

De warmte is ongenadig, we zijn dan ook blij dat de bus keurig op tijd op ons wacht en dat de airco het heel goed doet. Dan staat ons nog een verrassing te wachten: de jarige Karin nodigt ons allemaal uit voor een heerlijk schepijsje bij haar camper. Dat laten we ons geen twee keer vertellen. Even Laika uit de warme camper halen (36 graden) en dan smullen maar. Ook Laika geniet… zij mag de bakjes leeglikken. Daarna haasten we ons om ons om te kleden want de zee trekt wel heel sterk om een verkoelende duik te nemen.

Zondag 23 september 2018.

200 kilometer is de tocht van vandaag. We rijden van de oostkust helemaal langs de zuidkust naar de westkust waar een groot eiland (Isola di San Antioco) ligt met een camping. Die camping is onze bestemming. Bij Chia kunnen we kiezen welke route we willen nemen, het kan langs de kustweg met prachtige uitzichten over de zee én het kan langs de bergweg waar de weg kronkelig is met na elke bocht een ander schitterend uitzicht. We kiezen voor de kustweg, maar belanden per ongeluk op de bergweg. Na vier kilometer merken we onze vergissing pas, dus we rijden maar door. Geen spijt hoor, want die bergweg is fantastisch mooi.

Alleen valt ons wel op dat de Sardijnen lak hebben aan vrijwel alle verkeersregels. Ze rijden met het grootste gemak dwars over een doorgetrokken streep, en met hetzelfde gemak over een dubbele doorgetrokken streep. Ze halen in op plekken die God echt streng verboden heeft. Ze trekken zich niets aan van stopborden, noch van voorrangsborden, noch snelheidsbeperkingen, noch van….. ach bedenk het zelf maar. Bij de bochten zijn wij extra alert want vaak zitten tegenliggers juist daar (op onoverzichtelijke plekken) op onze weghelft. Egbert vloekt ze weleens verrot, vooral de motorrijders die je regelmatig de stuipen op je lijf jagen, maar zij horen Egbert niet en ze trekken zich ook niets van hem aan. Ze scheuren gewoon lekker met oogkleppen voor, door de bochten.

En nu zitten we aan een pilsje onder een anti-zonnedoek dat de campingbaas al voor ons gespannen heeft. Dat is uit te houden, Laika aan onze voeten, het ruisen van de zee in onze oren, de NKC-ers knusjes om ons heen…. Wie doet ons wat.

Deel 17     26 september 2018

Hoe stom kan een mens zijn. Ik weet dat ik er niet verstandig aan doe om dit te vermelden. Ik schaam me ook diep voor de door mij begane stommiteit. Maar hopelijk hebben jullie een beetje clementie in je mening over mij. Het is me al genoeg ingewreven, dat hoeven jullie niet meer te doen. Ik vermeld het toch maar, als jullie me maar beloven dat jullie mij deze stommiteit niet tot in lengte van dagen nadragen, ook niet in Sinterklaasgedichtjes en ook niet als het eens zo lekker uitkomt.

Wat gebeurde er?

We gingen tanken bij een zelfbedieningspomp. Visakaart eerst erin, maar dan komt het: instructies in het Italiaans. Ik speur me suf of ik er iets van begrijp en ja hoor…. dacht ik. Ik drukte de juiste knoppen in en tegen Egbert brul ik “je kunt tanken aan pomp 2”. Egbert trekt de slang eruit, maar dan realiseer ik me dat ik nog niet op het knopje van pomp 2 gedrukt heb, dus alles wordt “annulato”. Egbert hangt de slang weer op. De visakaart komt er weer uit, ik sta er wat bij te dralen. Ik start het proces opnieuw. Nu druk ik wel op pomp 2, maar er komt geen diesel uit. Egbert hangt de slang weer op. Alles is weer “annulato” maar mijn visakaart komt er niet uit. Wat nu. Ik druk op alle knoppen maar nee, geen kaart. Een begin van lichte paniek komt over me. De mensen die achter me staan te wachten komen erbij. Mevrouw spreekt Italiaans en zal me even helpen. Fijn. Ook zij drukt op alle knoppen, tot “cancelo” (?) aan toe, maar geen kaart.

Mevrouw loopt naar een andere klant met een uniform waarop iets staat van Guardia Costière of zoiets. Meneer komt erbij en ook hij drukt overal op, maar geen kaart. Intussen loopt Egbert naar het onbemande huisje of daar ergens een telefoonnummer zichtbaar is, en ja dat is er. Meneer Guardia Costière begint te bellen, maar precies op dat moment komt er een auto aanrijden met de baas erin. Toeval bestaat niet.

Met grote stappen loopt hij op de pomp af als hij begrepen heeft wat er aan de hand is. Intussen een hele rij wachtenden achter u… iedereen is uitgestapt en komt kijken wat hier voor zenuwachtigs gaande is. De baas maakt het kastje open gluurt, zoekt en roept mij dan. “Kijk… geen kaart erin!” Ik krijg het Spaans benauwd, ik weet toch zeker… Egbert fluistert me heel diplomatiek in mijn oor….heb je de kaart misschien in je portemonnee gestopt? Ik weet bijna zeker van niet, maar kijk het toch maar even na en wat denk je?

Owee, ik schaam me diep. Zoveel consternatie. Zoveel tijd voorbij gegaan. Zoveel mensen erbij betrokken… En nog begrijp ik niet hoe dit kan. Mijn waakzaamheid over de visakaart zit natuurlijk stevig ingebakken, maar mijn hoofd zat bij het Italiaans waar ik niets van begreep. Ik zal geheel volgens gewoonte direct de kaart weggestopt hebben na de eerste mislukking, terwijl mijn hoofd nog bezig was die mislukking te reconstrueren.

Nou! Dit overkomt mij dus echt nooit meer. Gelukkig goed afgelopen, wél spijt het mij zeer dat ik de reputatie van de Nederlandse intelligentie geschaad heb en dit akkevietje zal me nog lang heugen, maar vooruit, gedane zaken nemen geen keer en ik blijf gewoon even aardig als altijd hoor!

We zijn nu op de terugweg langs de westkust. We hebben nog circa één week te gaan. Gisteren hebben we een schitterende tocht gehad over bergen, onder bergen, langs bergen, allemaal even mooi en indrukwekkend. Egbert had op een gegeven moment wel genoeg van al die haarspeldbochten, maar wat zijn ze prachtig! Onderweg was nog een tempel te bekijken, kurkeiken die gepeld werden, schapen die op de weg lagen te slapen, zó idyllisch, zo schattig.

Vandaag is de temperatuur ook wat teruggelopen wat alleen maar prettig is. De zon schijnt uitbundig, heerlijk, maar dat natte, klamme, benauwde is er niet meer, gelukkig. We gaan vandaag een eindje fietsen, het is hier zó mooi. Laika mag niet mee, maar die is zó moe van al dat gereis, ze zal blij zijn als ze een poosje ongestoord kan slapen.

27 september 2018

In Sardinië hebben ooit (tussen 1100 en 2000 jr v.Chr.) de Nuraghen gewoond. Ik heb daar al eerder iets over geschreven. Het is een oervolkje. Ze stapelden heel kunstig stenen op elkaar die nu nog steeds op elkaar staan en die wij kunnen bekijken, wat we dan ook met veel genoegen doen. De meeste bouwsels zijn uit elkaar gevallen, dan liggen er overal grote stenen, waarbij je je maar een voorstelling moet maken van het gebouw dat ze ooit gevormd hebben.

Vanmiddag bekeken we echter een van de vele opgravingen, want de overblijfselen van Nuraghen zijn her en der te vinden. Maar het leuke van deze opgraving was, dat hier een heel dorp grotendeels gereconstrueerd is. D.w.z. de huisjes zijn nagebouwd met de gevonden stenen. In de 12e eeuw (na Chr.) is er op de plek waar de Nuraghen hun heiligdom hadden, een christelijke kerk gebouwd, want in die tijd kwam het Christendom een beetje op en men wilde toen het heiligdom behouden alleen vanuit een andere religie. 

In die tijd was er een belangrijke vrouwe, een rechtsprekende vrouwe Cristina, die zich had bekeerd tot het Christelijke geloof, maar dát werd door het andere deel van de bevolking niet gewaardeerd. Cristina werd streng gestraft door haar heidense geloofsgemeenschap. Ze werd met haar hoofd naar beneden in een put gegooid en daar waar haar sluier de wanden van de put raakte veranderden de stenen in edelstenen. Ze was wel dood, dus erg veel plezier zal ze niet hebben gehad van de edelstenen, maar Cristina én de put werden later heilig verklaard en de put werd geheel authentiek gerestaureerd. Vandaag stonden wij aan de rand van de put en konden we die put zelfs in via een trap van 25 treden, om te kijken of er nog iets van de edelstenen te zien is. Niet dus. 

Er was een aantal archeologen bezig met graven en vegen, druk in de weer met emmertjes vullen en dingen sorteren. Vol bewondering stonden we erbij en keken ernaar. Met stoffer en blik zijn ze heel voorzichtig bezig het zand te vegen en te zeven en blij dat ze zijn als ze een steentje vinden! Ik zie helemaal niets bijzonders aan die steentjes, de hele parkeerplaats ligt vol steentjes, maar nee, deze steentjes zijn Nuraghische steentjes en daar zijn zij zo blij mee. 

We rijden verder naar Bosa. Tjonge wat een ontzettend leuk plaatsje. Al van verre zie je de huizen in alle kleuren van de regenboog op de berg. Kei-oud en het stadje ademt ook daadwerkelijk de sfeer van antiek, nostalgie, middeleeuwen enz. Heerlijk om doorheen te banjeren.

We strijken neer op een terrasje als er na een poosje iemand vraagt of ik een foto van hem en zijn vrouw wil maken. Ja, natuurlijk wil ik dat. Ik knip dus twee foto´s en dan blijkt dat meneer Spaans spreekt. Hoi! Iemand die we kunnen verstaan dus. Hij vertelt dat hij privéchauffeur was van een toenmalige minister in Argentinië, waar hij Spaans heeft leren spreken. Maar terwijl we zo aan het babbelen zijn komt zijn vrouw eraan zij wil met ons op de foto. Haar man vindt het een goed idee en komt er ook bij. De ober werd erbij geroepen, hij moest het plaatje schieten. Wij dus met de ministerschauffeur en zijn vrouw op de foto. De ober begreep dus dat wij Nederlanders zijn en prompt wilde die ook met ons op de foto, waarvoor er weer iemand anders werd ingeschakeld. Een heel gedoe met die foto´s, maar zo komt het dat wij nu op allerlei foto´s prijken, niet omdat we zo fotogeniek zijn, welnee, omdat we Nederlanders zijn. Zouden Nederlanders iets  bijzonders hebben of zijn wij zo bijzonder?

PS zojuist komt Egbert terug bij de camper. Hij had zich even teruggetrokken voor toiletbezoek van deze camping. Dat het een piepklein wc´tje is was ons al aangekondigd, maar Egbert moet hebben gedacht dat hij toch wel passend zou zijn voor een niet al te uitbundig gebruik. Fout. Hij was nóg kleiner dan ons al was aangekondigd. Maar gelukkig had Egbert bij de jeepsafari geoefend hoe hij zich op het kinderklapstoeltje moest opvouwen, die ervaring kwam hem nu goed van pas.  

Deel 19       29 september 2018

Gisteravond vierden we het feit dat er tijdens deze reis zeven deelnemers jarig waren. De zeven feestvarkentjes organiseerden met elkaar een feest voor de groep. De een knoopte touwtjes aan elkaar voor de ballonnen, de ander was met de muziek in de weer, want zonder muziek geen feest.  En zonder slingers en bloemen ook geen feest, dus alles werd met grote voortvarendheid aangebracht en allengs veranderde de ongebruikte camperplaats in een supergezellig feestterrein. De dames waren druk in de weer met de hapjes, de heren sjouwden met stoelen uit het gesloten eettentje hier verderop, en ook vonden zij lange tafels waarop heel wat hapjes, schalen en schotels pasten! Gelukkig maar, want er werd me daar een vracht aan lekkers aangedragen….kaas, worst, zoutjes, tomaatjes, nootjes nou ja bedenk het maar.

Om half vijf barstte het feestgedruis los, de feesthoedjes werden opgezet, de muziek ging op volle sterkte, de tongen kwamen los, er werd gezongen, gedanst, de polonaise werd in ere hersteld, en we stampten er met z´n allen lustig op los. Een hartstikke leuk feest, alleen gebeurde er helaas iets waardoor onze lol er gauw vanaf was. Ik zal daarover niet uitweiden, maar we zijn blij dat het een geslaagd feest was voor de jarigen en voor de anderen en dat men genoten heeft.

Zaterdag 29 september 2018

Vandaag staat een klapstuk op het NKC-programma. Daar verheugen wij ons al lang op: een boottocht naar een stuk ongerepte natuur, waar hoge rotsen uit het water opstijgen en in die rotsen zitten grotten die je gezien MOET hebben als je op Sardinië bent. We hotseklotsten met de boot over de hoge golven, het waaide behoorlijk hard en vooral bij de rotsen werden we flink door elkaar geschud. Wat we zagen is fabelachtig. Zulke ruige rotsen, grillig, onherbergzaam, en zó hoog….  Indrukwekkend en imposant.

Hoe we uit die wild schuddende boot zijn gekomen weet ik niet meer, maar het is gelukt en toen stonden we in een grot, zo mooi, zo vol stalagtieten en –mieten, in de meest vreemde  vormen. Een watertje glinstert je tegemoet, we liepen er bijna een uur en het had nog wel langer kunnen duren, er was zóveel te zien. Ik was er helemaal weg van.

Toch moesten we weer terug, jammer of niet. Diep onder de indruk voeren we een half uur later de haven van Alghero in. Een beeldig stadje met kleine straatjes, een oude kerk waar we even een kijkje gingen nemen en waar zojuist een kerkdienst was begonnen. Wat schetste onze verbazing, de dienst werd niet geleid door een geestelijke van vlees en bloed, maar door een bandje. Dat werd afgedraaid en de gemeente deed precies wat ervan hen verlangd werd: een kruisje slaan, het onze vader opdreunen, knielen, alles onder de strenge leiding van een tape!

Enfin, het is even wennen denk ik, maar de gemeente had er geen moeite mee. Wij togen op naar een ijsje, dat kwam ons wel toe na zo´n indrukwekkende dag, vonden wij en we namen dan ook een extra dikke. Mmmm… heerlijk.

Het zit er bijna op. Het is ook wel goed geweest. Morgen een reisdag, overmorgen een dag rust en een afscheidsetentje en daarna reizen wij terug naar Porte Torres waar de ferry van de Grimaldi-line ons hopelijk veilig naar Barcelona vervoert. De groep gaat terug naar Livorno in Italië en dan zit het er voor een ieder van ons echt op. Maar wie weet, valt er morgen of overmorgen nog wel iets te vermelden, dan doe ik dat en zo niet, dan is dit de laatste rondschrijfbrief vanuit Sardinië.

1 0ktober 2018

Onze laatste gezamenlijke rit door Sardinië. We rijden helemaal verkeerd maar juist daardoor komen we op de mooiste plekjes, waar misschien nog nooit een Hollandse camper is geweest. We volgen een mooie kust/bergweg waar her en der uitzichtpunten zijn en we stoppen bij elke plek, want het is zó mooi!

Als we op de camping aankomen zijn we zo ongeveer de laatsten, maar mijn hemel wat een vreselijke camping. Vier sterren, van mij krijgt hij er maar eentje, een heel kleintje, maar eerlijk is eerlijk, ik houd niet van campings en zeker niet van die overvolle, uitpuilende mensenmassa´s.

Laika mag niet los. Doe ik toch. Internet kost vijf euro per dag. Doe ik niet. De douche is een heel eind verderop en op al die mensen is het er maar één voor de dames. Wat wél mooi is, is het strandje waar wij wel mogen komen, maar Laika niet. Tjemig, wat zou je hier een vakantie lang moeten doen. De Duitse buurman komt hier elk jaar zes weken. Elk jaar zes weken!! Wij zouden het geen zes dagen uithouden.

Vanavond hebben wij een afscheidsdineetje met de club, verzamelen bij de vlag! Hugo en ik hebben een toespraak voor de leiding voorbereid. Ik een serieuze toespraak, je weet hoe serieus ik ben, Hugo heeft een lied gemaakt van een heleboel coupletten. We moeten dus zingen. Zal best gezellig zijn, jullie horen het. We kijken er ook echt naar uit. Niet naar het zingen, maar wel naar de tijd na het zingen. 

Dinsdag, 2 oktober 2018.

Het afscheidsetentje gehad. Wat een saaie boel. Ik een toespraak waarmee ik (zoals met Hugo afgesproken) de leiding bedankte, Hugo zong het hoogste lied en de goegemeente zong heel gezapig van  “zing ik aiaijippiejippiejee”. Wat klinkt dat stom als er geen spirit in zit, owee, arme Hugo, geen beweging in de groep te krijgen. Hugo wilde er een spektakel-slotavond van maken. Mislukt.  De leiding bestond uit vier aardige mensen, die zich zo ongelooflijk hebben ingezet om een beetje eenheid te krijgen in de groep, zij hebben werkelijk alles gedaan voor de NKC-ers. Tot op het laatst hebben ze zichzelf weggecijferd, als de groep het maar leuk en goed had. Paarlen voor de zwijnen. Het zijn vrijwilligers, ze verdienen er niets aan. Wij vinden dat ze lof verdienen, maar de groep vindt dat niet. Sommigen hebben van alles te mekkeren over dingen die wij niet eens kunnen bedenken. Ongelooflijk hoe ontevreden sommige mensen zijn. Wij hebben grote bewondering voor de leiding, Egbert zou allang het bijltje erbij neergegooid hebben.

Vandaag gaat de groep de ferry op richting Livorno, wij gaan morgen de ferry op richting Barcelona. Het heeft vannacht geregend, gestormd, geonweerd, als ik uit het raampje kijk zie ik woeste golven met witte schuimkoppen erop. Owee, wat zal de boot stampen, en morgen vast en zeker ook nog. Als dat maar goed gaat. Ik zal plastic zakken bij de hand houden. Naar Livorno duurt de vaart negen uur. Wij zitten er morgen 12 lange uren op. Ik hoop dat Laika het een beetje droog houdt… we moeten even doorzetten, flink zijn.

Eerst nog even gezamenlijk in de kring koffiedrinken. Betsy van de leiding zorgt voor wat lekkers erbij, Gerard gaat een afscheidsrede houden, en dan is het handen schudden en wensen uitspreken.

Zo, nu zitten we ergens onderweg aan de koffie. Zojuist hebben we een stortbui over ons heen gekregen, de ruitenwissers hielden het niet meer bij. Diverse auto´s onderweg stopten zomaar op de weg want er is geen vluchtstrook. Ze hadden (denk ik) geen goed zicht meer op de weg. Maar nu schijnt de zon weer en is de hemel grotendeels blauw.

We hebben de haven bereikt, er staat een Bulgaar die ook naar Barcelona gaat morgenochtend. We gaan er knusjes bij staan en brengen de nacht dus door op het haventerrein.

Woensdag 3 oktober 2018

Wat een verschrikkelijke dag. We brengen de nacht onrustig door op de havenkade in Porte Torres waar vandaan de boot om zeven uur zou vertrekken naar Barcelona. De wekker staat op half zes maar allang voor die tijd zijn wij in het land der levenden en bekijken we door het raampje hoe de kade volstroomt met (vracht)auto´s, campers enz. We hebben dus geen haast, we sluiten wel aan in de rij als het zover is. Helaas is dát pas om negen uur, want de boot heeft een vertraging van twee uur. Holladijee. Kunnen we nog even koffiezetten en Laika wat uitgebreider uitlaten.

Dan begint het grote inschepen. Tergend langzaam rollen alle reislustigen de boot op, wij zijn de laatste camper. Campers moeten omhoog net als in een parkeergarage over een oprit. Het rederijpersoneel staat dwingend en zenuwachtig te zwaaien en te schreeuwen “opschieten” het lijken wel orgeldraaiers. Egbert volgt gehoorzaam, maar op de schuine oprit naar boven staat het stil. Het is boven vol en dus wacht hij onderaan de oprit. De man schreeuwt en gebaart dat hij erop moet. “Maar hij staat vol!” antwoordt E. Maar het helpt niet, hij moet de schuinte op. Daar voelt E. niet veel voor, dus doet hij of hij gek is en blijft onderaan staan. Tumult, want hij moet erop. Nou vooruit, het is kiezen of delen: òf we gaan erop òf we gaan erop, meer smaken hebben we niet. E. geeft gas en daar staan we dan. Versnelling in z´n één en handrem stevig erop. Het heeft vannacht gestormd en geonweerd en een regenbui waar je U tegen zegt, de zee zal dus flink onrustig zijn. Als de boot gaat schommelen en die camper staat zo schuin… we protesteren luidkeels, maar er is niet tegen die man aan te praten.

Net als we ons erbij neerleggen, spullen gepakt hebben en willen uitstappen, komt die schreeuwerd weer op ons af: U moet eraf. Achteruit! We kijken hem met grote ogen aan. Wat zegt u nou? Jazeker, u staat schuin! Dat ziet u toch zelf ook wel! Dat kan niet, als de boot gaat schommelen….

Enfin, na enige tijd kruipen we de boot in. Elf verdiepingen hoog, 22 trappen. Wat een stad! Overal lounches vol met stoelen en banken die allemaal binnen de kortste keren vol liggen met tassen en troep. Mensen annexeren daar kennelijk direct hun ligplaatsen want er is al geen enkele bank meer vrij. Wij struinen door naar het bovendek. Ook daar is het vol, maar alles speelt zich af rond het koffietentje daar. Wij willen uitkijken over de haven, het druistige gedoe bekijken, de afvaart zien, het is zo hoog dat je overal overheen kijkt. Waauw, dit is mooi! Alleen Laika ziet niets, die heeft een waas van angst voor ogen en het kleintje verzet zich met elke vezel in haar kleine lijfje. Ach owee.

Dan begint de lange, lange, saaie dag. Bijna dertien uur met geen ander uitzicht dan zee, golven, schuimkoppen, zelfs geen vogeltje, geen vlieg, alleen maar gestamp van motor, geklots van de golven, geloei van de wind, het waait nog steeds heel hard, we kunnen ons met moeite staande houden. Het schip is gelukkig groot en sterk daardoor merk je het niet zo, maar hij deint wel als een gek. De uren verstrijken ongekend langzaam. Een boekje lezen lukt me niet meer. We kijken wat naar de mensen en proberen Laika te kalmeren wat niet lukt. Saai, saai, saai. Hoe kunnen mensen een cruise maken en dát leuk vinden, ik vind er niets aan.

Ook niet aan de entertainer die ´s middags een boel muzikale schreeuwherrie over het dek laat gillen. Dwars door het geloei van de storm heen, het is een pestherrie van jewelste. Ik stap op hem af om te vragen of hij  niet wil stoppen met die herrie. Hij kijkt me wat meewarig aan: herrie? Ik ben hiervoor ingehuurd en word hiervoor betaald mevrouw…. U wilt toch niet het brood uit mijn mond stoten? Nou, wat zachter dan doe ik een laatste poging. Dat zegt hij toe, maar hij doet het niet. Hij denkt aan zijn boterham.

Enfin, de boot heeft ook nog eens vertraging waarschijnlijk door de harde tegenwind, zodat de reis nog langer duurt, maar om negen uur ´s avonds is het Championsleage Italië tegen Engeland. Opeens worden al die Sardijnen en Italianen wakker. Wat een vuur kunnen die gasten aan de dag leggen, zeg, ongelooflijk. Als de bal in de buurt van het doel komt, deint het schip nog harder! Half tien ´s avonds legt het schip aan, maar de voetbalwedstrijd is dan net een half uurtje oud, dus die Italianen zijn niet van plan om op te stappen. Wij wel. Graag zelfs.

Hoe komen we in hemelsnaam al die 22 trappen naar beneden, naar de garage nr. 3? Ik zie een lift die gaat naar garage nr. 5 t/m 2. Klinkt goed, hè? Dachten wij ook. Hij stopt op nr. 5, we moeten dus nog vier trappen omlaag (voor elke etage twee trappen). Doen we, maar Laika kan niet traplopen die moet dus getild worden (15 kg). Egbert werpt zich op en sjouwt zich een bult. Op nr. 3 aangekomen blijkt dat we aan de vrachtwagenkant zijn. Onze camper staat helemaal aan de andere kant, 225 mtr. verderop, maar we kunnen daar niet naar toe lopen, want de vrachtauto´s staan bot op elkaar, we kunnen er niet langs. Wat nu? Al die trappen weer op, dan over het bovendek de 225 mtr. naar de andere kant lopen, dan dáár alle trappen af, nu zónder lift, arme Egbert, met die hond die per stap zwaarder wordt.

Enfin, vraag niet hoe, maar we redden het, al zijn we te laat en staat onze schreeuwerd alweer te kafferen tegen ons. In het Nederlands geven we antwoord, maar goed dat hij het niet verstond. Oké. We rijden de boot af die leeg stroomt op de smalle weg voor de haven langs, werkelijk een gekkenhuis. Honderden auto´s, motoren, vrachtwagens, campers enz. doen hun best om zich uit de chaos los te maken. Met z´n allen moeten we door het centrum van Barcelona heen. Er is ook nog brand ergens, brandweerauto´s loeien, ziekenauto´s hebben voorrang, en we zijn al zo moe.

Over tienen bereiken we de autobaan richting Reus waar een camperplaats is. Daar komen we ver na twaalven aan en dan blijkt die plaats afgesloten door een slagboom. Wil je erin, dan moet je het aangegeven nummer bellen. Dat durven we niet zo laat nog, dus daar staan we dan midden in de nacht. Wat doen we, we kunnen bijna niet meer.

Opeens komt de Guardia Civil eraan rijden. Ook dat nog. Doen we iets verkeerd? Nee, ze hadden ons op de camera gezien, big brother is watching you!, en ze begrepen dat we op die plaats wilden en zij hielpen ons erin met een code. Wij dankbaar!!! Wat waren we moe. Het duurde echt niet lang of we snurkten de hele camperplaats bij elkaar.

En nu zijn we thuis in Fortuna in ons heerlijke huisje, wat een plezier om hier weer aan te komen, alles is goed (denken we) en het internet doet het zelfs ook nog! Hoi. Misschien gaan we het huis wel helemaal niet verkopen, het is zo´n schattig huis.

Jullie veel liefs en groetjes

Egbar